Liefhebben met je verstand Liefhebben met je verstand

Wie door het evangelie gewonnen zijn voor God, willen Hem liefhebben, met hart en ziel, met heel het verstand en met alle kracht. God liefhebben met je verstand betekent:

  • je hersenen gebruiken om zo goed mogelijk te doen wat Hij van je vraagt. Bv als je meehelpt bij de voedselbank, nadenken over huisvesting, openingstijden, wie wel en wie niet in aanmerking komen voor een voedselpakket
  • je verdiepen in het geloof, erover nadenken, lezen, met anderen erover van gedachten wisselen
  • het een en ander weten over het geloof bv dat je het onze Vader kent.


Omgangskennis
Het is voor je geloof goed om een paar dingen te weten. Het hoeft niet heel veel of heel moeilijk te zijn. En je hoeft er ook niet over in te zitten, als je niet zo goed leren kunt, of op je oude dag alles dreigt te vergeten. Je wordt niet afgerekend op kennis van het geloof. Het gaat er om dat je toegewijd aan God leeft en een mens van geloof, hoop en liefde bent. De kennis waar het om gaat, staat ten dienste van dit geloofsleven en bloeit er ook uit op. Het is relationele kennis die zonder verbondenheid, toewijding niet tot te vinden is. Omgangskennis (Ps 25: 7 berijmd) die met liefde, met intimiteit gepaard gaat. Het Hebreeuwse woordje voor kennen (jada’) betekent zowel kennen als liefhebben: Adam bekende Eva en zij werd zwanger en baarde Kaïn. (Gen 4: 1 – SV). Kennen en liefhebben horen bij elkaar.

Veel weten?
Het gaat dus niet om objectieve, afstandelijke kennis op zich, bv dat je veel teksten van de bijbel uit je hoofd weet, of alle bijbelboeken uit je hoofd kunt opzeggen. Niet dat dat verkeerd is, integendeel. Ik zou geen dominee kunnen zijn, zonder die dingen. Maar los van de liefde is de kans groot dat je een trots of betweterig figuur wordt. Dat was het probleem in de gemeente van Korinthe. Sommige gelovigen gebruikten hun kennis om zich meer en beter te voelen dan anderen. Zo moet het niet. “Een verstandig mens loopt niet met zijn kennis te koop, dwazen strooien met hun dwaasheid.” (Spr 12: 23)

Niets weten?
Het andere uiterste is, dat je zo goed als niets weet. De profeet Hosea zegt in naam van God: “Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis”. (Hos 4: 6 – NBG). En dan doelt de profeet op de priesters die hun taak om de Torah (Gods aanwijzIngen: de geboden en verboden in de eerste vijf boeken van de bijbel) aan het volk uit te leggen, verwaarloost hebben. Daardoor is het volk afgezakt tot het niveau dat het stukjes hout raadpleegt om de toekomst te kunnen voorspellen en aan sex verslaafd is geraakt en koningen op buitenlandse mogendheden vertrouwen ipv op God. Zo komt een volk zonder kennis of inzicht ten val. Dat is ook letterlijk zo gebeurd: de tien stammen van Israël werden in 722 v C onder de voet gelopen door de Assyriërs (2 Kon 17: 1-6)

Wijsheid
Het gaat dus niet om de kwantiteit: veel weten is niet per se goed (Korinthe) en weinig of niets weten (Hosea) is zeer riskant voor je geloof. Het gaat om kennis die gekoppeld is aan de liefde voor God. In de bijbel heet die kennis vaak wijsheid. “Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER; een dwaas veracht de wijsheid en weigert elk onderricht.” zegt Salomo (Spr 1: 7 en 9: 10). En dan doelt hij niet alleen op het weten van de geboden, maar ook op het doen ervan. Wie het doen nalaat, slaat Gods raad in de wind en geeft aan geen ontzag te hebben voor God. Wie de geboden wel in de praktijk probeert te brengen, bewijst daarmee God lief te hebben. Zo iemand is wijs en wordt steeds vertrouwder met God. De wijsheid zal hem een rechtvaardige maken en hij mag zegen verwachten. Daar tegenover staat degene die de geloofskennis verwaarloost. Die kan onheil verwachten. Zo iemand is niet zozeer dom, hij weet misschien wel heel veel, maar de bijbel noemt hem dwaas.

In de bijbel gaat het vooral om de toepassing van de Torah zodat de gerechtigheid ermee gediend wordt. Dat is onverminderd actueel: de vraagstukken van rijkdom en armoede, van burgers en buitenlanders (vluchtelingen, seizoenswerkers) zullen wel nooit van de agenda verdwijnen. Maar er is meer:

  • Christenen moeten toch ook iets van hun geloof onder woorden kunnen brengen om het aan hun kinderen door te kunnen geven.
  • Gelovigen moeten ook de leugens van de tijdgeest doorzien (bv ieder mens is regisseur van zijn eigen geluk, het leven is een feestje, we leven maar één keer) en de verleidingen weerstaan (drank, drugs, sex, geld, macht). Dat lukt alleen maar als je stevig geworteld bent in de bijbelse traditie (Ps 1).
  • Diezelfde traditie heb je ook nodig voor nieuwe thema's als de zorg om milieu en natuur, enthanasie en andere medische onderwerpen, bewapening en geweld.

Minimaal
Dus laten we proberen God lief te hebben ook met ons verstand, zoals het grote gebod ons opdraagt door vertrouwd te raken met de bijbel en daarover met anderen van gedachten te wisselen.
Het lijkt me dat je van christenen wel mag verwachten dat ze het onze Vader en de samenvatting van het grote gebod uit hun hoofd kennen. En liefst ook de tien geboden mee kunnen opzeggen en de geloofsbelijdenis mee kunnen zingen.
 

terug