4 Verzoeningsleer (subjectief) 4 Verzoeningsleer (subjectief)

Inleiding
De aanhangers van de subjectieve verzoeningsleer wijzen op de indruk die Jezus’ lijden en sterven maakt op mensen, waardoor zij veranderen. Dat is het grote verschil met de aanhangers van de objectieve verzoeningsleer. Daarin gaat het om wat Jezus’ lijden en sterven voor God betekent. Het verschil met de dramatische verzoeningsleer is ook duidelijk. Daarin gaat het erom, dat de dood van Christus als een losprijs geldt, betaald aan de duivel, die nu geen recht meer op de mensheid heeft.

Abaelardus
Petrus Abaelardus (1079-1142 n.Chr.) geldt als de bedenker van de subjectieve verzoeningsleer1. Hij brengt die naar voren in zijn commentaar op de Romeinenbrief, ihb Rom 3: 25v. De spits van wat Abealardus wil zeggen is, dat de mens in harmonie met God kan leven als hij zich verandert. Maar die verandering komt niet vanzelf. Die wordt van buiten de mens, door God zelf, in gang gezet. Door zijn liefde voor mensen te laten zien, wil Hij bereiken dat de mensen Hem gaan liefhebben.

Hoe heeft God dan zijn liefde betoond?

  1. Allereerst door in Jezus mens met de mensen te worden (incarnatie).
  2. Vervolgens roept Jezus in zijn prediking op om God lief te hebben. (Mattheüs 25:31-40; Marcus 10:17-22 en Johannes 8:12)
  3. Ook het lijden en sterven van Jezus bevat deze boodschap: het is het ultieme voorbeeld dat bij mensen de wederliefde wil opwekken.

Hoe komt verzoening dan tot stand?

  1. Door geloof dat Jezus inderdaad de mensgeworden Zoon van God is.
  2. Door hem als voorbeeld na te volgen.
  3. Door genade, want ook een bekeerd mens zal het niet lukken God op volmaakte wijze lief te hebben en te dienen. Het werk van Christus weegt op tegen de zonde van wie gelooft en probeert hem te volgen.

In het kort:
De mens wordt gedreven door een verkeerde, zondige intentie. Hij moet een nieuwe bezieling krijgen. Dat gebeurt als hij onder de indruk komt van Gods liefde. God is het die inkeer, berouw en innerlijke verandering bewerkt.

Overeenkomsten Abaelardus en Anselmus
Beiden proberen het thema van de verzoening rationeel te doorgronden.  Ze geloven dat God, de Schepper van al wat is, het kwaad in de wereld – dat Hij niet geschapen heeft - zal overwinnen. Maar Christus is niet gekomen om de mens te bevrijden uit de macht van de duivel. Daar zal God op een andere manier mee afrekenen. Ze wijzen dan ook de dramatische verzoeningsleer af. Ze menen ook dat verzoening niet tot stand komt door het vergieten van onschuldig bloed. Ze vinden Jezus het voorbeeld bij uitstek, gelovigen moeten proberen hem na te volgen. Allebei zien ze dat God gedreven wordt door een combinatie van gerechtigheid en liefde2.

Verschillen Abaelardus – Anselmus
Anselmus legt uit waarom God mens werd, maar niet hoe een mens gered kan worden. Daarvoor verwijst hij naar de bijbel. Dat is het grote verschil met Abaelardus die tamelijk uitvoerig uitwerkt wat een mens moet doen om gered te worden.


Vervolg
Door het accent te zetten op de menselijke reactie geeft Abaelardus een nieuwe impuls aan het denken over verzoening. De eerste eeuwen na Abaelardus werd deze nieuwe aanzet niet breed opgepakt3. In de twintigste eeuw is dit punt echter weer naar voren gebracht, vooral in ons land, als reactie op verzoeningsleer zoals die in de Catechismus en Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt geleerd4.

Beoordeling
Abaelardus vroeg aandacht voor de doorwerking van de verzoening in het leven van mensen. Wiersinga bracht dit op de noemer van ‘verzoening als verandering’. Het is een accent dat niet mag ontbreken in het denken, schrijven en spreken over verzoening. Verzoening die we alleen maar voor kennisgeving moeten aannemen, gaat langs ons heen. Als het evangelie niet een beetje na-gedacht en na-gevoeld kan worden, zal het geen blijdschap uitwerken en evenmin ons gedrag ten goede veranderen.
Toch zijn hier wel vragen te stellen. Bv waarom zouden we juist van Jezus’ lijden en sterven zo onder de indruk moeten komen? Kan het lijden van andere martelaren ons niet inspireren tot verandering?

T. Wright (
Goede Vrijdag p. 55) haalt het voorbeeld aan van iemand die in het water springt om een drenkeling op te vissen. Het lukt, maar de redder zelf verdrinkt. Hij heeft zijn leven gegeven omdat hij zijn hart op de goede plek heeft en uit liefde handelde. Maar als iemand in het water springt terwijl er niemand dreigt te verdrinken, en dan zelf verdrinkt? Dan zeg je niet dat hij door liefde werd gedreven; het was dwaasheid.
Het sterven van martelaren lijkt op het eerste: uit liefde geven zij hun leven. Maar het sterven van Jezus? Waarom is dat niet dwaas, maar uit liefde, zelfs ultieme liefde? Dat zijn bedenkingen waar Abaelardus zich niet mee bezig heeft gehouden.5

Van der Kooi (Hinkelen, p. 83) wijst nog op een ander tekort van Abaelardus’ subjectieve verzoeningsleer. Die werkt prima als mensen nog kunnen veranderen. Maar wat als mensen en situaties muurvast zitten en van verzoenend handelen niets terecht komt? Dat komt ook voor, bijv in de gemeente van Korinthe (I Kor 1: 11v; 5: 1v; 11: 18vv). Is dan alles verloren? Of heeft dan juist het ‘plaatsvervangende lijden’ en ‘voor ons’ van de objectieve verzoeningsleer zijn waarde?


-----
1 Aanzetten in deze richting wel bij Augustinus en andere kerkvaders.
2 Anselmus ziet de eenheid van gerechtigheid en liefde in het wezen van God, Abaelardus in de wil van God.
3 Pas Schleiermacher (1768 - 1834) pakt volgens Ritschl de subjectieve verzoeningsleer weer op
4 Smits
(geef mijn portie maar aan fikkie), Wiersinga, den Heyer
5 Mijn antwoord op deze terechte vragen vind je in de punten 6 - 10 van 'mijn geloofsbelijdenis'.

terug