Veertigdagentijd
Veertigdagentijd
Inleiding Pasen, het feest van de Opstanding, wordt voorafgegaan door een voorbereidingstijd van zeven weken bedoeld voor vasten, bezinning, inkeer en boete.1 Een ernstige tijd, de liturgische kleur is dan ook paars. Alleen halverwege - op de vierde zondag - is het paars vermengd met wit tot roze, en verwijst zo al vooruit naar het licht van de Opstanding. Voorafgaande aan de veertigdagentijd is er in de Katholieke wereld het carnaval, van zondag tot en met dinsdag, uitlopend op de vastenavond of vastelaovend. Daarna begint met aswoensdag (in 2024 14 febr) de voorbereidingstijd op Pasen, die loopt tot en met stille zaterdag (in 2024 30 mrt): een periode van 46 dagen. Op de zes zondagen hoeft echter niet gevast te worden, want dat zijn feestdagen. Zo blijven er 40 dagen over. Vandaar de namen veertigdagentijd, vastentijd en ook wel lijdenstijd2. Waarom veertig? De veertig dagen herinneren aan de tijd dat Jezus in de woestijn vastte en op de proef werd gesteld door de duivel. Het getal Veertig in combinatie met een tijd (dag jaar) symboliseert in de bijbel een buiten-gewone periode. Niet per se op de dag af 40 dagen of weken, maar wel anders dan anders. De zeven weken en veertig dagen spelen ook een rol in de tijd ná Pasen: hemelvaart valt op de veertigste dag, Pinksteren zeven weken na Pasen. Aswoensdag De periode begint op aswoensdag. In de protestantse kerk gaat die onopvallend voorbij, maar in de Roomse Kerk gaan de gelovigen naar de kerk waar de priester een kruisje van as op hun voorhoofd tekent. Je loopt dus even met een beetje ‘roet’ op je voorhoofd rond. De as is afkomstig van de takken van Palmpasen van het vorige jaar, die op aswoensdag worden verbrand.
De laatste week van de veertigdagentijd heet de stille week. Die loopt uit op de drie heilige dagen (Paastriduüm of Triduüm Sacrum). Op de synode van Dordrecht (1618-19) werd de orde voor de reformatorische (calvinistische) kerk bepaald. Daarin werd ook vastgesteld welke dagen als feestdagen zouden gelden. Een witte donderdag, goede vrijdag en stille zaterdag hoorden daar opmerkelijk genoeg niet bij. Die zijn dus eeuwenlang niet gevierd door onze voorouders. Begin 19-de eeuw kwam hier en daar aarzelend het gebruik op gang om op goede vrijdag samen te komen. En pas sinds 1853 is het gebruikelijk om in de Nederlands Hervormde Kerk op goede vrijdag samen te komen om het lijden en sterven van Jezus te gedenken. Opmerkelijk genoeg ging men er in de hervormde traditie toe over om dan ook het avondmaal te vieren3. In de kerken van Afscheiding (1834) en Doleantie (1886) bleef men lange tijd bij de kerkordelijke regels van Dordt waarin goede Vrijdag niet als feestdag geldt en de gemeente dus niet samen komt. Afscheiding en Doleantie gaan samen op in de Gereformeerde Kerken Nederland (1892). Pas begin 20-eeuw wordt het in de gereformeerde traditie langzaamaan gebruikelijk om op goede vrijdag een kerkdienst te hebben, zij het zonder avondmaal. Onder invloed van de na-oorlogse liturgische traditie, die teruggrijpt op klassieke gebruiken van vòòr de reformatie, zijn er nu vaak drie diensten in de stille week van een PKN-Gemeente (voortgekomen uit het samengaan van NHK, GKN en ELK)
Met de Opstanding van Christus is de veertigdagentijd voorbij. > Pasen ------ 1 We geven hier de hoofdlijn aan, er zijn tal van grote en kleine verschillen tussen de Roomse, Oosters Orthodoxe en Reformatorische tradities. 2 Zo vooral in protestantse kringen die dan bij voorkeur over het a.s. lijden van Christus preken, of van week tot week over één van de kruiswoorden. 3 Dat kwam vooral in vrijzinnige kringen voor, die de dood van Christus op goede Vrijdag wilden gedenken. Het avondmaal is echter meer dan dat, nl. ook een vieren van zijn Opstanding en een verwachten van zijn Komst. Die aspecten zijn op goede Vrijdag niet zo op hun plaats. In de wereldkerk wordt op goede Vrijdag dan ook geen avondmaal gevierd. Meer achtergronden: hier en hier. | ||
terug | ||