Joh 4 Joh 4

Waar en hoe is God te vinden? Een vraag die voortkomt uit verlangen. In de hoop dat honger naar God gestild, de dorst naar God gelest zal worden. Het verhaal van de Samaritaanse vrouw die naar de bron gaat om water te putten geeft ons het antwoord. Joh 4. Zie ook de bijbelstudie over dit gedeelte.

A      Waar en hoe is God te vinden?

die vraag bedoel ik vanmorgen

als een vraag die voortkomt

uit een diep verlangen:


Het verlangen om de kracht van zijn liefde weer in je te voelen

Om weer met zin en blijdschap door het leven te gaan

Om bevrijd te worden van de sleur, het alledaagse

vrij van de grote en kleine zorgen

vrij van moeite en verdriet

vrij van angst voor de dood

vrij van wanhoop en onverschilligheid

vrij van sociale druk uit de omgeving

vrij van schuldgevoel en schaamte.

 

Wat is er niet dat ons terneer drukt

Zoveel dat van ons binnenste een harde steen maakt

Wat kunnen we verlangen naar een flinke barst daarin

zodat het levende water weer gaat stromen.

 

Is dat niet wat we hopen

waarom we hier zijn gekomen

net als die vrouw naar de waterput

Dorstig naar God?

 

 

 

B      Waar is God?

Waar de bron van moed en kracht voor mijn ziel?

Waar moet ik zijn om Hem te vinden?

 

In Jeruzalem waar de tempel staat?

Bij de Gerizim waar de Samaritanen bidden?

In Mekka, de heilige stad van de Moslims

Of in de Sint Pieter van Rome

Of in de Ganges, de heilige rivier van de Hindoes?

 

Of moeten we in Amsterdam zijn, in de Arena,

de voetbaltempel om helemaal uit je dak te gaan?

Of in New York bij de glanzende beursgebouwen

de kathedralen van de 21-ste eeuw?

Of in Monaco, waar we ons vergapen aan de internationale jetset

de filmsterren, de goden van onze tijd

 

Of moeten we in de natuur zijn:

zo prachtig gemaakt...de vogels, de bloemen

de immense bergen, de kolkende rivieren

het heelal met zijn duizenden sterrren fonkelend in de nacht?

 

Allemaal plaatsen voor God.

Allemaal plaatsen waar mensen het grote geluk zoeken

de vervulling van hun leven.

 

Zoveel verschillende antwoorden

Geen wonder dat we er onzeker van worden.

Wat is nou het goede antwoord?
Waar is God? Waar is hij te vinden? Hoe komen we daar?

 

En niet alleen onzeker worden we ervan

We zijn ook niet tevreden met het antwoord

Want de Gerizim, en Jeruzalem, en Amsterdam en Monaco

Het gaat er zo al te menselijk aan toe

die aanslagen van Sunnieten en Sjiieten

sexueel misbruik door priesters

die eindeloos verdeelde kerken – Hoezo God?

 

En die sterrenhemel? die hoort of ziet niets

eindeloos groot leeg en onverschillig is het heelal:

we krijgen het er koud van.

 

Daarom blijven we zoeken en vragen naar God

De onrust in ons hart komt pas tot rust

als het God vindt en zijn liefde ervaart

en zich in hem veilig en geborgen weet, ondanks alles

 

Waar toch is God? Voor Paulus is het duidelijk:

Wij kunnen God niet vinden.

Ons verstand schiet te kort

Het is heel geschikt om de zintuiglijk waarneembare wereld te bestuderen

Maar daar is God niet een onderdeeltje van

Hij is van een heel andere orde, niet te vatten in maten en gewichten

 

En het zou wel eens zo kunnen zijn

dat ons verstand God niet eens wil vinden

Onbewust vrezen we zijn invloed op ons leven

Heimelijk zoekt je verstand wegen om hem te ontlopen.





C        Waar is God?

Waar moet ik toch zijn voor de dorst van mijn ziel?

Wij zoeken God en wijzen hem aan

in van alles en nog wat

Het levert een wereld van heilige plaatsen

van goden en religies op

Wij het is niet God die wij zo vereren

Wij aanbidden wat wij groot en belangrijk en fascinerend vinden

goden die het in wezen niet zijn (om met Paulus te spreken)

 

Toen heeft God zich laten zien: in een mens.

In Jezus stelde God zich present

 

Zie wat er met de Samaritaanse vrouw gebeurt.

Wat een weldaad als Jezus in haar leven komt.

 

Naar de waterput is zij gekomen

op een uur dat het rustig is

liever komt ze geen mensen tegen

want ze is een veelbesproken vrouw

ze ligt er uit bij de inwoners van het dorp

ze leeft nu al met haar 6-de man...

 

Als ze voor water komt, heeft ze dorst

Gewone dorst, maar ook dorst met een hoofdletter

Verlangen naar een einde aan de praatjes

Verlangen naar een nieuw begin

 

Bij de waterput treft ze Jezus aan: een Jood...

dat hij haar aanspreekt is al bijzonder

Joden en Samaritanen: dat boterde niet

Een man ook nog: wat zou die nu weer van haar willen?

Hij lijkt alles van haar te weten

En toch gaat hij haar niet uit de weg.

En het komt tot een gesprek

over haar geloof, haar leven, haar Dorst

Alle pijnpunten raakt hij aan

niet veroordelend, heel weldadig

Dan gaan haar de ogen open: het is de Messias.

De harde rots breekt

en het levende water gaat stromen

Haar Dorst is gelest.

En haar hart stroomt vol met vreugde en blijdschap.

 

Waar is God? Voor haar is geen vraag meer:

in Jezus laat hij zich vinden.

En wij die gezien hebben hoe Jezus

aan het kruis al ons heimelijke verzet,

onze verblinding, het geweld van onze ik-zucht

wilde ondergaan

Wij die het aan hem kwijtraakten

Wij zeggen het haar na:

Hij is het die ons aanvaardt

en met zijn liefde verwarmt

Hij is die het hier van binnen weer

warm en licht maakt en vrede wekt en vertouwen

In hem vinden wij rust

Hij lest de grote dorst.






D      Waar is God

eerste antwoord hebben we nu gevonden

God is in Jezus toen hij rondging op aarde.

 

Maar: dat was toen.

Jezus is niet meer onder ons.

Waar is God nu vandaag?
Hoe kan het met ons gebeuren

Hoe moet onze Dorst gelest worden?

 

Dat gebeurt als wij ons Jezus herinneren:

Wanneer zoals vandaag

wij stil staan bij dat verhaal van de Samaritaanse vrouw

haar dorst, aar ontmoeting met Jezus

de vreugde die in haar wakker wordt

Dan kan het gebeuren dat het ons treft:

Wat daar ooit bij de waterput gebeurde

dat opent ons de ogen

voor de liefde van God in Jezus

Een liefde die nog steeds naar ons uitgaat

Een liefde die ook bij ons

heel het verleden in een nieuw licht stelt

De pijn verzacht...zonde vergeeft

En toekomst opent.

 

Waar is God?

Ook voor ons is het antwoord:

Wij moeten bij Jezus zijn. Zijn leven gedenken:

de grote liefde die in alles doorklinkt

in zijn woorden over de zorgeloze vogelen des hemels

in zijn waarschuwingen over geld en hebzucht

in zijn oproep om te dienen, elkaar te vergeven

om te zien naar wie niet mee kunnen komen

Die grote liefde...die zijn hoogtepunt bereikt

als hij zichzelf geeft voor de zonde der wereld.

Want zo, langs die weg,

komt de liefde van God op ons toe.

 

Daarom hebben we het altijd wel op een of andere manier over Jezus

en vieren wij Kerst en Pasen en Pinksteren

Daarom dopen wij met water

Daarom delen wij brood en wij bij het avondmaal

Want zo wil God onze dorst, onze honger vervullen.

 

Daarom zegt de bijbel zo vaak:

Er is maar één Naam op de hele wereld die ons redden kan: Jezus

 

En Paulus spitst het nog meer toe:

ik wil niets meer weten, dan Jezus Christus en die gekruisigd.

Dat is de hoofdzaak.

Over bijzaken wil hij het niet eens meer hebben.

 

En als dat gebeurt onder een goede preek

in de catechisatie, in een geloofsgesprek

en de rots breekt en het water gaat stromen...

dan is dat opnieuw Jezus: beter gezegd: zijn Geest.

 

Waar is God? het tweede antwoord is:

in de Geest van Jezus is God op zoek naar ons en laat Hij zich vinden



E       Waar is God?

Er is nog een derde antwoord:

 

Na haar ontmoeting met Jezus

is God te vinden in die Samaritaanse vrouw:

Ze gaat naar haar dorp terug

En iedereen moet het horen:

Kom mee, zie de mens die gezegd heeft

alles wat ik heb gedaan

Zou het niet de Christus zijn?

 

Zij probeert haar dorpsgenoten bij Jezus te brengen

De mensen die hun oordeel over haar klaar hadden

De mensen die haar liever niet tegenkwamen

Aan hen vertelt zij van Jezus.

Ook zij hebben die steen in hun hart

Ook zij hebben die dorst

Ook bij hen moet het weer stromen

uitbundig als sprankelende fonteinen.

Wat zal het leven in dat dorpje ervan opknappen

als iedereen eens ophield met elkaar in de gaten te houden

te beoordelen, te veroordelen.

 

Zo is het nog steeds:
De Geest van Jezus doet zijn werk

en zoekt ieder mens te bereiken

En waar wij hem toelaten

zijn we op hetzelfde moment zelf ook

een vindplaats van God.

Door mensen genezen van hun ikzucht

Door mensen met het hart op de goede plek

stroomt de liefde van God de wereld in.

 

Ook door ons toch?

tijd en aandacht voor elkaar

de vrede bewaren

de saamhorigheid vergroten

de eenzaamheid tegengaan:

Dat voelen wij toch aan als de bestemming van ons leven.

Zo zijn wij gemaakt.

Daarin vinden wij ons geluk.

Zo is ook de kerk bedoeld:

als een gemeenschap van mensen

waar de herinnering aan Jezus levend gehouden wordt

waar de Geest de harten verwarmt

 

De Geest van Jezus zoekt mensen die handen en voeten

voor Gods liefde willen zijn

De Geest van Jezus zoekt een gemeenschap

die samen zijn lichaam willen zijn

Want een Geest zonder lichaam

dat is zo goed als niets.

Die kan waaien wat hij wil maar krijgt niets voor elkaar.

Dan word het brood niet gedeeld

en zieken niet bezocht

de treurenden niet getroost

De Dorst niet gelest.

Zonder mensen raakt God weg uit de wereld

Dan zijn we terug bij af, bij die vraag van het begin: waar is God?





F        Waar is God?

Wat een verlangen klinkt er in die vraag

een verlangen naar leven dat goed en mooi is

een verlangen naar kracht als het leven zeer doet en tegenvalt

een verlangen naar richting om de weg te vinden

een verlangen naar vergeving, een nieuw begin

een verlangen naar de moed om te leven en te sterven

 

Waar is God?

Het antwoord is: in Jezus, in zijn Geest

in mensen met het hart op de goede plek

 

Door Jezus, door zijn Geest, door mensen

komen wij in aanraking met de liefde van God.

Daar moeten wij zijn voor ons verlangen

Daar moeten wij het zoeken.

 

Wat er dan eigenlijk gebeurt als wij vinden:

is dat er hier van binnen iets verandert:

het eelt op de ziel verzacht

de bitterheid verdwijnt

zorgen om dingen die er niet toe doen houden op

ons hart ingekeerd in zichzelf opent zich

voor God en de ander.

En er ontstaan relaties. Nieuwe verhoudingen:

 

Onze relatie met de ander was misschien

koeltjes en zakelijk

maar dat verandert:

Voortaan is de ander mijn naaste

ik zijn broeder, haar zuster

 

Een nieuwe relatie ook met onze God

Hij was misschien voor ons

een vage God verweg, een idee

of juist een strenge God van regels en voorschriften

of een grillige God waar je niet van op aan kunt

 

Voortaan is God onze Vader in de hemelen

en wij zijn kinderen op aarde.

Voortaan stemmen wij af op Jezus,

gedenken zijn kruis en opstanding

zingen van een liefde die het nooit voor gezien houdt.

 

En alle vragen

die je bij God en zijn leiding kunt hebben

bij alle waaroms bij het leed om je heen

alle terecht vragen

verliezen iets van hun gewicht en beklemming

 

Wij geven ons over aan zijn liefde

Geven verbittering, onverschilligheid en ikzucht geen ruimte meer

Willen die steen nooit meer terug op de bodem van onze ziel.

 

Zo zal het blijven stromen

een leven lang en tot in eeuwigheid

 

Wij danken God, de Eeuwige, de Verborgene

die door Jezus en zijn Geest tot onze Vader is geworden. AMEN

terug