Gen 1 en Gen 2 Gen 1 en Gen 2
Inleiding
Alle culturen hebben hun verhalen over de oorsprong van hemel en aarde, het begin van het leven en van de mensen. Ieder mens wil nu eenmaal weten waar hij vandaan komt en bij hoort. En vooral of hij gewenst is. Als over deze dingen twijfel bestaat, bv bij iemand die geadopteerd is, gaat hij vaak op zoek naar zijn biologische ouders in de hoop dat die hem zullen omhelzen. Om vergelijkbare redenen vinden veel mensen het interessant zich in hun stamboom te verdiepen en zo te achterhalen waar hun wortels liggen.

Wil je naar helemaal het begin, naar de eerste mensen, dan vertellen evolutie-biologen je van de homo sapiens, die met chimpansees, gorilla's en oerang-oetangs tot de mensachtigen behoort, een familie van de orde van de primaten. De homo sapiens ontstond 300.000 jaar geleden in Afrika en zwermde van daaruit over de hele aarde. Al eerder waren er mensachtigen, zoals de Neanderthaler, maar die soorten zijn uitgestorven. Het allereerste leven begon meer dan 3 miljard jaar geleden. De aarde is nog ouder: 4,6 miljard jaar. En het allereerste begin was 13,4 miljard jaar geleden met de 'oerknal'. Dit is de stand van het onderzoek op dit moment.

Bijbelse verhalen
We willen weten wie we zijn, waar we bij horen, wat de bedoeling is. Maar dan is het verhaal van de wetenschap niet erg behulpzaam. Een oerknal, een planeet ergens verdwaald in een immense ruimte, leven dat toevallig op gang komt, een spontane variant in de erfelijke eigenschappen van de primaten. We hoeven deze uitkomst van het onderzoek niet te bestrijden, waarom zou het niet zo gelopen zijn? Maar wat we in dit overzicht missen, dat zijn waarden en normen, zin en betekenis. Het is zo'n koud en klinisch verhaal. Is het wel gewenst dat we er zijn? Daarom zijn de bijbelse verhalen zo belangrijk. Ze vertellen van waarden en normen, van oorsprong en bestemming, van God.

De wetenschap moet die dingen wel buiten sluiten, wil ze wetenschap blijven. Dat hebben we nu eenmaal zo afgesproken, en met goede redenen. Maar daardoor is het plaatje van de wetenschap wel een verarmde weergave van de werkelijkheid. Alles wat we in de praktijk van het leven belangrijk vinden, is er zorgvuldig uit weggefilterd. Voor geloof en zingeving moet je dus ergens anders zijn. De christelijke geloofstraditie wijst dan op de bijbel.

Genesis
De bijbel begint met het vertellen van de Schepping in Gen 1 en 2. De traditionele opvatting is, dat Gen 1 de zes dagen van Gods scheppende werk vertelt en dat Gen 2 dan in meer detail vertelt wat er op de zesde dag gebeurde. Maar daar kleven bezwaren aan:
  • in Gen 1 zijn er eerst struiken en bomen, dan komt de mens ten tonele; in Gen 2 ontbreken die, want de bodem is nog droog en er is nog geen mens om die te bewerken
  • in Gen 2 komen er eerst de vissen, vogels en landdieren, daarna wordt de mens geschapen; in Gen 2 is het andersom
  • waarom wordt met het 'inzoomen gewacht door eerst nog over de rustdag te 'vertellen (Gen 2: 1- 3)?
Bij nader inzien blijkt het om twee verschillende scheppingsverhalen te gaan, die elk een eigen accent hebben. Het eerste is universeel en beschrijft de schepping van alle dingen en van de mens als laatste. Het tweede is anthropcentrisch en begint met de schepping van de mens. Hij wordt vervolgens van alles voorzien.

We vinden in de bijbel nog wel meer berichten over de schepping, bv Ps 8, Ps 104, Job 38 - 39, Joh 1 enz. Dat geeft al aan dat het niet om wetenschap gaat, die immers naar één samenhangend verhaal streeft. Er is geen concurrentie met wetenschappeijke theorieën over een
oerknal en evolutie. De bijbel geeft uiteenlopende gezichtspunten op de aarde, het heelal, op planten en dieren, op mensen. Het is niet nodig om die verschillen allemaal samen te voegen tot één plaatje; we laten die verschillende invalshoeken gewoon naast elkaar bestaan. De bijbelse boodschap over het leven is te rijk en veelkleurig om die in één verhaal te vatten. We beluisteren ze één voor één.

In het schema hieronder de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen de beide scheppingsverhalen in Genesis.

 

 

Gen 1: 1 - 2: 4a

Gen 2: 4b - 25

opschrift:

Gen 1: 1 - 2
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest.

Gen 2: 4b - 6
In de tijd dat de HEER God aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkel gewas opgeschoten, want .....

naam van God?

Elohim (God)

Jahweh Elohim (Here God)

wat gemaakt?

alle dingen (universeel)

- (1) licht
- (2) uitspansel
- (3) zee en aarde, planten
- (4) lichten: zon, maan en sterren
- (5) vissen in het water en vogels in de lucht
- (6) dieren en mensen
- (7) uitlopend op de rustdag

de mens (anthropocentrisch)

- de mens
- een tuin voor de mens
- een opdracht voor mens
- dieren als hulp voor de mens
- een vrouw voor de mens

omgeving

dreigende water

droogte, woestijn

tijdsduur

zeven dagen

niet aangegeven

taal

schema en refrein

initiatief: God zei, laat er licht zijn
resultaat: en er was licht / en zo gebeurde het
oordeel: God zag dat het goed was.
naamgeving: licht is dag, donker is nacht
refrein: het werd avond, het werd morgen, de eerste dag.

Dit schema wordt telkens herhaald.
Na de zesde dag luidt het oordeel:
zeer goed.

Na zes dagen is Gods scheppende werk klaar, op de zevende dag kan Hij rusten.

proza

voorlopige afronding

Gen 2: 4a    Dit is de geschiedenis (toledot) van de hemel en de aarde, zo werden ze geschapen.

Gen 2: 24 : uit ouderlijk huis
Gen 2: 25 : naakt zonder schaamte

vervolg

Gen 5: 1     toledot van de aartsvaders

Gen 3 zondeval
Gen 4 Kain en Abel


 
terug