Wij hopen Wij hopen
Als u dit leest is het nieuwe seizoen al weer enkele weken op gang. Het thema dat de PKN voor dit jaar hanteert is “wij hopen”. Dat is de tweede uit het rijtje van geloof, hoop en liefde dat we van I Kor 13 kennen.
Hopen is met verlangen uitzien naar iets dat je graag wilt. Iemand die op de uitslag van zijn examen wacht hoopt dat hij het gehaald heeft. En als hij zich niet goed heeft voorbereid, zal hij ondertussen vrezen dat hij gezakt is. In die zin is vrees het tegenovergestelde van hoop.
Waarop hopen we als christenen?
Zoals alle mensen hopen christenen op beterschap als ze ziek zijn, op werk als ze zonder baan zitten en dat het weer goed komt als er ruzie was. Dat is allemaal heel natuurlijk en het is goed om daar op te hopen en je ervoor in te zetten. Tegelijk: op deze dingen hopen alle mensen. Je hoeft er geen gelovige voor te zijn.
De bijbel leert op andere dingen te hopen: God zal voltooien het werk dat Hij op de Paasmorgen is begonnen: de komst van Christus, de herschepping van hemel en aarde, alle tranen gewist, de dood voorgoed overwonnen, leeuwen die stro eten, zwaarden die tot ploegscharen omgesmeed worden, bomen die 12 keer per jaar vrucht geven, zachtmoedigen die de aarde beërven, een verheerlijkt lichaam en het eeuwige leven.
In zulke en nog veel meer beelden geeft de bijbel ons een geweldig perspectief. Het nieuwe leven door Christus gewekt komt er hier en nu nog maar zo moeizaam uit. Liefde, vrede, vertrouwen, vreugde krijgen nauwelijks een kans. Door omstandigheden. Of omdat je jezelf in de weg zit. Of door anderen. Maar eens zal het volop aan het licht komen. Ongehinderd door karakterfouten. Zonder angst voor wat anderen zullen zeggen en doen. De vijanden van het geloof zijn verdwenen. Daarom is het goed je best voor het geloof te doen: je bent met iets bezig dat toekomst heeft. Je vergist je niet als je probeert het nieuwe leven, door de Geest van Christus gewekt, ruimte te geven. Het is het meest zinvolle dat je kunt doen. De moeilijkheden van dit leven vallen in het niet bij de heerlijkheid die op ons wacht schrijft Paulus ergens.
Dan zien we nog een verschil tussen alledaagse en christelijk hoop. Voor gewone hoop heb je zo je redenen: ik kom er wel weer bovenop, want ik ben nog jong, en heb altijd gezond geleefd. Ook je karakter speelt een rol: iemand die optimistisch is, schat zijn kansen hoger in dan iemand die pessimistisch van aard is.
De christelijke hoop gaat helemaal voorbij aan hoe wij onze kansen inschatten. Ons zonnige of sombere karakter doet er ook al niet toe. Een christen weet (gelooft) van het kruis van Jezus. Hoe God daar deelde in het lijden en sterven van mensen. Hoe God in Jezus al die vijandschap tegen hem heeft willen verdragen om het weg te dragen. Dat alles komt aan het licht op de Paasmorgen. Toen en daar heeft God de beslissende klap uitgedeeld aan de macht van zonde, schuld en dood. De overwinning zal vroeg of laat volgen. Net zoals op Decision-day (6 juni 1944) onafwendbaar Victory-day (5 mei 1945) volgde. Gelovigen hebben verder geen redenen meer nodig.
Daarom is het symbool van de hoop is het anker: Onze toevlucht is het vast te houden aan de hoop op wat voor ons in het verschiet ligt. 19 Die hoop is als een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel… (Hebr 6, 18v). Een anker houdt een schip op zijn plaats als het stormt en waait. Tenminste: als het anker niet zomaar op de zandbodem van de zee ligt. Dan neemt de stroom het schip mee. Het anker woelt dan alleen maar zand om. Maar als het achter een stevig rotsblok blijft haken, dan kan het stormen wat het wil, het schip blijft op zijn plaats. Zo is het ook met ons. Wij gaan voor anker bij de rots van Golgotha en van het lege graf (Gez 440). Onze hoop staat of valt niet met succes en vooruitgang. Wij zeggen niet: onze zieke kerk, onze geplunderde aarde, onze verscheurde mensheid komt er vast wel weer boven op, als we maar heel erg ons best doen. Dat is het beste recept voor wanhoop, cynisme en onverschilligheid. Wij hopen heel eenvoudig dat God het werk – dat Hij begonnen is op de Paasmorgen – zal voltooien. Daarom blijven we gewoon voor de vrede leven. En met vreugde doen wat we kunnen voor elkaar, voor onze gemeente, voor de wereld waarin wij leven. Trouw en volhardend. Zo houden wij de lofzang gaande. Tot het eindelijk zover is.

Kerkbode 2019


 
terug