Nieuw Heden Nieuw Heden

Inleiding

De opstanding der doden was in de Joodse voorstelling iets voor het einde der tijden. Bij de opstanding zou ook het oordeel volgen en Gods nieuwe wereld aanbreken. De opstanding van Jezus wijkt daar dus op twee punten van af:
  • hij is de enige die door God werd opgewekt
  • oordeel en komst van Gods nieuwe wereld blijven uit

Dit bepaalt de christelijke voorstelling van het einde der tijden. Het begin van het einde der tijden is er. Het einde van het einde der tijden hebben we nog tegoed. Wij leven tussen vervulling (Pasen) en voleinding (Komst). In een modern beeld gezegd: De morgen van Pasen geldt als de beslissende wending in de geschiedenis. Te vergelijken met D-day in de oorlog. Dat was 6 juni 1944. Het zou nog lang duren voor de V-day was aangebroken (5 mei 1945). Maar na D-day is de V-day onafwendbaar. Zo is het ook voor christenen: zij geloven dat uiteindelijk God de overwinning behaalt. Zijn rijk komt.
Daardoor kijken christenen anders tegen verleden, heden en toekomst aan.

Hoop
Vanwege Pasen zijn Christenen mensen van hoop. Hoop is van een andere orde dan optimisme en pessismisme. Voor optimisme of pessimisme heb je allerlei redenen nodig:

  • Ik sta er goed voor en heb hard gewerkt: ik zal m'n examen wel halen.
  • Ik sta er slecht voor en heb slecht geslapen: ik zal m'n examen wel niet halen.

Zulke redenen heb je voor hoop niet nodig. Die zit op alleen maar dit ene vast: de overwinning van Christus op de machten van de dood behaald op goede vrijdag, aan het licht gekomen op de Paasmorgen.
Een christen kan best pessimistisch of optimistisch zijn kansen inschatten voor zijn examen, zijn gezondheid, het nieuwe jaar enz. Maar over de uiteindelijke afloop van zijn leven, de mensheid en de schepping is hij niet onzeker. Hij hoopt omdat hij weet heeft van Jezus en Pasen.
 

Hoe ziet die uiteindelijke toekomst er dan uit? Meer daarover bij 'nieuw begin en einde' maar heel in het kort nu dit: Over de uiteindelijke toekomst spreekt de bijbel in de meest uiteenlopende beelden: het gaat om een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Opb 21), de komst van het koninkrijk der hemelen (Jezus), God alles in allen (1 Kor 15), een nieuwe woning (2 Kor 5). De bijbel is er ook duidelijk over dat deze dingen niet door mensen bewerkt worden, maar een geschenk van God zijn. Hij geeft zijn plan met mens en wereld niet op. Om te slagen heeft Hij ons niet nodig, al is het goed om aan zijn project mee te werken. Wij kunnen zijn plan evenmin laten mislukken, al is het beter om Hem niet tegen te werken.

Nieuw Heden
Deze dingen stemmen een christen hoopvol en blij. Hij is niet langer slaaf van het verleden: zijn falen en tekort zijn vergeven. Hij is niet bezorgd over de toekomst: die staat vast.
De blijdschap komt naar voren in het leven hoog houden, er zuinig op zijn, er iets moois van maken. Het is Gods geschenk aan mensen. Elke eerste dag van de week samen de opstanding vieren. Blijmoedig doen wat je kunt voor God en voor elkaar.

Een christen beseft ook dat hij niet alles bij het oude kan laten. Hij wil breken met zijn verkeerde gewoontes. Niet om de nieuwe toekomst te verdienen, maar wel om die enigzins waardig te zijn door in alle voorlopigheid te proberen als een mens van geloof hoop en liefde te leven. De hoop verhindert een christen om te leven voor enkel hier en nu, alsof het leven een feestje is (alleen nog even zelf de slingers ophangen) en na ons de zondvloed. Om dezelfde reden kan hij evenmin een doemdenker zijn.

In het heden verheugt de christen zich in de Geest die gekomen is, en die geloof, hoop en liefde wekt. Die voor een geestelijke wapenrusting zorgt (Ef 6: 10-18). Dat is de manier waarop de levende Heer zijn volgelingen inspireert en sterkt om hem te volgen op zijn weg van liefde, dienst en offer. Omdat de tegenmachten zich niet zonder slag of stoot gewonnen geven, is het leven van de gelovigen ook een leven van moeite, strijd en volharding (Rom 8: 31-39). Het leven zal iets (of veel) van het dragen van een kruis hebben (Mc 8: 34) van een lijden omwille van de gerechtigheid, van aanvullen wat aan het lijden van Christus ontbreekt (Kol 1: 24).
In Hebr horen we van Jezus die in de hemelen als een hogepriester voor ons bemiddelt, zodat wij hulp ontvangen. Hij kan met ons meevoelen omdat hij weet wat het is om mens te zijn. (Hebr 4: 14-16)

De christelijke hoop is er niet alleen voor wie geloven. Die is bestemd voor iedereen. Daarom heeft een christen, een kerk altijd iets missionairs: hij wil zijn geloof en hoop en liefde delen met anderen. Lucas vertelt in de Handelingen der Apostelen hoe de kerk van meet af aan die zendingsopdracht heeft gevoeld. De zgn Hellenisten (Hnd 6) brengen het evangelie over de grens, Paulus brengt het evangelie tot in het centrum van de toenmalige wereld (Rome). En zo zal het door blijven gaan tot het uiterste der aarde (Hnd 1: 8) tot aan de voleinding der wereld (Mat 28: 20).

Een christen let op de tekenen der tijden: natuurrampen, oorlogen en andere rampspoed. Maar deze tekenen betekenen niet dat je daaruit dag en een uur van de V-day kunt berekenen. Daarin is de bijbel heel duidelijk. Zelfs voor Jezus is dit verborgen (Mc 13: 32). Hij meende dat het Koninkrijk zich al liet zien tijdens zijn leven en hij hoopte dat het volledig en voorgoed zou aanbreken in het uur van zijn kruisiging, maar het is niet gekomen.

De tekenen der tijden zijn wel een wake-up call die ons wakker schudden uit onze dromerijen dat het steeds beter gaat en we zelf de hemel op aarde realiseren. Na de terrorristische aanslagen (vooral vanaf 2015), de milieurapporten (sinds 1967), de coronacrisis (2020-2021), de toeslagen-affaire (2019) en de oorlog in Oekraïne (2022) is het ronduit naief om nog in een vooruitgang van de mensheid te geloven. Dat wisten we toch al na een eeuw met twee wereldoorlogen? We hadden het ook uit de bijbel, met name het OT kunnen weten. Dat vertelt dat mensen keer op keer het onheil over zichzelf afroepen door hun verkeerde gedrag. Het kwaad zit te diep in mens en samenleving, een kosmetische operatie is niet afdoende; er is een herschepping nodig. Gelukkig mogen we die verwachten. De tekenen der tijden zullen ons ondertussen waakzaam houden om waardig te leven, als blijde mensen, die van hun hoop getuigen.


Nu de tijd van het heden veel langer duurt dan de evangelisten en apostelen dachten, komt de vraag naar voren op welke manier christenen verantwoordelijk zijn voor de samenleving waar zij deel van uitmaken. In bijbelse tijden was het ondenkbaar dat een christen soldaat van de keizer in Rome was. Maar tegenwoordig zouden we het raar vinden als een christen weigerde wapens te dragen als agent of soldaat. Of macht te hebben als koning, minister of rechter.

Of moet een christen zich beperken tot de traditionele 7 werken van barmhartigheid? De hongerigen te eten geven, de dorstigen te drinken geven, de naakten kleden, de vreemdelingen herbergen, de zieken verzorgen, de gevangenen bezoeken (Mat 25:35v) en de doden begraven (sinds 1207).

Fukuyama meende dat na de val van de muur (1989) het einde der geschiedenis gekomen is en dat de liberale democratie ook de laatste dictaturen zal verdringen. Even maakte hij indruk met deze opvatting, maar door wat er in de 21-eeuw gebeurde is hij ook al weer achterhaald. Er blijken machtsblokken te zijn die helemaal niet voor de westerse democratie, mensenrechten en redelijkheid voelen (Rusland, China). De rol van religie is allesbehalve uitgespeeld: veel nationalisme en terrorrisme is religieus geïnspireerd.

Veel mensen, ook christenen zijn geschokt door wat er deze eeuw allemaal in de westerse wereld gebeurde. Terecht dat men zich daar zorgen over maakt. Maar wie geschokt is, zou zichzelf ook kunnen afvragen of hij/zij onbewust een aanhanger van het vooruitgangsgeloof en het maakbaarheidsideaal was geworden. Meer optimist (en nu pessimist?) dan een mens van hoop.
 

terug