Genezing

Jezus ging weer verder. Hij ging via de stad Sidon naar het Meer van Galilea. Onderweg kwam hij door het gebied Dekapolis. Daar brachten mensen een man bij hem die doof was en slecht kon praten. Ze zeiden: ‘Leg alstublieft uw hand op hem.’ Jezus nam de man met zich mee, weg van de mensen. Hij stak zijn vingers in de oren van de man. En hij deed wat spuug op de tong van de man. Toen keek Jezus omhoog naar de hemel. Hij zuchtte diep. En hij zei: ‘Effata!’ Dat betekent: ‘Ga open!’ Meteen gingen de oren van de man open. Hij kon zijn tong bewegen en goed praten. Jezus zei streng tegen de mensen die daar waren: ‘Jullie mogen aan niemand vertellen wat er gebeurd is.’ Maar dat hielp niets. De mensen vertelden het toch door. Iedereen was diep onder de indruk. Ze zeiden: ‘Alles wat Jezus doet, is geweldig. Hij kan zelfs mensen helpen die niet kunnen horen of praten.’

Jezus geneest de dove man op een speciale manier. Hij legt niet de handen op (waar om werd gevraagd), maar geneest op een heel zintuiglijke manier via zuchten, vingers in oren en speeksel op de tong. In deze genezing lijkt de gehele drie-eenheid aan het werk te zijn: de Vader in de hemel, de zucht (adem) van de heilige Geest en Jezus' tastbare aanraking. Hierdoor gingen niet alleen de oren van de man open, maar ook zijn hart. Zijn mond loopt ervan over!

In hoeverre sta jij open voor Gods wonderen en wil jij hierover vertellen aan anderen?

 lees verder