Joh 6: 1- 15 Joh 6: 1- 15

De wonderbare spijziging: brood uit het niets en het scheppen van geld door de ECB. Ex 16: 11-20 en Joh 6: 1-5.

Tekst Joh 6:15 Groet

 

A      De ECB, de Europese Centrale Bank, zet de geldpersen aan.

60 miljard Euro maken ze er zo maar bij

En volgende maand weer.

Tot er 1100 miljard Euro bij is gekomen.

Zomaar uit het niets komt al dat geld tevoorschijn

Het wordt niet geleend van andere banken

Het wordt niet door belastingen opgebracht

Het komt er, gewoon omdat de bank dat wil.

Meer geld terwijl er niet meer tegenoverstaat?

Dan wordt het minder waard.

Inflatie dreigt, maar dat is nu juist de bedoeling.

Dat schijnt goed voor de economie te zijn.

 

De ECB laat iets zien van wat God doet.

God is nog veel creatiever dan de ECB

Uit het niets heeft hij de hemel en de aarde gemaakt.

De zon, de maan, de sterren

het land, de zee, de lucht

de vogels en de vissen, mens en dier

alles wat er is

dat is er, omdat God ooit

in den beginne zei dat het er moest zijn.

En hij is dat blijven zeggen:

Elke dag roept hij zijn schepping te voorschijn

onuitputtelijk onze God, onvermoeibaar.

Zou hij daarmee ophouden:

we zouden onherroepelijk in het niets verdwijnen

 

En een enkele keer breekt dat creatieve van God

heel speciaal door in onze wereld

Als het volk Israel door de woestijn trekt

dan is daar zomaar manna, en water, en kwakkels.

En vandaag – als 5 broden en 2 vissen meer dan genoeg zijn

voor 5000 mannen

Dan is God net de ECB

die de geldpers wat harder laat draaien.

Zo royaal dat ze het niet eens op krijgen:

12 manden over.

 

Wij zijn geneigd om te zeggen: dat kan niet...

Maar de duivel weet wel beter.

Jezus die zo dichtbij God leeft

zo vol van zijn Geest is,

dat je gewoon met God te maken hebt

als je voor Jezus staat.

Die Jezus heeft voor dat wonder

zelfs dat beetje brood en vis niet nodig.

Als hij hongerig wordt in de woestijn

stelt de duivel hem op de proef

Zeg toch tot deze stenen dat ze brood worden!

 

B      Ik snap wel

dat wij het moeilijk vinden om dit wonder te geloven.

Het is niet eens dat het eigenlijk niet kan

Het is vooral dat we er niet bij kunnen waarom

toen die mensen wel gevoed werden

maar nu duizenden mensen omkomen van de honger.

Waarom toen wel die redding uit de storm op het meer

en nu zovelen boottvluchtelingen die verdrinken in zee

Waarom toen wel die genezingswonderen?

en nu voor mij, voor hem/haar de dokters niets meer kunnen.

Daarom hebben we moeite met wonderen

Daarom houden zoveel mensen God en geloof voor gezien.

 

Maar: God had het ons toch toevertrouwd:
de zorg voor zijn schepping, de zorg voor elkaar?

Het is toch onze taak om ons brood te delen met wie te kort komt

Het is toch onze opdract om drenkelingen uit zee te redden

Het is toch onze verantwoordelijkheid om gezond te leven

niet roekeloos door het verkeer te jagen?

 

Wat blijft er daarvan over als vanuit de hemel telkens wordt ingegrepen?

Blijven we dan nog aan ontwikkelingshulp doen?

Gaan we dan nog met reddingsboten patrouilleren op zee?

Zouden we dan nog stoppen met roken en drinken?

Voorzichtiger autorijden?

Ik weet wel zeker van niet : bij wonderen dreigt ook inflatie:

inflatie van onze verantwoordelijkheid.

Daarom zijn de wonderen in de bijbel eigenlijk best zeldzaam.

Ze gebeuren bij hoge uitzondering.

Nergens is de boodschap dat jij er wel met de pet naar kunt gooien.

Dat God de problemen toch wel oplost als de nood aan de man komt.

 

De wonderen in de bijbel willen ons iets heel anders laten zien

Ze willen ons de ogen openen voor wie Jezus is.

Zo ook dit wonder van de wonderbare spijziging:

Het wil ons helpen ontdekken

dat we in Jezus met God te maken hebben

dat in Jezus God ons zijn liefde bewijst

En als we dat geloven

en echt tot ons laten doordringen

dan verandert er wat van binnen.

Dan wordt een diepe honger gestild.

Door Jezus die het levende brood is.

Dat wil dit wonder zeggen.

 

Er zijn mensen die zeggen:

dat wonder, ik kan niet geloven dat het echt zo gebeurd is

maar dat van Jezus, het levende brood, dat geloof ik.

Nou: Als je dat kunt geloven zonder dat wonder: prima,

Als je dat uit dit verhaal meeneemt: helemaal goed.

Want daar gaat het om.




C      Maar die diepe honger, dat levende brood

daar zijn we maar niet zo aan toe.

We hebben wel andere dingen aan ons hoofd.

Zoveel mensen verloren hun baan

moeten van een uitkering zien rond te komen

en hoe moet dat nu met je huis

en de studie van je kinderen

In zoveel gezinnen loopt het niet lekker

steeds vaker ruzie tussen man en vrouw

Of zat u bij de dokter op spreekuur:

ziekte, handicaps: we komen allemaal aan de beurt

 

Dat zijn terecht grote zorgen.

eten en drinken, kleding, onderdak, gezondheid, fijne relaties

dat hoort tot onze eerste levensbehoeften

Niet voor niets dat Jezus ons leert te bidden:
Geef ons heden ons dagelijks brood

Die dingen zijn onmisbaar!

 

En we kunnen ons goed voorstellen

dat als Jezus die 5000 mensen helpt en voedt

dat ze enthousiast zijn

Hij moet onze koning worden!

Hij lost de broodvraag op.

Daar zijn we gevoelig voor.

En voor we het weten maken wij hem koning

die de gouden bergen belooft.

Dat lijkt verstandig, maar het is een grote fout!

In de jaren dertig kon Hitler Führer, koning worden

omdat hij wegen liet aanleggen

oorlogsfabrieken liet bouwen

mensen aan het werk zette

Ze verdienden weer wat...de economie groeide...de welvaart nam toe....

Maar hij stortte zijn volk en heel Europa in een vreselijke oorlog.

 

Je kunt niet zomaar degene koning maken

die jou werk, inkomen, welvaart belooft.

Een mens leeft niet van brood alleen, zegt Jezus

als de duivel hem op de proef stelt:

er is nog wel wat meer nodig dan brood

Waarden en normen, geloof, hoop en liefde.

 

Binnenkort mogen we weer stemmen

Dan moeten we niet allereerst letten

op werkgelegenheid

op de hoogte van uitkeringen

op veel of weinig asielzoekers

Dan komen we geheid in de problemen.

Onze echte koning is God

En die alleen mogen over ons regeren

die rekening houden

met de waarden en normen van God.




D      De mensen wilden Jezus koning maken

Maar dat wil hij uitdrukkelijk niet.

Hij is niet gekomen om de broodvraag op te lossen.

Dat moeten we zelf en dat kunnen wij ook:

Nog nooit heeft de wereld zoveel tarwe en graan voortgebracht

We krijgen het niet eens op!

We verwerken het tot veevoer!

Als we het eerlijker delen heeft iedereen genoeg.

 

En geldt dat niet net zo goed van die andere problemen:

– die bootvluchtelingen op zee

Als we samenwerken vinden ze allemaal een plekje

– en ziekte en handicaps

Daar hebben we toch artsen voor, medicijnen, therapie

– en verdriet en eenzaamheid

Als we omzien naar elkaar is er toch troost?

 

Als de 5000 dat doorkrijgen, zijn ze op Jezus uitgekeken

Ze gaan naar huis terug.

En vast speelt dat ook een rol vandaag

nu zovelen God en geloof voor gezien houden

Als het erop aankomt, zeggen ze,

moet je het allemaal zelf doen.

Er is niet een God die jouw verantwoordelijkheid uit handen neemt.

Ipv dat je blij bent met een God

die je zoveel toevertrouwt, die je zo serieus neemt

terug naar huis

 

Terug naar huisje, boompje beestje:

zelfs als je het allemaal mooi voor elkaar hebt:

heb je daar dan genoeg aan?

 

Maar de meesten hebben niet zo mooi voor elkaar

getob met de gezondheid,

zorgen om de kinderen

problemen met je huwelijk

En de dokter kan veel, maar lang niet alles!

En de relatietherapeut doet zijn best

maar komt het weer goed met je gezin? Heel vaak niet!

 

Dat is het allermoeilijkste:
Dat de dingen niet gaan zoals je je wenst
Al doe je nog zo je best

maar werk, gezondheid komen niet meer terug

Je moet je verlies nemen

En het wordt moeilijk om blij te zijn

dat je er bent, en leven mag

 

En misschien krijg je een hekel aan jezelf

omdat je het zelf verknoeide

met je man, je vrouw, je vrienden

Voel je je schuldig, slecht. Schaam je je voor jezelf.




E      Dat zijn de grote vragen.

Ze sluimeren in ieder mens.

Vroeg of laat worden ze wakker.

En ze blijven aan je knagen

Het voelt als een diepe honger,

een geestelijk verlangen

naar weer blij kunnen zijn met het leven dat soms zo tegenvalt

Naar weer kunnen leven met je zelf ondanks alles

 

Lastig die grote vragen.

Ongemakkelijk die honger

En toch: wees er maar blij mee!
God is met je bezig.

Hij voedt je met honger.

Zodat je bij Jezus zult uitkomen.

Voor die honger is hij gekomen

Voor die honger is hij het levende brood.

 

Hoe we dat eten?

Hoe we dat levende brood tot ons nemen?

 

Allereerst door deze 40 dagen de weg van Jezus te volgen.

En te zien hoe vol van God hij is.

Zijn liefde en macht, zijn Geest woont in hem.

Hij blijft zichzelf ook als hij steeds meer verzet

en tegenwerking en vijandschap oproept.

Zelfs als het hem aan het kruis brengt.

 

Daar krijgen we een vermoeden van het kwaad dat in ons schuilt:

Onze woede om God die ons zijn wil oplegt

om de aarde te bewaren en te zorgen voor elkaar

Onze boosheid om God

die maar niet met wonderen tussen beide komt

om onze problemen op te lossen.

Mijn onmacht, mijn tekort, mijn angst, mijn schaamte

 

Al dat negatieve komt naar buiten en ontlaadt zich op Jezus

Daar krijgen we een vermoeden van de liefde van God

die dat ondergaat, die dat aanvaardt

 

En als het dan Pasen wordt

de Heer als de levende verschijnt

dan wordt het ons duidelijk

hoe de liefde van God het hebben kon: al ons geweld.

Hij wil mij en u niet kwijt

Hij geeft zijn schepping niet op

 

Dat weten, beter nog: dat geloven; nog beter:

voor dat goede nieuws je hart open stellen

je erdoor laten voeden

en daaruit leven

dat maakt van jou een ander mens:

Zou ik dan mezelf niet aanvaarden

ondanks alles wat er niet aan mij deugt

Zou ik dan niet blij zijn met het leven

ondanks alle teleurstellingen?

 

Eindelijk de diepe honger gestild

Met het levende brood dat Christus is.

AMEN

terug