Fundamentalisme Fundamentalisme

Inleiding
Een belangrijk kenmerk van Fundamentalisme is het teruggrijpen op ideeën die in het verleden gangbaar waren. Inhoudelijk kan het gaan over kunst, politiek, religie. We beperken ons hier tot het Fundamentalisme in protestants-christelijke kring zoals dat begin twintigste eeuw opkwam in de VS. Fundamentalisten zijn er natuurlijk ook in de RKK - daar heten ze meestal traditionalisten - en in andere religies.

Oorsprong
De oorsprongen van het Prot. Chr. Fundamentalisme liggen in de VS. De kolonisten overal vandaan, met hun idealen en uiteenlopende opvattingen over het geloof, moesten het eens zien te worden over de verhouding bijbel en belijdenis, de resultaten van de wetenschap, slavernij en andere kwesties. Geregeld waren er controverses over de aard van het geloof zelf: was het een weten en vertrouwen, of moest het ook doorleefd zijn in een bekerings-ervaring?
In de 19-e eeuw dringen de resultaten van het (Duitse) Historisch-Kritisch Bijbelonderzoek (HKB) ook in de VS door. Eerst stuit het vooral op weerstand. Duitse theologie gold destijds in Amerika als speculatief en radicaal. De Duitse politiek die op de eerste Wereldoorlog zou uitlopen is ook al geen reclame voor de Duitse theologie.
Een heuse kwestie ontstaat 1891 als CA Briggs (1841 - 1913), professor bijbelse theologie in New York, voluit zijn instemming met de HKB betuigt. Dat levert meer dan een flinke rel op. Hij kan geen hoogleraar blijven en wordt 1893 zelfs uit de Presbyteriaanse kerk gezet. In 1899 wordt hij lid van de Episcopal Church (voortgekomen uit de Anglicaanse kerk). Hij is vooral bekend van het bekende Hebreeuws-Engelse woordenboek dat hij 1906 samen met Brown en Driver uitgaf. (BDB)
In diezelfde tijd lukt het H. van Dyke (1852 – 1933, schrijver van het bekende kerstverhaal ‘De vierde wijze), medestander van Briggs, om de Westminster Confession of Faith op verschillende punten door de ‘General Assembly’ te laten herzien (1902, 1904). Dit leidde tot een grote instroom van voorgangers met verwante moderne ideeën. Daar zijn ook drie kandidaat voorgangers bij, die zo hun aarzelingen bij het leerstuk van de maagdelijke geboorte hebben. Zo komt de vraag op, wat eigenlijk essentiëel is voor het christelijk geloof.

Fundamentals
Dezelfde Assembly geeft in 1910 antwoord en noemt 5 leerstukken noodzakelijke en wezenlijk:

  1. De inspiratie en foutloosheid van de bijbel door de Heilige Geest
  2. De maagdelijke geboorte van Christus
  3. Het geloof dat Christus’ dood een verzoening voor zonde is.
  4. De lichamelijke opstanding van Christus
  5. De historische realiteit van Christus’ wonderen.

Deze vijf punten - the Fundamentals genoemd - worden in de daaropvolgende jaren uitgewerkt en verschijnen als ‘The Fundamentals: A Testimony To The Truth‘. Het gaat om 90 essays over het geloof, gebundeld in twaalf, later vier banden (+/- 1.240 blzn). De essays zijn afkomstig van vele tientallen auteurs. Het idee voor deze pamfletten kwam van de oliemagnaat en filantroop L. Stewart (1840 - 1923). Hij liet op eigen kosten meer dan 250.000 complete sets drukken en versturen naar voorgangers, zendelingen, hoogleraren theologie enz. Inhoudelijk The Fundamentals zich vooral te verzetten tegen de HKB, socialisme, evolutionisme en allerlei kerkelijke genootschappen (Jehova’s, Mormonen enz) in Amerika. In een tijd van grote veranderingen hebben de schrijvers van de Fundamentals geprobeerd hun lezers de weg te wijzen. De toon is niet vervelend of polemisch, eerder zelfbewust. Met enige trots en zelfverzekerd wordt het waardevolle van het traditionele christelijk geloof gepresenteerd.

In 1920 stelt CL Laws, redakteur van een Baptistische krant, voor om christenen die strijden voor deze geloofspunten, Fundamentalist te noemen. Vooral christenen met bijzondere ideeën over de geschiedenis - dispensationalisten - en over de eindtijd - premillenialisten - gingen zichzelf zo noemen.

Het vervolg
De geschiedenis van het christelijk Fundamentalisme is moeilijk te beschrijven omdat het niet een duidelijke organisatie is met leden, directie, kantoor, magazine, activiteiten enz is. Fundamentalisten zijn in de eerste plaats individuele christenen die elkaar gevonden hebben omdat ze verontrust zijn om de veranderingen in hun kerk en samenleving. In Nederland zijn ze vooral binnen de kerken actief. In de VS ook daar buiten in de politiek.

VS

Van meet af aan heeft men geprobeerd de evolutieleer (Scopes Trial, 1925) uit het lesprogramma van het onderwijs te houden. Een ander actiepunt is om abortusklinieken te doen sluiten. De invloed van Moral Majority en Christian Right op vooral Republikeinse politici is groot. Maar er zijn ook fundamentalisten zo teleurgesteld in onderwijs en politiek dat zij zich min of meer uit de samenleving terugtrekken.

Nederland

Binnen de kerken zijn er altijd groeperingen geweest die bezorgd waren over wat er in de kerk gebeurde. Dat kon gaan over de bijbelvertaling, het liedboek, doop, avondmaal, de oecumene, de kerkorde enz. Vaak leidde dat tot afsplitsingen en zo zijn er enkele conservatieve kerken ontstaan.
Binnen de Gereformeerde Kerken was er het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) en binnen de Nederlands Hervormde Kerk de Confessionele Vereniging (CV). Beide probeerden binnen hun kerk de traditionele geloofsopvattingen onder de aandacht te houden en het moderne gedachtegoed (bv den Heyer, Kuitert) tegen te gaan. In 2005 gingen GKN en NHK samen (met de Lutherse kerk) op in de Protestantse Kerk Nederland (PKN). In 2021 fuseerden CGB en CV.

Evangelische groeperingen zou je vanwege hun opvattingen ook tot de Fundamentalistische stroming kunnen rekenen. Maar in evangelische kringen zoekt men veel meer de samenwerking met organisaties die minder uitgesproken fundamentalistisch zijn. Dat is het verwijt dat zij vanuit de ‘echte’ fundamentalisten wel eens krijgen. Vanuit behoudende kerken is er kritiek op de individuele geloofsbeleving, de leer van de kerk en de soms heel letterlijke bijbelopvatting. Binnen de PKN is er het Evangelisch Werkverband.
Fundamentalisten beschouwen zichzelf natuurlijk niet als ouderwets. Ze willen kerk (NL) en samenleving (VS) vernieuwen door hun versie van het geloof naar voren te brengen.

Beoordeling
Het christelijk Fundamentalisme is moeilijk te beoordelen. Dat komt omdat het geen naam is die christenen of organisaties voor zichzelf gebruiken. Het is een label (en soms een scheldnaam: refo-fundi’s) afkomstig van mensen die het niet met hen eens zijn. Er klinkt afkeuring in door. Het roept associaties op met ouderwets, bekrompen, bang voor moderne ontwikkelingen, isolement. De kritiek van buitenstaanders kan inhoudelijk gericht zijn op de vijf fundamentele punten hierboven, maar ook over Fundamentalisme als zodanig. Ik zou het volgende willen opmerken:

Algemeen

  • Christelijk geloof is in de kern iets van hart en geweten, pas in de reflectie iets van het verstand om te weten. Het gaat minder om het voor waar houden van stellingen en veel meer om een gewetensvol geloven en beleven wat het evangelie belooft en proberen te doen waartoe het uitnodigt. Iedere gelovige – van fundamentalist tot liberaal vrijzinnig - zou moeten weten: zelfs het beste geloofsstelsel is maar een zelfgemaakt luchtkasteel in vergelijking met de levende God.
  • Het fundamentalistische geloofsstelsel is er ook om de belangen van zijn aanhangers te legitimeren. Dat is niet per se verkeerd, het zou raar zijn als het anders was. Sinds Marx en Freud weten we dat alle geloofsstelsels ook in verband staan met de belangen van de gelovigen.
  • Theologisch gezien zou Fundamentalisme een vlucht kunnen zijn voor de aanspraak van God, een poging om het antwoord (van geloven + doen) te ontloppen. Maar opnieuw: die verleiding kleeft aan elk geloofsstelsel.
  • Het is belangrijk om het christelijk geloof in een paar woorden (Jezus is Heer) of 12 artikelen of desnoods 1.240 blzn te omschrijven. Het geloof zelf dringt daar toe op aan (God dienen met je verstand), het geloof kan er rijker en sterker van worden. Reflectie op geloof is ook nodig om het met andere gelovigen (kerkdienst) en buitenstaanders (zending) te kunnen delen. Maar dat moet niet gebeuren met het idee dat het vanaf dan vast ligt. Dat is onmogelijk en ook ongewenst. Dat blijkt wel uit de Fundamentals zelf:
Specifiek
  • Die zijn onvolledig: we lezen niets over voor ons actuele thema’s als schepping en milieu ontbreken.
  • Er is sprake van een blinde vlek: we lezen niets over thema’s die toen actueel waren: slavernij en discriminatie (muv slaaf van de zonde zijn)
  • Voor de vijf punten die ze wel hebben, gebruiken ze uiteraard taal, voorstellingen en redeneertrant van rond 1900. Maar die veranderen door de jaren heen. Dat maakt 'updates' in moderne taal nodig.
  • Omdat de leer is vastgelegd, kunnen nieuwe, waardevolle dingen niet goed meegenomen worden.

Het Fundamentalisme is ontstaan uit reactie op moderne ontwikkelingen in kerk en cultuur. Die werden als bedreigend ervaren. Zo is het gebleven. Het Fundamentalisme heeft niet een eigen agenda en inhoud, het is een beweging die leeft van zijn vermeende tegenstander. De eigenlijke motor is de angst voor het nieuwe en het onvermogen nieuwe ontwikkelingen zinvol te integreren in het geloof.

Tenslotte
Er is ook sprake van Joods, Islamitische, Hindoeïstisch Fundamentalisme enz. en zelfs van Verlichtingsfundamentalisme. Opnieuw dit zijn labels van anderen die daarmee vooral een waardeoordeel uitspreken. Dat maakt het woord Fundamentalisme tot een containerbegrip dat meer zegt van degenen die het gebruiken om hun afkeuring over bepaalde groepen te laten blijken, dan over die groepen zelf.

terug