Emeritaat (4) De nieuwe kleren van de keizer Emeritaat (4) De nieuwe kleren van de keizer

Negatief
Sommigen mensen gaven aan dat ze mijn stukje over emeritaat (1) niet kunnen waarderen. Ze vinden het somber en negatief, of ze werden er verdrietig van.
Ik kan daar wel in komen. Het is inderdaad geen vrolijk stukje. Maar had ik een opgewekt stukje kunnen schrijven, dan was ik toch niet met mijn werk gestopt? Dan had ik gedacht dat ik goed bezig was. Dan zou ik energie uit mijn werk halen. Maar het putte me uit en maakte me teleurgesteld en moe.

Of had ik een roze bril op moeten zetten en schrijven dat het toch wel goed gaat? Dat de gemeente nog best groot is en de diensten redelijk bezocht worden? Dat het met een beetje moeite toch maar weer gelukt is voldoende vrijwilligers te vinden? Dat er wat jeugdclubs zijn, en een groepje catechisanten (?).
Dat is toch de ogen sluiten voor de grote lijn? Vergeten waar we vandaan kwamen en niet denken aan de trend en waar die bij ongewijzigd beleid wel op uit moet lopen?

Sprookje
U kent vast het sprookje van de keizer die nieuwe heeft kleren gekregen. Ragfijn zijn ze, zo licht dat je niet voelt dat je ze aan hebt. Geweven van zijde met goudstiksel en voorzien van de mooiste kleurrijke figuren en patronen. En heel bijzonder: alleen maar te zien voor mensen die deugen.
Maar de kleermakers zijn oplichters. Ze hebben zich duur laten betalen en helemaal geen kleding gemaakt. Ze doen alleen maar alsof ze de keizer die nieuwe onzichtbare kleren geven.
De kamerheer die de keizer helpt aankleden ziet natuurlijk niets van de nieuwe kleding. En de keizer zelf ook niet. Maar dat willen ze niet hardop zeggen en toegeven. Want dat zou betekenen dat ze bij de slechte mensen horen, die die mooie kleren nu eenmaal niet kunnen zien.
Als de keizer trots als een pauw zijn paleis verlaat om zijn nieuwe kleren aan de bevolking te laten zien, durft geen van de mensen langs de kant van de straat te zeggen dat hij niets aan heeft. Ze willen allemaal bij de goede mensen horen. Totdat een kind roept: ‘hij heeft geen kleren aan’. Toen zagen alle anderen het ook en wilden ze het waar hebben.

Twee verschillen
Riep ik als dat kind ‘het is allemaal niks met de kerk’? Nee, maar wel dat ik het zorgwekkend vind, hoe het gaat met het kerkbezoek, de deelname aan clubs en jeugdwerk, bijna geen belijdeniscatechisanten en vrijwilligers moeilijk te vinden. Dingen waarvan ik me eerlijk gezegd niet kan voorstellen dat u ze niet zag. Maar goed, nu staan ze zwart op wit op een rijtje onder elkaar en dan is het misschien meer en erger dan u dacht en stemt dat verdrietig. Omdat het niet meer lukt om te denken dat het allemaal wel een beetje meevalt.

Het kind uit het sprookje zei wat iedereen wist maar niet wilde zien. Het zette de keizer te kijk, maar het bood hem geen nieuwe kleren aan. Dat is nog een verschil. Ik wijs wel op een haakje met nieuwe kleren, oftewel een weg uit de zorgelijke situatie van onze kerk: herbronnen. Terug naar het evangelie. Dat kan weer zó vat op ons krijgen, dat we het vrijblijvende, het onbekende, het bescheidene, de verlegenheid overwinnen. Daarbij ben ik hoopvol dat de Heer van de kerk niet loslaat het werk dat zijn hand begon.

'Met emeritaat' - geen vrolijk stukje, inderdaad, maar negatief?

 

terug