Vertalen en/of Interpreteren Vertalen en/of Interpreteren

Inleiding
Het verschil tussen vertalen en interpreteren is niet altijd scherp te maken. Want wie vertaalt moet voortdurend keuzes maken, dus interpreteren oftewel bedenken wat de goede betekenis is:

  1. Welke Nederlandse woorden zijn wel of niet geschikt om het Hebreeuws of Grieks weer te geven? Wat is bv het beste synoniem voor Abba: vader of papa?
  2. Houd ik de woordvolgorde aan van de oorspronkelijke talen, of kies ik voor de volgorde die we in het Nederlands het meest voor de hand liggend vinden?
  3. Vertaal ik een Hebreeuws woord voortdurend met hetzelfde Nederlandse woord (concordant) of ga ik daar vrijer mee om?
    De 'Naardense Bijbel' is een voorbeeld van het tweede en derde uitgangspunt, in mindere mate ook de StatenVertaling (SV) en de Herziene StavenVertaling (HSV)
Bij elke vertaling gaan nuances van de brontaal verloren en klinken er onvermijdelijk geluiden van de doeltaal in door, die niet eigen zijn aan de brontaal. Om die reden zegt men wel dat vertalen ook iets van verraden heeft. Maar een duidelijk verschil tussen vertalen en interpreteren is er ook. Bv als je een raadselachtige passage hebt:
  • maak je daar in de vertaling opnieuw een raadselachtige tekst van? Dan is het een vertaling, waar vervolgens meerdere interpretaties van mogelijk zijn.
  • of maak je daar een heldere vertaling van die voor geen misverstand vatbaar is? Dan is het meer een interpretatie dan een vertaling.
Gen 3: 15
Een goed voorbeeld is Gen 3: 15. Heel letterlijk vertaald staat er: 'En vijandschap zal Ik (God) zetten tussen jou en tussen de vrouw, tussen jouw zaad en tussen haar zaad. Dat zal vermorzelen jou de kop, en jij zal vermorzelen het de hiel.'
Dit is al niet een mooie vertaling vanwege vier keer 'tussen'. In het Nederlands kan dat zonder betekenisverlies met twee keer 'tussen'  weergegeven worden. Zo doen dat bv HSV en de Nieuwe BijbelVertaling (NBV21). De Statenvertaling van 1637 heeft wel vier keer tussen. Voor goed Nederlands is het ook wenselijk om de woordvolgorde aan te passen. Dat doen de meeste vertalingen.

De betekenis van dit vers is duidelijk. Het gaat om de vloek die God uitspreekt over slang, man en vrouw na de zondeval. De slang zal een uitgestotene worden in het dierenrijk, hij zal zijn leven lang stof happen en er zal voortdurend vijandschap zijn tussen slangen en mensen. Slangen zullen mensen in de hiel bijten, mensen zullen slangen op de kop trappen. Niets wijst op een overwinning van de één op de ander.

Deze uitleg past helemaal bij wat volgt: de straffen voor de mens. Adam zal het werk op het land zwaar vallen, voor Eva zullen bevallingen zwaar zijn. Ook hier niets dat erop wijst dat dit ooit nog voorbijgaat.
Kortom, het gaat in deze verzen om een vervloeking met blijvende, nadelige gevolgen. Toch hebben sommige vertalers in de vijandschap tussen slangen en mensen nog iets meer beluisterd.

NBV21
De NBV21 heeft: Vijandschap sticht Ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare; dat verbrijzelt jou de kop, jij bijt het in de hiel.’
Dat is een inhoudelijk een correcte vertaling die in goed leesbaar Nederlands is overgezet. Het laat de lezer vrij om te interpreteren of het hier
  • om enkel een vloek gaat, of ook om een belofte,
  • om mensen (meervoud) of een redder (enkelvoud),
  • om een blijvende vijandschap, of een tijdelijke.
Bijbel in Gewone Taal (BGT)
Deze wil ook correct vertalen, maar binnen bepaalde voorwaarden. Eén van die voorwaarden is dat het alleen bekende, gemakkelijke woorden wil gebruiken.1
  • vijanden is bv een gemakkelijker woord dan het abstracte vijandschap. Vijandschap komt dus in de BGT niet voor.
  • zo is ook nakomelingen een bekender woord dan nageslacht.
Dat levert deze vertaling op: Jij en de vrouw zullen vijanden van elkaar zijn, en jullie nakomelingen ook. Mensen zullen jou op je kop trappen en jij zult in hun voet bijten.’
Dat het 'Ik' (God) is, die deze vijandschap instelt, laat de BGT weg omwille van de leesbaarheid. Eén vers daarvoor (14) is immers al gezegd dat het God is die spreekt. De weglating heeft dan ook geen invloed op de betekenis van het vers. Omwille van de duidelijkheid begint de tweede zin niet met 'Dat' (nageslacht) maar Mensen'
In deze vertaling dus wel vertalende interpretaties, maar net als bij de NBV21 ben je vrij om te interpreteren of het om een vloek en/of belofte gaat, die tijdelijk of voorbijgaand is. Tav het zaad (enkelvoud of meervoud) heeft de BGT wel een beslissing genomen: mensen (meervoud).


HSV
De HSV vertaalt zo: 'En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.'
Opvallend zijn hier de hoofdletters. De oorspronkelijk Hebreeuwse tekst heeft die nergens. De HSV plaatst die toch: Ik, Nageslacht, Dat, Het
  • Ik kreeg een hoofdletter omdat het op God betrekking heeft. Dat gebeurt in bijna alle Bijbelvertalingen. Een uitzondering vormde de NBV van 2004. Dat riep zoveel protest op dat in de NBV21 de persoonlijke voornaamwoorden die op God betrekking hebben, weer met een hoofdletter geschreven worden. Omdat het Ik in dit vers alleen maar op God kan slaan, is dit geen probleem.
  • Nageslacht, Dat en Het kregen hoofdletters omdat de HSV meent dat deze woorden duiden op Christus. Dat is behalve vertalen, vooral ook dwingend interpreteren omdat de HSV zo geen ruimte laat voor alternatieve interpretaties, terwijl de grondtekst dat wel doet.
    • De HSV vat het zaad of nageslacht op alsof het om één persoon gaat. Maar zaad of nageslacht is niet per sé een enkelvoud. Integendeel, de meervouds-betekenis ligt veel meer voor de hand: het nageslacht van Adam en Eva, de mensheid.
    • De HSV neemt anders dan de grondtekst aan dat de vijandschap niet blijvend is, maar voorbijgaat. Christus zal de slang uitschakelen (ipv de kop vermorzelen) en de slang zal geen kwaad meer kunnen doen (in de hiel bijten)
    • De HSV vat de tekst dus niet op als een vloek of straf, maar als een geheimzinnige voorspelling of belofte over de komst van Christus die met de duivel (slang) zal afrekenen (de kop vermorzelen).
Bij een goede vertaling houd je rekening met de onmiddellijke context (zin en verzen), het hoofdstuk, het gehele bijbelboek. De onderdelen ontvangen hun betekenis uit het verband of grotere geheel. En omgekeerd krijgt het geheel z'n betekenis van de samenstellende onderdelen. HSV (en HTB) rekken de context echter veel te wijd op: tot buiten het bijbelboek, tot voorbij het OT, tot het geheel van de bijbel. Terwijl Gen 3: 15 daar geen aanleiding voor geeft. En als dat vers nu werd geciteerd in het NT, dan zou er wat voor te zeggen zijn. Maar dat is ook al niet het geval. Op z'n best zijn er enkele toespelingen te vinden in Luc 10: 19 en Opb 12: 9
Daarbij moet het toch te denken geven, dat in de Joodse traditie, die allerlei teksten als messiaanse teksten opvat, dat met deze niet doet.


Het Boek (HTB, 1988,herziening 2005)
Het Boek heeft: De vrouw en jij, en al jullie nakomelingen, zullen vijanden zijn. Eén van haar nakomelingen zal jouw kop verbrijzelen en jij zult zijn hiel verbrijzelen.’
Net als de BGT is de eerste zin een wat vrijere vertaling, waarbij is weggelaten dat God de vijandschap instelt.
De tweede zin begint met ‘Eén van haar…’ Dat is echter geen vertaling meer, er staat zelfs niets van die aard in het origineel!
HTB vult de tekst aan met deze woorden omdat de
de vertalers geloven dat dit vers de komst van Christus aankondigt. Vandaar de grote overeenkomsten met de HSV: de straf is voorbijgaande, de vloek is een belofte, het zaad is een enkelvoud.

Toegestaan
Het is echter geen foute interpretatie, integendeel er is best iets voor te zeggen. De eeuwen door heeft de kerk deze woorden zo opgevat. De tekst staat in de christelijke wereld bekend als de ‘moederbelofte’ of het ‘vòòr-evangelie’. Nog niet zo lang geleden moest je op de christelijke lagere school deze en andere teksten uit je hoofd leren. Deze interpretatie heeft zeker recht van bestaan, al zijn er ook andere denkbaar. Maar een correcte vertaling is het niet.
Het bezwaar is dat Het Boek en in iets mindere mate de HSV hun lezers deze traditionele kerkelijke visie opdringen. Ze laten hem of haar geen ruimte voor een eigen interpretatie, terwijl de oorspronkelijke tekst dat wel doet.
Het geloof of de visie van de vertalers kan beter in een toelichting of preek naar voren gebracht worden, dan in de vertaling gesmokkeld worden. Want eenmaal in de Bijbelvertaling dwingt het de lezer te bedenken wat 'Eén van haar nakomelingen' betekent.

Om die reden is HTB een parafrase, een vrije navertelling, en niet echt een vertaling. Daarom ligt HTB niet op de kansel in de kerk.

Protestantse visie
De bijbeltekst staat vast2 en moet blijven zoals die is. Over de uitleg kunnen we van mening verschillen, maar de bron van het geloof vervuilen met inlegkunde, dat kan niet. Dan gaan we een grens over. De mens mag de Bijbel niet naar zijn hand zetten.
Het uitleggen is overigens moeilijk genoeg want er zijn altijd meerdere interpretaties mogelijk. Maar dat is ook het leuke ervan. We kunnen het er met elkaar over hebben en van elkaar leren. Of lees bv eens wat Ellen van Wolde
3 schrijft over Gen 1 – 11 door de brontekst heel zorgvuldig te lezen, vertalen en interpreteren. Het is verrassend actueel wat ze zo naar boven haalt over de rol van mannen en vrouwen, het belang van de schepping en onze verantwoordelijkheid voor de natuur.

1 Over de vertaalprincipes van de BGT deze blog en achtergronden
2 Niet helemaal: er bestaan allerlei verschillen in de oudste handschriften van het NT. Voor het OT hanteert men wel een normatieve standaardtekst. De bijbel staat trouwens niet helemaal vast wat betreft omvang: de RKK heeft meer bijbelboeken, nl ook de apokriefen van het OT (zoals Tobit, Judith, Makkabeeën).
3 Ellen van Wolde, Verhalen over het begin. Genesis 1-11 en andere scheppingsverhalen. Baarn 1995.

terug