Jona 2
Jona 2
de beste stuurman staat aan de wal A groet, Voor veel mensen is dit verhaal van Jona klinkklare nonsens Dit kan toch niet? 3 dagen en nachten in een vis? Zie je wel dat de bijbel een boek vol sprookjes is? En van de weeromstuit nemen ander het voor Jona op Het staat in de bijbel: dus is het zo. Als in de bijbel zou staan dat Jona de walvis inslikte zouden ze het ook geloven. En zo komen met allerlei verhalen over matrozen in zee gevalen door een potvis opgeslokt en toen later die potvis werd gevangen en gevild kwam de matroos er weer levend uit, wel behoorlijk gebleekt door het maagzuur, maar toch In de NRC van 1929 moet zo’n berichtje staan. En dan was er nog een slimme uitlegger die zei dat Jona werd opgepikt door een schip dat de naam walvis droeg. Ik heb het gevoel dat we zo de plank misslaan. Zo moet het niet. B Onze voorouders zaten niet zo met die grote vis in hun maag. Vast ook omdat ze zo primitief waren om in wondervissen te geloven. Maar vooral toch omdat ze zichzelf in Jona herkenden. Jona, dat ben ik, hebben ze gedacht en in die vis heb zelf gezeten: Daar waar de dingen totaal zijn vastgelopen, dat is die vis Waar je geen uitzicht meer hebt, geen uitweg meer vindt Daarom ben je er niet als je zegt: zulke wondervissen bestaan niet,dus het hele verhaal is onzin. Daarom ben je ook niet als je zegt: God kan alles, Jona heeft heel letterlijk in een potvis gezeten. Met welles/niets blijven we aan de oppervlakte, aan de buitenkant Ontlopen we de boodschap die God ons in dit verhaal geeft. Zonder er in door te dringen. En dat willen we toch niet? Waar het om gaat, is dat we het op onszelf betrrekken Jona in de vis: dat ben ik zelf in die donkere dagen toen de dokter had gezegd : 3 maanden, misschien 4 Jona in de vis dat ben ik verbijsterd, verdoofd nu mijn geliefde man of vrouw gestorven is Jona in de vis dat ben ik na de zoveelste knallende ruzie en nu is het echt uit met mijn vriend: een en al ontreddering. Jona in de vis: dat ben ik op het moment dat ik de balans van mijn leven opmaakt en schrik: hoeveel liefdeloosheid mij heeft gedreven en egoïsme wat heb ik daarmee aangericht? C Dat kunnen dagen, weken, maanden zijn dat je geen uitweg meer ziet: dokters, geld, mooie woorden, werk, afleiding..niets helpt meer. Alle zekerheden uit handen geslagen. Je bent nergens meer. Je leeft, maar dat is dan ook alles. Geen uitweg, geen uitzicht, niets meer.. Zelfs aan je geloof heb je niets meer God lijkt wel ver weg, onbereikbaar Ja, het gaat nog dieper Jona zegt op dat moment: GIJ God hebt mij geworpen in de diepte al UW brandingen gingen over mij heen en UW golven VERSTOTEN ben ik uit uw ogen. Zo kun je er als mens mee aan zijn: je van God verstoten voelen. Dat is nog wat anders dan zelf bij God weg gaan. Wie God in de steek laat heeft altijd nog het idee dat God op hem staat te wachten. De verloren zoon uit de gelijkenis voelt ergens hoe zijn vader op de uitkijk staat en op hem wacht. Wie God verlaat weet in zichzelf: ik kan altijd nog terug. Maar wie in de vis zit heeft het gevoel: GOD heeft zich omgedraaid De hemel is gesloten Bidden wil niet meer. Hij hoort me niet..wil me niet horen. Deze ziekte, dit verdriet, deze tegenslag deze wanhoop het kan Hem niet schelen. Hij mij verdreven uit zijn ogen. Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Opperste vertwijfeling. Het leven is een hel geworden. Dat is de vis van Jona. D Jona in de vis bidt, toch. In de bijbel lezen we dan een mooi een hartstochtelijk gebed van wel 9 verzen. Citaten uit allerlei psalmen die later bij elkaar gezocht zijn. Want wie werkelijk ten einde raad is komt niet veel verder dan “O God” Zoals een klein meisje “mama”roept als het bang is, zo roepen mensen in nood “O God, help me” Er wordt wat afgebeen in de ziekenhuizen in de gevangenis thuis O God, wat nu? O God waarom? Wonderlijk eigenlijk, dat Jona toch om God roept. Deze vrome deserteur blijkt toch aan God gehecht te zijn. Pas nu hij door de diepte gaat, komt dat aan het licht. Zo gaat het vandaag nog steeds. Of wij nu christenen zijn uit overtuiging of gewoonte aan de rand of buitenkerkelijk het lijkt wel eens dat wij pas dan echt gaan geloven als al onze zekerheden uit handen zijn geslagen. Dan roepen wij als kleine kinderen om God Dan blijkt dat we ten diepste toch gehecht zijn aan God Meer dan we wisten. Om God nieuw te vinden moet Hij je eerst helemaal vreemd worden. Akelig als je dat gebeurt. Maar ieder mens maakt het mee. En als ons leven zo in de crisis terecht komt doen we er goed aan dit voor ogen te blijven houden: Ik vind Hem wel weer..Hij laat zich wel weer vinden Dit is niet het laatste... Ik zoek hem...blijf op hem wachten...roep hem toch, ondanks alles. E Nood leert bidden, zeggen wij dan, Een tikkeltje kritisch: wij hebben zulke gebeden niet hoog. We denken terug aan de oorlog, toen de kerken vol zaten maar toen de oorlog voorbij was hadden de mensen God niet meer nodig. Nood is toch niet zo’n goede leermeester. Het vreemde is, de bijbel keurt zulke gebeden helemaal niet af. Vele verhalen en psalmen zijn daarin van mensen die verkeerd leven zich allerlei ellende op de hals halen en dan roepen ze tot de Heer in hun benauwdheid en Hij redde uit hun angsten. Een hele psalm gaat zelfs zo (109) en zelfs een heel boek (Ri) Het is of de God van de bijbel zich hier niet te goed voor vindt. God is altijd te goed. Als Jona dat nu eens onthield voor straks in Nineve. Een vreemd gebed ondertussen, dat van Jona Hij bidt voor zichzelf: om de redding van zijn leven Wij horen hem niet vragen om vergeving horen hem niet bidden om overgave of om kracht om te dragen. Hij wil eruit, uit de vis, uit de zee, Hij wil leven. Eerder opstandig dan berustend. Zo hoor je toch niet te bidden. Dat is toch niet volgens het boekje? Maar het leeft wel: het is eerlijk, recht uit het hartt. Geen omhaal van woorden. God wil dit gebed uit de diepte wel horen in zijn heilige tempel (7) Ergens is het bevrijdend om Jona zo ongegeneerd te zien bidden. Het nodigt ons uit om eerlijk en open met God om te gaan. Bidden is jezelf zijn tegenover God. Je hart open leggen voor God angsten, verlangens, opstandigheid, vragen zo komt Jona er door. F In de vis leert Jona dat hij verloren is. Hij is alles kwijt, ook zijn God en zijn geloof. Het zegt hem niets meer. Dan kreunt hij alleen nog maar: o God en dan IS God er ook, ten derde dage. Hij laat ons niet alleen in het oordeel en de ondergang zelfs niet als we die zelf over ons hebben afgeroepen. De liefde en de barmhartigheid van God hebben het laatste woord. Meer nog dan aan Jona, zien we dat aan onze Heer Jezus. In hem heeft de liefde van God gewoond als in geen ander. Gods Zoon...die wilde zijn bij de mensen om hen te verwarmen met de liefde van God om hun leven weer heel te maken / te redden uit de ondergang. Aan het begin van alles wat hij leert en doet, gaat hij naar de Jordaan Daar doopt Johannes mensen die boete doen en ernaar smachten God en zijn heil opnieuw te vinden Daar met de mensen verbonden gaat Jezus het water in, diepte in. Een symbool...het laat zien hoever de liefde van God voor zijn mensenkinderen gaat. Een solidariteit die Jezus volhoudt tot op het kruis, tot in de dood Liefde die ten derde dage, op de Paasmorgen, zal zegevieren Voor ons gevoel lijkt het dat wij alleen zijn, zonder God, verstoten, vervloekt. Maar het geloof mag weten: ook nu is God bij mij. Vandaag of morgen zal ik dat merken. Het laatste woord is aan God, barmhartig en genadig. De vis brengt Jona aan land Het graf kan Jezus niet houden Met Gods hulp komen wij erdoor: zullen we opnieuw het droge bereiken. Misschien aan deze zijde van de dood: een nieuw leven, een nieuw doel, een nieuwe zin. Misschien aan gene zijde van de dood: in de wereld van God waar de zee niet meer is en het zeemonster verdwenen. AMEN | ||
terug | ||