Mat 13: 45 - 46 Mat 13: 45 - 46

Context
De evangelist Mattheüs heeft in hoofdstuk 13 enkele gelijkenissen van Jezus bij elkaar verzameld. In de verzen 45 - 46 vinden we de bekende gelijkenis van de kostbare parel, die we beter 'de gelijkenis van de gelukkige koopman' kunnen noemen. Het gaat immers meer over de koopman en zijn gedrag dan over de parel.
De gelijkenis is met de vorige over de schat in de akker verbonden, omdat het daar ook gaat over vinden, alles verkopen, kopen.

Inleiding
De gelijkenis wordt ingeleid met 'het is met het koninkrijk van de hemel als met...'
Dit is een bekende formule en betekent zoveel als 'zo gaat het toe' of 'deze dingen gebeuren' als iemand tot geloof komt, God vindt.

Een koopman op zoek
Een verschil met de gelijkenis in vers 44 is dat de koopman op zoek was naar een bijzonder mooie parel, terwijl de vinder van de schat die toevallig vond.

De koopman is een handelaar die verstand van parels heeft. Hij koopt ze niet voor zichzelf, maar om ze door te verkopen aan rijke mensen. Misschien heeft hij van iemand de opdracht om als hij een bijzonder mooie parel aantreft, die voor hem te kopen.

We stellen ons voor hoe de koopman met een zak geld onderweg de havenstadjes rond de Middellandse Zee bezoekt om parels in te kopen. Met altijd in gedachten die opdracht om als hij die aantreft, een zeldzaam mooie parel te kopen.

Parel
Een parel (Grieks: margaritè) ontstaat soms van nature in een oester. Een beetje kalk zet af tegen het schild en dat groeit soms gelijdelijk aan tot een wit, glanzend rond hard kraaltje omvangen door parelmoer. Maar er zijn ook minder witte en anders gevormde pareltjes. Al vanaf de 13-eeuw (China) worden parels kunstmatig gekweekt in oesters. Maar in bijbelse tijden werden ze soms aangetroffen in oesters opgevist uit de zee.

Gevonden
Op een dag - na wie weet hoeveel weken of maanden - heeft de koopman geluk. (Wie zoekt zal vinden...)Er wordt een zeldzaam mooie parel aangeboden: een heldere glans, ronde vorm, wit van kleur, een goede grootte, zonder beschadigingen, symmetrisch, de structuur van het parelmoer in tact.

De koopman bedenkt zich geen moment. Hij verkoopt alles wat hij had: dat zullen de parels zijn die hij al had ingekocht. Met de opbrengst koopt hij die ene parel. We maken zelf het verhaal af: de koopman gaat terug naar zijn opdrachtgever en biedt hem die parel aan. Die beloont hem heel royaal.
Het vinden van die ene parel zal wel met blijdschap, opwinding en opluchting gepaard gaan, maar emoties worden nu, anders dan bij de vorige gelijkenis, niet genoemd. 

Samenvattend

Zo komt in deze gelijkenis nog sterker naar voren het punt van 'alles verkopen om dat ene te kunnen kopen.' De betekenis daarvan: zie bij de vorige gelijkenis.  Maar nu brengen we nog een ander punt naar voren: dat de koopman voldoende middelen heeft om die ene parel te kunnen kopen. Net zoals de arbeider op het land voldoende geld heeft om de akker te kunnen kopen. Maw: het nieuwe komt in je leven, door van het oude afscheid te nemen. Zo ga je van de ene manier van leven (gebaseerd op hebben) naar een andere manier van leven (gebaseerd op zijn). Van godsdienstige voorrechten en prestaties naar geloven.

Het oude opgeven. Meer hoef je er niet voor te doen. Je wordt niet overvraagd. Dit is precies wat je er voor kunt maar dan ook moet over hebben. Want voor het nieuwe kiezen en tegelijk geheel of gedeeltelijk in het oude blijven hangen, gaat niet. Het evangelie dringt aan op een duidelijke keus.

terug