Epifanie Epifanie

Oorsprong
Epifanie is oorspronkelijk een voorloper van het kerstfeest: Kerkvader Clemens (150 – 215 nC) meldt ergens dat er een christelijke groepering is die behalve Pasen nog een jaarlijkse feestdag heeft, om de doop van Jezus te vieren. Waarom deze christenen voor 6 januari kozen, valt niet meer te achterhalen.

Kenmerkend voor het Oosten
In elk geval werd deze doopdatum in de Oosterse kerk aangehouden om Jezus’ geboorte, de aanbidding van de drie koningen of wijzen uit het Oosten en vooral zijn doop (als hij volwassen is) door Johannes de Doper te gedenken.
Op Epifanie viert men dat door Jezus de eeuwige onbereikbare God verschenen (Epifanie  Titus 3: 4), bereikbaar en bekend is geworden. Men kan deze feestdag daarom zelfs Theofanie (Godsverschijning) noemen.
Tevens gelooft men dat God bij de doop van Jezus een begin heeft gemaakt met de heiliging en herschepping van de wereld. De onderdompeling van Jezus in het water van de Jordaan en de heilige Geest die als een duif op hem neerdaalt herinneren aan de oervloed en de Geest die zweeft boven de wateren (Gen 1: 2).

Kenmerkend voor het Westen
In de Roomse en Reformatorische kerken ligt de nadruk op de menswording van Jezus. Die is belangrijk vanwege de verzoening van zonde en schuld die daaruit voortkomt. De eeuwige Zoon van God is mens geworden om zichzelf te geven als het offer voor de zonde van de wereld. Deze visie van Anselmus +/- 1095 is later overgenomen in de Catechismus, zondagen 5 en 6.
De geboorte van Jezus is in de beleving van het Westen veel belangrijker dan zijn doop. In het Oosten is het precies omgekeerd. Je kunt ook zeggen dat Kerst in het Westen net zo gewichtig is als Epifanie in het Oosten.

Epifanie
De tweede zondag na Kerst is het (in het Westen) Epifanie, dat is dus tussen 2 en 8 jan. (eveneens wit). Dan leest men in de kerk het verhaal van de wijzen uit het Oosten (Mat 2: 1 – 12).

Zondagen van Epifanie
Deze periode duurt tot aswoensdag die de veertigdagentijd inluidt. Hoeveel zondagen bij Epifanie horen hangt af van de Paasdatum die vroeg of laat kan vallen. Het variëert van 4 - 9 weken.

  • De eerste max zes zondagen van Epifanie horen nog bij Kerst: de kleur is wit (evt groen).
    In deze diensten laten we net als bij de doop op Epifanie de verschijning van Jezus' goddelijkheid naar voren komen: dus wat de evangeliën vertellen over de genezingen, wonderen die hij verricht, de vergeving die hij namens God uitspreekt, de wet die hij met buitengewoon gezag opnieuw uitlegt.
  • Als Pasen laat valt is er ook nog een zevende, achtste en negende zondag na epifanie mogelijk. Deze zondagen horen al wat meer bij de veertigdagentijd. De kleur is dan paars (evt groen)

Maar in veel kerken zijn deze zondagen helaas niet heel duidelijk aan Kerst (of Pasen) gelinkt. Dan zijn het eigenlijk ‘gewone zondagen’ zoals je die ook in de zomertijd hebt. Dan ligt de kleur groen voor de hand.

Naam
De zon- en feestdagen van Epifanie heten als volgt

  • Epifanie (Doop van Jezus)
  • Tweede t/m max negende zondag van Epifanie

De laatste drie zondagen van Epifanie hadden in de Roomse Kerk na het concilie van Trente (1545 – 1563) speciale namen:

  • Septuagesima = de zeventigste - 9 zondagen voor Pasen (op z’n vroegst de tweede zondag van Epifanie)
  • Sexagesima = de zestigste - 8 zondagen tot Pasen (op z’n vroegst de derde zondag van Epifanie)
  • Quinqagesiuma = de vijftigste - nog 7 zondagen tot Pasen (op z’n vroegst de vierde zondag van Epifanie)

Deze zondagen werden ook wel voorvasten genoemd, een aanloop naar de vastentijd of veertigdagentijd (Quadragesima = de veertigste) die op aswoensdag begint.
Hier en daar kom je deze merkwaardige namen nog wel tegen, maar na het tweede Vaticaans concilie (1962 - 1965) zijn ze eigenlijk niet meer in gebruik.

Betekenis van de kleuren

  • Wit (soms met goud) staat voor zuiver, rein, onschuld. Evt aangevuld met goud dat overwinning symboliseert en koninklijke heerlijkheid en puurheid.
  • Groen is de kleur van leven, natuur, hoop en vrede.

Overige
Behalve deze zondagen noemt het Dienstboek voor de PKN.

  • 31 dec: Oudejaarsdag (wit)
  • 1 jan: Naamgeving en besnijdenis van onze Heer Jezus Christus. Dus niet: nieuwjaarsdag.

Strikt genomen hoort de jaarwisseling niet bij het liturgisch jaar, maar bij het kerkelijk jaar.

terug