Paulus Paulus

Welke invalshoek?
Traditioneel en vertrouwd is het om de brieven van Paulus uit te leggen als documenten waarin vooral zijn eigen bekering en levenservaringen doorklinken. Dat heeft als voordeel dat de prediking van de brieven een sterke persoonlijke toepassing krijgt, met grote nadruk op zonde, bekering, geloof en redding of behoud (de soteriologie). De vraag is of deze invalshoek terecht is. Er is veel dat wijst in een andere richting, nl Paulus' grote zorg om de kerk (ekklesia): haar eenheid en haar relatie met Israel, dwz een ekklesiologische interpretatie.

Paulus (0 - 60)
In het begin van de kerkgeschiedenis was Paulus, toen nog Saulus geheten (Hebr: de gebedene), iemand die het radicaal oneens was met het evangelie. Met zijn instemming werd Stefanus gestenigd (Hnd 8: 1-3). Op weg naar Damascus om daar de christenen te bestrijden (Gal 1: 13 en 23), overkomt hem een verschijning van Christus (Hnd 9. 22. 26). Het gebeuren leidt tot zijn bekering. Zo fanatiek als hij eerst de kerk tegenwerkte, zo ijverig is hun nu om mensen tot geloof aan het evangelie te brengen. Bij dat nieuwe leven hoort een nieuwe naam. Voortaan heet hij Paulus.

Vaak is zijn bekering vergeleken met de ommekeer van Luther. En met dat in het achterhoofd zijn de brieven van Paulus gelezen en uitgelegd. Maar is dat terecht?
Hoe groot zijn de overeenkomsten eigenlijk tussen Luther en Paulus op het moment dat ze hun leven over een nieuwe boeg gooien?

Luthers bekering (1483 - 1546)
Luther stoorde zich geweldig aan het woord 'Gods gerechtigheid'. Hij meende dat dat betekende dat God streng, veeleisend, veroordelend en straffend is. In Rom 1: 17 staat '...in het evangelie wordt gerechtigheid Gods geopenbaard...' Maar dat was voor Luther geen evangelie, geen blijde boodschap, maar slecht nieuws. Hij wordt er wanhopig van: hoe kan ik ooit aan de eisen van Gods wet voldoen? Zijn geweten is er, ondanks spijt en biecht en boetedoeningen niet gerust op. Hoe krijg ik een genadige God die mij niet de eeuwige dood aandoet, maar mij daarvan redt?

Dan (1513?) breekt het licht door en ziet hij dat gerechtigheid van God niet zozeer een eigenschap van God is, maar iets dat Hij geeft aan mensen. Een geschenk. En wie het geschenk aannemen, die gelden als rechtvaardig voor God. Gods gerechtigheid is een toegerekende gerechtigheid, een 'vreemde' vrijspraak. Vreemd niet in de zin van 'merkwaardig' maar opgevat als 'niet-eigen' maar komend van buitenaf. (> Verzoening - Rechtvaardig maken)

Verschil
Anders dan Luther zit Saulus tot het moment van zijn bekering wel 'lekker in zijn vel: 'naar de gerechtigheid der wet onberispelijk' zegt hij zelf van die periode (Filp 3: 6; Gal 1: 14). Maar de disputen met de christenen die hij vervolgde hebben hem waarschijnlijk ook aan het denken gezet. Het broeit in hem. Tot er van hogerhand ingegrepen wordt en Saulus het licht ziet.

Saulus' ommekeer
Wat hield Saulus' ommekeer bij Damascus dan in, als het niet een persoonlijke worsteling met God was, zoals bij Luther? Dit: hij krijgt een nieuwe visie op Jezus
en zijn rol in Gods geschiedenis met de mensheid.

Eerst zag hij Jezus als een mislukte Messias, gestorven aan het kruis. En de christenen die wel in Jezus geloofden, dwaalden in zijn ogen. God had Jezus niet bevestigd: de doden waren niet opgestaan en Gods nieuwe wereld was niet aangebroken. Saulus ergerde zich waarschijnlijk het meest omdat de eerste christenen hun geloof aanboden aan Joden en niet-Joden.

Maar dan verschijnt hem Christus als een licht uit de hemel (Hnd 9). God openbaarde zijn Zoon in mij, schrijft Paulus zelf (Gal 1: 12 en 16; 1 Kor 9: 1). Nu breekt bij hem het besef door dat Jezus door God is gerehabiliteerd en dat de christenen terecht proberen Joden en niet-Joden voor het evangelie te winnen.

Ekklesiologisch
Maw Saulus bekeert zich van het exclusieve standpunt (Gal 1: 14) dat de wet, het verbond, de besnijdenis enz er alleen is voor het volk Israël, tot het inclusieve: alle volken zijn het voorwerp van Gods genade. Het is Gods gerechtigheid dat Hij allen wil redden door Jezus Christus en hen wil samen brengen in de gemeente van Christus, de ekklesia. Saulus krijgt dus een nieuwe visie op de heilsgeschiedenis en de centrale rol die Jezus daarin speelt. En hij weet zich geroepen om het evangelie vooral onder de niet-Joodse volken bekend te maken. Paulus werd de apostel der heidenen.

Met name in zijn brieven aan Gal en Rom komt dit ekklesiologische accent sterk naar voren. Ze zijn geschreven uit zorg om de spanningen in de gemeente tussen christenen van Joodse komaf en christenen van niet-Joodse komaf. In Rom komt daar nog bij dat dat nieuwe volk van de ekklesia blijvend verbonden is met Israel (Rom 9 - 11). Als we Rom en Gal lezen, gaat het primair om de voortgang van de heilsgeschiedenis. Dat is het grote thema, niet de bekering van Saulus en al helemaal niet de bekering voorgesteld naar het model van Luther.

Soteriologisch
Vanuit zijn nieuwe geloof beseft Paulus ook hoezeer hij zich als een vijand van Christus en zijn gemeente heeft gedragen en hoe hij daarvan gered is door het evangelie. Op allerlei plaatsen blijkt hoezeer hij zich daar voor schaamt. In 1 Kor 15: 8-9 noemt hij zichzelf een misgeboorte, niet waard een apostel te heten, en in Ef 3: 8 de allerminste van de heiligen. En zijn nieuwe naam zal hier ook mee te maken hebben: Paulus is Latijn voor klein of gering...

Uitgebreider maar eerder zakelijk dan emotioneel is Paulus in Gal 1 en 2. Het 'ik' in Rom 7 klinkt wel persoonlijk, maar is algemeen bedoeld. Het meest in de buurt van een bekeringservaring komt Filp 3. Daar schrijft hij emotioneel, authentiek over de grote ommekeer in zijn leven, om dan de persoonlijke reddende (soteriologische) betekenis van het evangelie naar voren te brengen. Het ekklesiologische perspectief is hier niet zo dominant als in de brieven aan de gemeentes in Rome en Galatië..

Conclusie
We moeten geen tegenstelling maken van het soteriologische en ekklesiologische. Het is niet of het een of het ander. In alle brieven tref je allebei aan. Maar in de brief aan de Fllippensen is vooral over persoonlijke bekering en redding te lezen; over ekklesia, kerk en Israel bij uitstek in Rom en Gal.

 

terug