Hebr 11: 39-12: 3
Hebr 11: 39-12: 3
Eeuwigheidszondag 2018. Die ons zijn voorgegaan vormen een wolk van getuigen. groet A Vandaag noemen we de namen van degenen die ons dit kerkelijk jaar ontvallen zijn. 4 vrouwen, 2 mannen Daarmee wordt de rij die in de bijbel staat nog weer langer. In die rij staan Noach en Abraham en Sara Mozes, David, profeten, martelaren, noem maar op Mensen uit de geschiedenis van God met zijn volk Israel. Die lange rij die Hebreeën noemt wordt vandaag aangevuld met opnieuw namen. Namen niet in de eerste plaats van gelovigen al waren ze dat ook maar toch allereerst van mensen die mensen je man of vrouw waren je moeder of vader je opa of oma je broer of zus namen van een goede vriend of vriendin iemand voor wie je liefde voelde, of vriendschap en waardering. 6 namen...even zo vaak verdriet en gemis. Vast ook vermengd met dankbaarheid: Want niemand stierf in de kracht van zijn leven. Maar toch: we wennen er nooit aan. De dood blijft een vijand, één die kostbare banden van liefde en genegenheid vernielt. En wat kun je elkaar missen En wat kun je verlangen elkaar ooit weer te zien: Een dichter, Rawie, weet het zeker one day we’ll meet again “wij komen elkaar ten leste tegemoet” Ik weet niet welke weg je neemt; de sterren gaan hun baan ten einde en straks is mij het dichtstbijzijnde, het langst gewetene weer vreemd. Maar wat bestond aan zon en maan en wisseling van de getijden, het was alleen opdat wij beiden elkander niet zouden ontgaan. Wij worden nu nog slechts door tijd en ruimte van elkaar gescheiden, maar sta mij aan het eind terzijde als ik de einder overschrijd. Wij hebben alles nog te goed wat ons het leven heeft ontnomen: uit welke verten ook, wij komen elkaar ten leste tegemoet. Zo vertolkt Jean Pierre Rawie zijn hoop het verlangen hem, haar weer te zien die door de dood onbereikbaar werd: wij komen elkaar ten leste tegemoet Hoop, een mooie wens, zou het echt? B In de bijbel heet die al maar groeiende rij van Abraham en David een wolk van getuigen: Alsof ze vanuit de hemel kijken naar ons hoe wij het er van afbrengen nu zij niet meer bij ons zijn wat wij er van maken, van ons leven Hoe wij voortzetten wat ze ons meegaven aan geloof, hoop en liefde. Zou het echt: vader en moeder, opa en oma je man, je vrouw, je kind dat ze ons op een of andere manier zien? Mensen die iemand kwijt zijn hebben dat wel eens, dat gevoel dat hij of zij in de buurt is dat hij of zij van achter de sterren volgt hoe jij nu verder gaat Dat zijn kostbare momenten: jij even weer bij hem, jij bij haar. En soms lijkt het wel of hij, of zij je aanmoedigt: toe maar, je moet verder, het leven gaat door Zoiets bedoelt de bijbel met die wolk van getuigen. Het is of de hemel een soort tribune is En ze vanaf daar gespannen ons volgen. C Een tribune bij wat dan? Niet de tribune in een bioscoop of theater De tribune bij een stadion! Een wedstrijdstadion, dat bedoelt onze tekst. De schrijver stelt ons leven op aarde voor als een wedstrijd, een worsteling. Niet letterlijk een gevecht : met andere mensen Maar geestelijk: De moeite om in je hart geloof, hoop en liefde te laten wonen. Het voortdurende gevecht om geen eelt op je ziel te kweken en onverschillig te worden De inspanning elke dag weer om niet te verbitteren, te verharden maar om met een warm en bewogen hart de eindstreep te halen. Dat kun je gerust een gevecht noemen. Hoe vaak hoorde je de tijdgeest niet zeggen: je leeft maar 1 x zorg dat je aan je trekken komt morgen is misschien te laat. Hoe vaak moest je jezelf niet verdedigen als vrienden, collega's zeiden: God? ik snap echt niet dat je nog gelooft Hoe vaak kwam het niet in jezelf op: Er is geen God... ik maak mezelf maar wat wijs M'n gebed komt niet verder dan het plafond Juist als je treurt en rouwt kan dat zo gemeen zeer doen. Dat gevecht van geloof tegen ongeloof van hoop tegen wanhoop van liefde tegen liefdeloosheid dat is de wedstrijd waar we allemaal in betrokken zijn. Een leven lang. D En als we vandaag stil staan bij ons gemis dan maakt dat het gevecht nog een keer zwaarder. Iemand vertelde: na het overlijden van m’n man had ik heel lang het gevoel dat er zomaar weer wat ergs kon gebeuren. Alle vertrouwen in het leven was weg. Geen geloof meer Een ander zei na jaren. In het begin zag ik niet dat er nog veel is om voor te leven dat wil er gewoon niet in. Niets meer te verwachten. Geen hoop meer. En een man zei het lijkt wel of ik alleen maar pijn voel en begrip en medelijden voor mezelf vraag van mijn kinderen, familie, vrienden Geen liefde meer om te geven Zo zijn we verliezers. U en jij en ik net zo goed. Wij allemaal winnen het niet van die kwade macht die het leven verziekt: Van de zonde, met een ouderwets woord. En u begrijpt nu wel: dat gaat om veel meer dan iets doen wat niet mag. dan iets nalaten wat geboden is Dat geloof, hoop en liefde uit je hart verdwijnen Dat het hier van binnen koud en doods wordt. E Als wij vandaag de namen noemen is het goed om te bedenken dat zij net als wij geworsteld hebben met die donkere macht die het leven verknoeid. Zij hebben allemaal geprobeerd met vallen en opstaan tegen de zonde in toch mensen van geloof, hoop en liefde te zijn. Soms is dat heel duidelijk Soms ligt dat er niet zo dik boven op. Maar allemaal stonden ze in die strijd. En het is goed om aan hun een voorbeeld te nemen. Om hen te gedenken op de momenten dat ze op hun best waren: Echt mensen van geloof, hoop en liefde die iets van God lieten zien en het leven even iets doorbrak van de wereld zoals God die bedoeld heeft: vrede op aarde gelukkige mensen. En laten we bedenken hoe dat goede en mooie en fijne van hun leven gevoed werd door hun geloof en gedragen werd door waarden en normen uit de bijbel We hoeven dat niet klakkeloos over te nemen Maar het zal ons tot zegen zijn als we op onze eigen manier daarmee verder gaan. F Een strijd, levenslang, Niemand die ongeschonden door het leven komt. Dat gaat God aan het hart. Toen gaf hij ons Jezus. Zijn leven ook een strijd, net als wij, Maar hij: vol van geloof, geen spoortje angst en zorgen vol van hoop, geen greintje wanhoop vol van liefde, helemaal leeg van ikzucht. Hij, hij heeft het gehaald. Dichtbij God...Toegewijd aan de mensen zo heeft hij geleefd en geleden en tenslotte gestorven aan het kruis. Die donkere macht die ons wil doen geloven dat het onzin is om te geloven, te hopen en lief te hebben… Die donkere macht, die alleen maar doodsheid verspreid die kon geloof, hoop en liefde in Christus niet doven. Ten derde dagen werd het Pasen De Heer is opgestaan De dood is dood. Niets kan nog verhinderen dat het ooit helemaal goed komt met de mensen met de aarde In dat geloof met die hoop en met liefde voor alle mensen houden wij het vol ons leven met zijn wel en wee onze strijd met het kwaad. Tot ook wij daar mogen zijn waar wij onze geliefde doden al weten: bij Christus in de wereld van God. AMEN | ||
terug | ||