Kerst Kerst
Twee feesten
Het populairste van de christelijke feesten in de westelijke wereld is het Kerstfeest (Prot) of Kerstmis (RK). Op 25 december gedenkt en viert men de geboorte van Jezus Christus. Vandaar het 'Kerst’, dat is van Christus afgeleid. In de Oosters-Orthodoxe landen heet het feest ‘Epifanie’, dwz 'Verschijning',  nl van de Zoon van God op aarde. Dit feest wordt iets later gevierd: 6 januari


Verjaardagen
Dat er twee verschillende data voor de geboorte of verschijning van Jezus de ronde doen is niet zo vreemd als het lijkt: de bijbel vertelt maar weinig over Jezus’ geboorte en een geboortedatum ontbreekt. Dat is omdat destijds in de Joodse wereld verjaardagen niet gevierd werden. Van gewone mensen was de geboortedatum meestal niet eens bekend, alleen koningen vierden hun verjaardag uitbundig (Hos 7). Op die dag lieten zij vaak hun tegenstanders ombrengen. Zo vertelt de bijbel van de Farao die de bakker laat doden (Gen 40: 20) en van Herodes Antipas die Johannes de Doper laat onthoofden (Mc 6: 21, parr bij Mat en Luc). Een praktisch bezwaar voor de verjaardag was het gebruik van de maankalender waarbij af en toe niet maar een schrikkeldag, maar een schrikkelmaand moet worden toegevoegd. Een religieus bezwaar tegen het vieren van verjaardagen was, dat men vreesde van God te vervreemden en in de wereld van astrologie terecht te komen (Deut 4: 19). Mischien is dat de reden dat de zonen van Job omkwamen omdat zij alle jaren 'hun dag' (verjaardag) vierden (Job 1). De Joodse historicus Josephus schrijft in de eerste eeuw dat de wet (Torah) het vieren van geboortedagen verbiedt. Christenen dachten er de eerste eeuwen net zo over. Zij zagen het vieren van verjaardagen als een heidens gebruik.

Epifanie is een voorloper van het kerstfeest: Kerkvader Clemens (150 – 215 nC) meldt ergens dat er een christelijke groepering is die (niet de geboorte maar) de doop van Jezus viert. Kennelijk was de doop aan het begin van Jezus’ openbare optreden belangrijker om te gedenken dan zijn geboorte. Want dan klinkt een stem uit de hemel die verklaart ‘deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie ik een welbehagen heb’ (Mc 1: 11, parr bij Mat en Luc).
Waarom deze eerste christenen voor 6 januari kozen, valt niet meer te achterhalen.

Deze datum werd in de oosterse kerk aangehouden voor het latere Epifanie, dat vanaf de vierde eeuw steeds belangrijker werd. Op dit feest herdenkt men dat Jezus’ goddelijkheid aan het licht komt (epifanie) en daarvan zijn meerdere verhalen: niet alleen over de doop, maar ook over zijn geboorte uit de maagd Maria en over de verering door de wijzen uit het Oosten.

Kerst
In de westerse wereld gedenkt men ook wel deze dingen, op meerdere zondagen na Kerst, maar hier werd (in de loop van de vierde eeuw) de geboorte er speciaal uitgelicht, als feest verzelfstandigd en vervroegd: op 25 december staat men bij ons veel vaker en uitgebreider dan in het oosten stil bij de geboorte van Jezus (Mat en Luc), of bij het ‘Woord dat is vlees geworden’ (Joh).

Voor de datum van 25 december zijn twee verklaringen:

  • Na de kortste dag (21 dec) lijkt de zon enige dagen stil te staan. Vanaf 25 december worden de dagen duidelijk weer langer. Dat was reden tot feest. In Scandinavië vierde men dan het zgn Joelfeest, en in Rome het geboortefeest van de godheid Sol Invictus.Toen eenmaal het christelijk geloof de dominante godsdienst was geworden, mochten deze heidense zonnewendefeesten niet meer gevierd worden. Deze populaire feesten helemaal afschaffen ging natuurlijk niet. Daarom kregen ze een nieuwe invulling: de geboorte van Jezus, de komst van het Licht in de wereld.
    • Joelfeest. De naam komt van het oudnoorse 'hjol', dat 'wiel' betekent. Bedoeld is het zonnewiel dat op zijn laagste punt is aangekomen en weer begint te klimmen. Dat de dagen weer langer worden, was zeker toen iets om naar uit te zien en men vierde feest als het zover was: gezamenlijke dronkenschap en sexuele uitspattingen hoorden daarbij.
    • Sol (Zon) of Sol Invictus (Onoverwinnelijke Zon). Zo heet in Rome de zonnegod. In vele landen rond de Middellandse Zee stond deze onder andere namen bekend. Op 25 dec 274 nC maakte keizer Aurelianus de cultus (verering, priesters, tempels en spelen) van Sol officieel. Als het christendom in de vierde eeuw de toegestane en later de officiële religie in het Romeinse Rijk wordt, wordt dit de datum voor de geboorte van Christus, die immers de echte Onoverwinnelijke is. De Zon der Gerechtigheid (Maleachi 4: 2).
  • Een andere verklaring is, dat men het vroeger belangrijk vond, dat de belangrijke momenten van Jezus samenvielen met bijzondere momenten aan de sterrenhemel. Wat zijn sterfdatum betreft is dat zonder meer het geval: in het voorjaar, bij het begin van de lente. Op diezelfde datum zou hij dan ook ‘door Maria ontvangen zijn’. Zijn geboorte negen maanden later komt dan uit op 25 december.

Kerstboom
Voor ons is het Kerstfeest ondenkbaar zonder kerstboom in huis, een gewoonte die terug gaat op het Duitsland eind 16-e eeuw. Via het Réveil (opwekkingsbeweging) en de zondagsscholen van de 19-e eeuw werd de kerstboom ook in Nederland populair. Ten slotte gingen ook de meeste protestantse kerken en het Vaticaan (1982) om. De kerstboom en attributen symboliseren het volgende:

  • de altijd groene naaldboom : de levensboom in het paradijs,
  • de appels (nu kerstboomballen) : de vruchten waar Adam en Eva zich aan bezondigden,
  • de piek : de ster die de Wijzen uit het Oosten achterna reisden
  • de driehoekige vorm van de boom : de goddelijke drie-eenheid.
  • de lichtjes : Christus die het Licht der wereld is.

Velen zijn echter met die symboliek niet meer bekend. Als men ook men ook niet meer weet wie Jezus is en waarom we zijn geboorte vieren, is de ont-kerstening van het kerstfeest compleet: niet meer dan een gezellig feest met veel lekker eten en drinken en cadeautjes in de donkerste tijd van het jaar. Waarbij we vieren dat de dagen lengen en wij er zelf ook weer zin in krijgen. Dan zijn we eigenlijk weer terug bij af: het zonnewendefeest dat de levenslust aanwakkert.

Het is niet toevallig dat het nationaal socialisme deze en andere heidense gebruiken probeerde te herintroduceren ten koste van de christelijke boodschap en zijn bijbehorende waarden en normen.


Jesaja 11
De Bijbelse kerstboom staat in Jesaja 11. ‘...uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei’. (NBV21) Een stronk is wel het tegendeel van de altijd groene dennenboom. Het is de stomp van een afgezaagde boom met de wortels al dan niet in de grond. Iets dat dood of op sterven na dood is. Iets dat naar de mens gesproken geen toekomst meer heeft. Daarmee is de stronk een symbool voor onze levens vergiftigd door de dood in zijn vele vormen. En een symbool voor de wereld die de ondergang nabij is vanwege de rampen die wij mensen over onszelf afroepen.

Met Kerst vieren we niet dat de dagen weer langer worden en al helemaal niet de vitaliteit van de natuur of de beestachtige wildheid in onszelf. Met Kerst vieren we dat die oude stronk tegen alle verwachting in weer uitliep. We vieren dat God toch nog een toekomst voor onze wereld en onze levens zag. Hij liet Jezus geboren worden door wie Hij redding en verlossing brengt.

 

 

 

terug