Over de gebeurtenissen bij Damascus vertelt Lucas in Hnd 9, 22 en 26. De drie versies verschillen enigszins van elkaar. In Hnd 22 en 26 blikt Saulus terug op het gebeurde en vertelt hij er zelf over, in de eerste persoon. Het gaat beide keren om een lange redevoering om zichzelf tegen valse beschuldigingen te verweren. In Hnd 9 vertelt Lucas over Saulus, dus in de derde persoon.
Lucas is een goede verteller. Het zou dan ook vreemd zijn, als de drie versies met elkaar in tegenspraak zouden zijn. Toch lijkt dat wel het geval te zijn als we letten op het licht, het geluid, het vallen.
Hnd 9 |
Hnd 22 |
Hnd 26 |
3 En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel, |
6 ...dat plotseling vanuit de hemel een fel licht mij omstraalde |
12 ...zag ik midden op de dag, op de weg een licht... dat mij en hen die met mij meereisden, vanuit de hemel omscheen.
|
4 en toen hij op de grond gevallen was, |
7 En ik viel op de grond en |
14 En nadat wij allen op de grond gevallen waren,
|
hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? |
hoorde een stem tegen mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? |
hoorde ik een stem tot mij spreken en in de Hebreeuwse taal zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?
|
5 En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. |
8 En ik antwoordde: Wie bent U, Heere? En Hij zei tegen mij: Ik ben Jezus de Nazarener, Die u vervolgt |
15 En ik zei: Wie bent U, Heere? En Hij zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt…..
|
7 En de mannen die met hem meereisden, stonden sprakeloos, want zij hoorden wel de stem, maar zagen niemand. |
9 En zij die bij mij waren, zagen wel het licht
en werden zeer bevreesd, maar de stem van Hem Die tot mij sprak, hoorden zij niet |
--- |
8 En Saulus stond op van de grond; en toen hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij leidden hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. |
11 En omdat ik door de glans van dat licht niets meer kon zien, werd ik bij de hand geleid door hen die bij mij waren, en zo kwam ik in Damascus. |
---- |
Het licht (Gr, foos)
a In alle drie versies wordt Saulus omstraalt door het licht, in Hnd 26 omschijnt het licht ook de mede-reizigers. Maar dat de medereizigers in Hnd 9 en 22 niet genoemd worden betekent niet, dat zij in Hnd 9 en 22 niet door het licht omschenen werden. Dat werden ze wel, alleen Lucas vond het niet nodig dat in Hnd 9 en 22 expliciet te vermelden.
b In alle drie versies ziet Saulus het licht. De verschillen ontstaan bij de begeleiders. In Hnd 9 staat niet dat zij het licht zien; in Hnd 22 en 26 wel. Maar dat de reisgenoten in Hnd 9 niet genoemd worden, sluit niet uit dat zij een fel licht gezien hebben. Lucas vond het kennelijk niet nodig het in Hnd 9 te vermelden. Hij zal bedoeld hebben, dat allen het licht gezien hebben, maar voor de begeleiders was het geen verschijning van de Opgestane Heer. Dat was het licht voor Saulus wel. (Hnd 9: 7).
De stem, het geluid (Gr. fonè)
In alle drie versies hoort Saulus een stem die met hem spreekt. De verschillen ontstaan weer bij de begeleiders. In Hnd 9 horen ze wel een fonè geluid/stem, maar zien niemand. In Hnd 22 staat het tegenovergestelde: de begeleiders horen niet de ‘fonè van iemand die spreekt’. Er is voor hen wel een geluid, maar dat verstaan ze niet als de stem van een spreker. Zo ervaart Saulus dat wel: in het geluid dat klinkt hoort hij de stem van de Heer. Vgl Joh 12: 28 v
Wie vallen er?
In alle drie versies valt Saulus ter aarde. De verschillen ontstaan bij de begeleiders. In Hnd 9 en 22 staat niet dat zij vallen; in Hnd 26 wel. Maar dat de reisgenoten in Hnd 9 en 22 bij het vallen niet genoemd worden, sluit niet uit dat zij gevallen zijn. Het is alleen niet vermeld.
Conclusie
Lucas vertelt op meesterlijke wijze, dat wat er bij Damascus gebeurde heel verschillend werd beleefd. Het meest intensief door Saulus. Het licht was voor hem een verschijning voor de Opgestane Heer. In het geluid hoorde hij zijn stem. Voor zijn begeleiders was het een mysterieus gebeuren. Zij hebben er wel iets van Godswege in gezien en gehoord maar het had voor hen geen openbarende kracht. Daarom vallen zij alleen maar ter aarde. Voor Saulus was het oneindig veel meer. Met moeite komt hij overeind en nog dagen zal hij blind zijn.
Lucas' vertelling sluit goed aan bij wat Saulus er zelf over schreef in zijn brieven (zie bekering 1)
Gespreksvragen
* Lijkt jouw ervaring met God meer op die van Saulus of op die van zijn begeleiders, of op allebei niet?
* Zou je wel zo'n intense ervaring als Saulus had mee willen maken?
* Saulus kreeg een opdracht. Welke opdracht zou jij van de Heer willen horen om te gaan doen?
* De opdracht voor Saulus was wel het laatste wat hij verwachtte. Kun je je voorstellen dat Gods opdracht voor jou misschien wel het omgekeerde is van wat je voor je zelf had gedacht?