Vervreemding Vervreemding

In de bijbel lezen we dat de mensen (Adam = mens, mensheid) gemaakt zijn naar Gods beeld en gelijkenis (Gen 1: 26). Dat is een manier om te zeggen dat we Gods kinderen (vgl Gen 5: 1-3) zijn, zonder het woord kind te gebruiken. Dat doet men liever niet omdat men niet de indruk wil wekken, dat mensen door God verwekt, gegenereerd zijn zoals de volken buiten Israel aannemen. Als er iets is waar Israels God zich van onderscheidt is het wel op dit punt. De bijbelschrijvers houden sexualiteit beperkt tot iets van en voor mensen.

Als Gods beeld en gelijkenis zijn we bedoeld om Hem te vertrouwen en te dienen. Om te leven in het licht van zijn liefde. Om vervolgens Gods liefde te weerspiegelen in liefde en zorg voor elkaar en en in het bewerken en bewaren van de schepping. Dan zijn we mensen van geloof, hoop en liefde. We zijn dan ook in die zin beeld van God dat  zodoende het licht niet op onszelf valt, maar God zichtbaar wordt in onze wereld. Jezus herinnert daaraan in het begin van de Bergrede (Mat 5: 16).

Maar precies op dat punt is het met Adam, met alle mensen, misgegaan. Wij ervaren Gods liefde en nabijheid niet meer. We missen de bodem onder ons bestaan. We voelen zinloosheid, schuld, en angst voor de dood.
Die nare gevoelens proberen we te bezweren met geld en bezit, met wetenschap en techniek, met wapens en geweld. Daar zoeken we ons houvast en ons leven bij. Het zijn de goden van onze tijd.

  • Ipv mensen van vertrouwen te zijn, leven we zonder moed (geloof): bezorgd om te leven, angstig om te sterven

  • Ipv mensen van hoop te zijn, leven we zonder verwachting van de ene dag in de andere.

  • Ipv mensen van liefde te zijn, worden we egocentrisch: heel druk met ik, mij en mezelf.


Natuurlijk is dat niet het hele verhaal. Er is gelukkig ook liefde, geduld, zorg en aandacht voor elkaar. Maar die donkere kant is er wel degelijk. Daarom is er zo weinig van God te zien in onze wereld. We maken hem zelf onzichtbaar.
 

terug