Jak 3: 1-8 Jak 3: 1-8
Moet je alles zeggen wat mag? (Wilders) Waarom zou je willen beledigen?


A      groet
We leven in een vrij land
Dat betekent dat we mogen zeggen en schrijven wat we willen.
Over eigenlijk alles en iedereen:
de koningin,
de politie in Uruzgan
de kolencentrale van Essent
over kerk en geloof
Niets is uitgesloten
Niets is zo heilig dat je daar over zwijgen moet.


En wat we daarover zeggen en schrijven
of zingen in liedjes
of spelen in cabaret
is ook al grenzeloos:
het mag serieus zijn,
maar het mag ook met humor
het mag ook in de vorm van satire en spot.
Wat niet mag: aanzetten tot haat
En wat ook niet mag: verspreiden van leugens.
Dat is laster en smaad.
Maar bijv. iemand beledigen dat mag weer wel.
De koningin vind eigenlijk dat dat niet kan,
zei ze ooit met Kerst
Maar het Europees hof denkt er anders over:
we hebben het recht om te beledigen
Dat is een vorm van meningsuiting.


Iemand als Geert Wilders maakt volop gebruik
van de ruimte die hem geboden wordt:
U kent de voorbeelden:
hoofddoekjes noemt hij kopvodden
de Koran vergelijkt hij met Mein Kampf
en hij heeft het over de tsunami van de islamisering:
een alles verwoestende overstroming.


Toen hij zich voor de rechter moest verantwoorden
was de uitkomst dat hij niets verkeerd had gezegd.
Dit past binnen de vrijheid van meningsuiting.
Het is geen haatzaaien tegen mensen
Maar kritiek op de islam als geloof.
En dat moet kunnen in een democratie.


Zo mag de overheid en de rechter er over denken.
Maar wat is eigenlijk de bijbelse lijn.
Hoe horen christen-gelovigen met de vrijheid van meningsuiting om te gaan.
Moet je wel alles zeggen, wat in je opkomt?
Is het wel goed om de vrijheid maximaal te benutten?
Of is het beter om de grenzen krapper te nemen?



B      De bijbel is in elk geval een heel stuk voorzichtiger.
Dat komt omdat men vroeger zo heel goed wist
wat woorden kunnen uitrichten.
Een roddel, een gerucht en je was je goede naam kwijt
Een valse beschuldiging en je kon je akker, je vee verliezen
Geen wonder dat het negende gebod van Mozes is:
gij zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste


Omgekeerd weet de bijbel ook van de goede macht van woorden:
woorden van vergeving
die iemand losmaken van zijn verleden
die iemand teruggeven aan de toekomst
Woorden kunnen troosten, bemoedigen
Woorden kunnen een zegen zijn.


Dat kan, zo zou het eigenlijk moeten.
Maar zo gebeurt het lang niet altijd.
Het lijkt wel of het verkeerde gebruik vaker voorkomt
dan het goede.
Het is ook zoveel gemakkelijker af te breken
te kleineren, te schelden dan om op te bouwen.


Here, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong
zegt een psalm (120: 2)
En een andere psalm:
Here, stel een wacht voor mijn wond
waak over de deuren van mijn lippen (Ps 14: 3)
Want het zijn niet altijd de anderen
die van taal een wapen maken,
Zo doe ik zelf ook, weet de dichter.


En Jezus is heel radicaal:
wie iemand uitscheldt voor leeghoofd of dwaas
pleegt een vorm van doodslag.


Woorden zijn niet onschuldige stukjes neutrale informatie
Woorden zijn geladen met energie.
Ze hebben uitwerking.
En vaak een doorwerking jaren lang:
Wie als kind op school gepest wordt
kan er zijn hele leven last van hebben.


De propaganda van Hilter zette de hele wereld letterlijk in brand.
Zulke dingen heeft Jakobus op het oog
als hij de tong vergelijkt
met een vlammetje die het rad der geboorte in brand zet:
Het hele leven raakt in de war
de wereld gaat er kapot aan
als we niet heel goed weten wat we zeggen
en heel bewust onze tong in bedwang houden.



C      Daarom is het ook zo’n hachelijke zaak om leraar te zijn:
om iets te zeggen te hebben
Om vader, om moeder te zijn: opvoeders van je kinderen
Om ouderling te zijn en op bezoek te gaan
Om hier op de preekstoel u toe te spreken.
Wat richt je aan met je woorden?


Als je als vader / als moeder
altijd maar kritiek hebt op je kind
op zijn rapportcijfers
en bij het minste of geringste hem al weer sukkel noemt?
wat denk je dat dat met je kind doet?


Probeer als ouderling maar eens de weg te wijzen
aan iemand met drankproblemen
Het is zo gemakkelijk iemand de les te lezen.
Maar helpt dat?
Heb je hem daarmee behouden?
Dat zou toch de bedoeling moeten zijn, zegt Jezus:
Zo met iemand praten, dat hij aangemoedigd wordt
zijn leven over een andere boeg te gooien.


Probeer als dominee maar eens iets uit te leggen
over voorzichtig met woorden zijn
als je zelf ook wel eens de plank helemaal mis hebt geslagen:
een verkeerde grap
een woord dat er uitflapte voor je er erg in had
emoties niet altijd onder controle
Later schaam je je rot: “Ik ook altijd…”


Het is een hachelijke zaak leraar te zijn.
Eigenlijk moet je dat helemaal niet willen.
Het lijkt wel mooi:
aanzien, invloed, in mijn geval: salaris
Maar het gaat niet om wat het je oplevert
Daar gaat het juist niet om!
Het gaat om de leerlingen:
je kinderen, je broeders en zusters, je gemeenteleden
om hun heil
hun leven met God en met elkaar.
En wat kun je dan veel bederven, veel kapot maken.
Met je woorden, met je gedrag.


En wat is dat erg als dat gebeurt.
Voor die ander…voor de gemeente…
Trouwens ook voor jezelf:
U weet dat leraren een strenger oordeel te wachten staat, schrijft Jacobus
Weet waar je aan begint.
U moet niet allemaal leraren willen zijn.



D       We slaan allemaal wel eens de plank mis.
Dan bezeren we elkaar met onze woorden.
Of dat nou expres gebeurt als we roddelen, liegen, beledigen
Of per ongeluk als we er zo maar wat uitflappen
hoe dan ook, het gebeurt.


Wij zeggen dan: niemand is volmaakt.
En we bedoelen: we maken allemaal fouten.
Daar kun je niets aan doen.
Daar ben je nu eenmaal mens voor.
Oordeel daar maar niet te streng over.
Zelf ga je toch ook wel eens de mist in?


Niemand is volmaakt…
Als Jakobus het zegt, klinkt het anders
Meer als een dokter die zegt:
u hebt een stevige longontsteking.
Het is een diagnose
Een vaststelling van het probleem:
niemand is volmaakt
dat is: wij zijn niet mensen uit één stuk.
Wij zijn verdeeld, gespleten, dubbel
Dat is onze kwaal…daar hebben we last van.


Er zijn momenten dat de Geest de toon aangeeft.
Dan zijn we ons kleine ik
met zijn zorgen, zijn ergernissen,
met zijn jaloezie
met zijn plannen en belangen even vergeten


Op zulke momenten stijgen we boven onszelf uit.
Dan zijn we op ons best.
Dan voelen we de ander goed aan.
Dan hebben we aan een half woord genoeg.
Dan hebben we contact van hart tot hart.


Dit zijn de momenten
dat misverstanden en ruzies worden uitgepraat
en goede verhoudingen tot stand komen.


Dit zijn de momenten
dat woorden geborgenheid bieden en uitzicht schenken
woorden die troosten.


Dat zijn de momenten dat er liefde in je woorden ligt
belangeloze liefde voor de ander.


Daar heeft God de taal voor gemaakt
Daarom heeft hij ons woorden gegeven
Om elkaar goed te doen...en op te bouwen…en te zegenen.
En wat geweldig als dat er uit komt.
Dat is de bestemming van ons leven.
Dan is er een diepe vreugde in ons hart, en vrede.


Jakobus zegt: dit is de wijsheid die van boven komt
uit de wereld van God.
Dit spreken is zuiver, en vredelievend, en mild en meegaand.
rijk aan ontferming, onpartijdig en oprecht
Zij dient de vrede.


E      Maar gek genoeg:
het lukt ons niet om dat hoge niveau vast te houden.
Soms tappen we maar zo uit een heel ander vaatje
Niet uit dat van de goede Geest
maar van ons kleine ik
Dan kleurt niet liefde onze woorden
maar ikzucht:
Als jaloezie de toon aangeeft

of geldingsdrang
of heerszucht, dan gaat het mis met onze woorden.
Dan is taal niet meer dat kostbare geschenk
waarmee wij bruggen slaan naar elkaar
en vergeven en troosten en aanmoedigen tot bekering.


Dan kunnen we opeens ook
liegen en bedriegen en manipuleren, en pesten en verraden.


Dan praten we roddels na over hem of haar
Of doen er nog een schepje boven op


Dan houden we domme vooroordelen in stand
over buitenlanders en islam.


Dan is het opeens humor om een ander te beledigen
of te bezeren in wat hem heilig is.


Natuurlijk hoef je het niet met elkaar eens te zijn
Maar je kunt toch op zijn minst proberen
elkaar te begrijpen, eerlijk te zijn
respect voor elkaar op te brengen?


Waar denk je dat het op uitloopt
als we dat niet doen?
Jakobus zegt: zulk spreken komt niet van boven
Ze is aards, ongeestelijk, demonisch.
Waar de zelfzucht heerst
vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij.
Niet best de tijd die meemaakt dat dat eruit komt.
We zagen het in 40 – 45
Dat willen we toch niet terug?


F      Niemand is volmaakt.
We zijn geen mensen uit één stuk.
We zijn verdeeld.
Soms geven we stem aan de geest van boven
de heilige geest / Christus
Soms geven we stem aan de geest van beneden
de onheilige geest / de ikzucht


Maar: uit één bron kan toch niet
zowel zoet water opborrelen als bitter water?

En een mens kan toch niet zo gespleten zijn
dat hij en zegent en vloekt
dat hij de vrede dient en allerlei kwaad aanwakkert?
Dat is niet normaal!
Daar mag je nooit van zeggen:
dat je daar niets aan kunt doen.
dat je daar nu eenmaal mens voor bent.
en dat je dat maar op de koop moet toe nemen.


Het is een ziekte, een gebrek, een afwijking.
Aan een wijnstok groeien toch geen vijgen?
Enkel druiven brengt hij voort.
Een wijnstok is volmaakt.
Niet verdeeld.
Een vijgeboom al net zo.
Niets in Gods schepping is gespleten, dubbel.
En als dat met ons dan toch zo is
dan is dat niet in orde.
Dan heeft dat met zonde te maken
Met vervreemding van onze God


Dan wordt het tijd om ons opnieuw met God te laten verzoenen.
Dan wordt het tijd om ons opnieuw open te stellen
voor de Geest van boven.
En hopelijk weer te ontvangen Christus.
En weer te horen de stem van de liefde.
En weer te voelen het verlangen naar wat goed is en waar en mooi.
En weer van vrede te dromen.


Dan zal het nog een lange weg zijn
om je zelfzucht het zwijgen op te leggen
en de Geest van God aan het woord te laten.
Maar het zal gaan, met vallen en opstaan.
En het zal de moeite waard zijn.
Zo dienen we de vrede.
Zo voorkomen we de barbarij uit de oorlog.
Zo leven we in het koninkrijk der Hemelen.



G      Terug naar het begin.
Aan de ene kant de vrijheid van meningsuiting in ons land.
Een groot goed.
Zwaar bevochten in het verleden.
Daar moeten we enorm zuinig op zijn.


Aan de andere kant het realisme van de bijbel:
Woorden zijn niet onschuldig.
Woorden hebben een uitwerking.
Ze kunnen heilzaam zijn en de vrede dienen.
Ze kunnen heilloos zijn en haat en geweld oproepen.


Wij leven met veel verschillende mensen
godsdiensten, culturen, idealen in één land.
De vrede
komt niet in gevaar als we onze woorden zorgvuldig kiezen
en bedachtzaam spreken
Niet vanuit ons kleine-ik, van beneden.
Maar vanuit de Geest, van boven.


De vrede
komt wel in gevaar als de grenzen opzoeken
of er over heen gaan
en zonder respect voor mensen
en zonder eerbied voor wat hun heilig is
maar beledigen en belachelijk maken.


Ook al zou het honderd keer mogen
van de overheid
van het Europese hof
daarom hoef je dat toch niet te doen?


Wilders heeft echt wel een punt
als hij op de criminaliteit wijst bij jonge Marokkanen
En zo zal er wel meer zijn, ook bij andere groepen
ook bij Nederlanders, ook bij kerkvolk
Een beerput van sexueel misbruik is open gegaan.
Daar moeten we het over hebben
Daar moet wat aan gebeuren.
Maar het is de toon die de muziek maakt.

De vrede is meer gediend met beleefdheid dan met botheid
Ons land heeft meer aan nuance dan aan zwart-wit schema’s
Ons volk heeft meer behoefte aan bruggenbouwers dan aan haatzaaiers


Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God;
dient iemand, laat het zijn als uit kracht, door God verleend,
opdat in alles God verheerlijkt worde door Jezus Christus,
aan wie de heerlijkheid is en de kracht, in alle eeuwigheid! Amen (I Pe4:11)
 
terug