Elfde gebod Elfde gebod

Inleiding
Prediker ziet hoe het leven wordt overschaduwd door de dood die vroeg of laat aan alles een einde maakt. Hij vindt het vreselijk. Door de dood is het leven een ijdele onderneming. Tegelijk is er geen schrijver in de bijbel te vinden die het zo vaak heeft over

  • genieten (9x, werkwoord: Hebr samach) en
  • genietingen/vrolijkheid (8x naamwoord: Hebr simchah).

Het is zijn advies aan de lezers: geniet. Het werkwoord staat in de gebiedende wijs. Dus niet: je mag genieten, maar: je moet genieten. Ook wel eens het elfde gebod genaamd.

Waarvan genieten?
Alles wat mijn ogen vroegen heb ik ze gegund, elke vreugde die mijn hart verlangde heb ik het gegeven... (Pred 2: 10, NBV21)
Prediker legt geen grenzen op. Je moet van alles genieten (3: 22). Dat heeft hij zelf ook gedaan: paleizen, wijngaarden, parken, vijvers, slaven en slavinnen, sex met vele vrouwen, grote rijkdommen verzamelen (Pred 2: 1- 10).  Je moet genieten van het leven (3: 12) van (brood)eten en (wijn)drinken (3: 13; 8: 15; 9: 7), van je bezit (5: 18), van mooie kleren, heerlijke geuren (9: 8), de vrouw die je liefhebt (9: 9) en van het licht (11: 7) Ja, Volg je hart en ontloop verdriet, ziekte en gebrek (11: 9). Doe dat zo veel mogelijk, als het kan elke dag (9: 9; 11: 7).

Is dat niet egoïstisch?
Want wanneer hij zich aan eten en drinken tegoed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. (Pred 3: 13 NBV21)
Prediker vraagt zich niet af, of alle dagen genieten van wat het het leven te bieden heeft wel goed is. Voor hem is het eenvoudig een geschenk van God (ook 5: 18; 2: 26; 3: 22; 5: 19). Wie geniet heeft er tenslotte hard voor gewerkt, het is het loon voor zijn gezwoeg (2: 10; 9: 9). Het is volgens Prediker zelfs zo, dat als iemand geniet, God daar vreugde aan beleeft (9: 7).
Daarmee is niet gezegd dat God alles goedkeurt. Behalve het gebod om te genieten geeft Prediker ook dit bevel: onthoud bij alles wat je doet dat God je aan zijn oordeel onderwerpt (11: 9). Van zichzelf zegt Prediker dat hij bij alles zijn wijsheid behield (Pred 2: 3 en 9)

Waarom genieten?
Dan piekert hij tenminste niet zoveel over het luttel aantal dagen van zijn leven, maar gaat hij van ganser harte op in de vreugde die God hem toebedeelt. (Pred 5: 19 NBV21).
Wie geniet is het besef van tijd en eindigheid kwijt. Hij gaat op in het moment en denkt even niet aan het ‘luttel aantal dagen van zijn leven’. Hij vergeet dat zijn dagen onder de zon (5: 19) beperkt zijn, dat hij sterven moet (3: 22), dat zijn bestaan eindig (8: 15) is.

Dood is dood
Wanneer een mens lang leeft, laat hij dan van elke dag genieten en bedenken dat de dagen van de duisternis ontelbaar zullen zijn. De toekomst is niets dan leegte. (Pred 11: 8, NBV21)
Leven is de enige mogelijkheid om te genieten. Eenmaal gestorven wacht de mens als een soort schim een treurig bestaan in het dodenrijk. Aan de dagen van de duisternis komt geen einde. Het hiernamaals is niets dan leegte. (3: 22; 11: 8). Het schimmenrijk van de dood, dat is wat Prediker met bijna het hele Oude Testament over de dood naar voren brengt. Slechts hier en daar komt in het OT de gedachte naar voren dat dit niet het laatste kan zijn.
Wie oud wordt moet genieten, zegt Prediker en deze dingen bedenken. Hier spreekt Prediker zichzelf tegen, want denken aan het dodenrijk verschilt in niets van het gepieker dat het genieten onmogelijk maakt.

Werkt het?
...ik genoot naar hartenlust van al het goede dat ik had verworven. Het was het loon voor mijn gezwoeg. Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. Het had geen enkel nut onder de zon. (Pred 2: 10v NBV21)
Als genieten een geschenk van God is, dan kun je dus niet jezelf gelukkig maken. Je kunt er wel je best voor doen en van alles ondernemen, en dat probeerde Prediker (2: 1) maar in zijn geval had dat slechts kort het gewenste effect. Telkens werd het besef weer wakker, dat alles wat hij had gedaan een ijdele onderneming was, omdat die op de dood uitloopt. Daarom vindt Prediker dat genieten leegte is en vrolijkheid dwaasheid (2: 1v).
Eigenlijk kun je maar beter droevig dan vrolijk zijn, zegt hij. Dat past beter bij de menselijke situatie en is beter voor je hart dan als een dwaas plezier maken. (7: 3v)

Heel nuchter contstateert Prediker: Al het gezwoeg dient ertoe dat de mens zijn buik vult, maar zijn werkelijke verlangens blijven onvervuld. (Pred 6: 7 NBV21).
De dronkaard ziet nog wel een mogelijkheid: zichzelf met wijn opvrolijken (10: 19). Maar ook dat werkt niet echt: na de roes volgt de kater.

Diepte
Prediker is werkelijk diep geraakt door het besef te moeten sterven. Zijn raad valt te vergelijken met wat mensen zeggen die door ziekte of ouderdom binnenkort zullen overlijden: ‘geniet toch, het leven is zo kort’. Zij voelen meer dan anders aan hoe mooi en goed en waardevol het leven eigenlijk is. Zij hebben vaak spijt van dagen en jaren die op gingen aan van alles en nog wat, maar het wezenlijke misten. Aan genieten van elkaar, van eten en drinken, van de natuur, van de cultuur kwamen ze niet toe. Soms maken ze alsnog een lijst van leuke, mooie, spannende dingen die ze heel graag nog gezien of gedaan willen hebben en proberen zoveel mogelijk van die dingen alsnog te doen. Zoiets lijkt Prediker zijn lezers mee te willen geven: je leeft nu, geniet van al wat mooi en fijn en goed is. God gunt je dat. Stel niet uit tot later, want als je oud bent valt er weinig meer te genieten.

In de film The Bucket List laten de beide hoofdpersonen Cole en Chambers zien dat die periode van leven met verhevigde intensiteit en genieten waardevol is. Niet alleen omdat het reizen en feesten afleidt van het onafwendbare einde, maar ook omdat ze allebei een karakterontwikkeling door maken. Toch, als het erop aankomt is het een genieten 'met de dood op de hielen'.
Op het to-do lijstje bij het naderende einde horen ook andere dingen dan 'genieten' te staan. Het is ook de tijd voor het bijleggen van een geschil of ruzie, oude vrienden nog een keer opzoeken, dingen regelen voor degenen die achterblijven, je geloof en laatste wensen delen met je partner en/of kinderen (als je die hebt). En vooral niet te lang wachten met het hoge woord en je liefde en waardering voor je allernaasten uitspreken.

Waardering
Binnen het geheel van de Bijbel laat Prediker een zeldzaam geluid horen: geniet toch! Tegen een overgeestelijke invulling van het geloof is dat een welkome correctie die voluit Oud-Testamentisch en dus ook Nieuw-Testamentisch is. Het aardse leven, het lichaam, eten en drinken, vrijerij, kleding en parfum, bezit en luxe, het hoort er allemaal bij. Dat zijn geen dingen om af te zweren, maar om genietend te gebruiken. Het zijn de goede gaven van God die onze Schepper is. Het is gepast om Hem voor alle goede dingen te danken.
Toch weet Prediker uit eigen ervaring dat genieten maar tot op zekere hoogte werkt. Het besef van de dood die alles ijdel maakt komt telkens weer boven en dan stopt het genieten. Dat is het tekort van het Oude Testament. Een tekort dat door het Nieuwe Testament gedeeltelijk wordt weggenomen in de belofte van de opstanding des vlezes en de herschepping van hemel en aarde. Gedeeltelijk, want deze belofte maakt de dood maar weinig minder erg dan die is.

Bijprodukt
Prediker heeft goed gezien, dat genieten het karakter van een geschenk heeft. Je kunt ernaar streven maar of het je toevalt, heb je zelf niet in de hand. God gaat daarover. Door het krampachtig na te streven vind je het juist niet. De dichter JC Bloem was op een miezerige morgen zomaar 'domweg gelukkig in de Dapperstraat'.  Maar als genieten een geschenk is, hoe kan Prediker dan zeggen dat je genieten moet, alsof het een elfde gebod is?
In het geheel van de bijbel komt nog iets anders naar voren. Daar is geluk een bijprodukt, en wel van je gerichtheid op iets anders: je inzet voor gerechtigheid. Blij worden als ruzies worden bijgelegd. Je verheugen in het werk van de Voedselbank. Genieten omdat mensen tot hun recht komen en in vrede leven. Jesaja profeteert dat er gelachen en gejubeld zal worden, als God de gerechtigheid op aarde herstelt (Jes 35). Dat is zelfs het visioen waarde Bijbel mee eindigt (Opb 19). De steppe zal bloeien (Lied 608).
Jammer dat Prediker niet weet van het bijprodukt dat genieten is. Het is niet voor niets dat het Nieuwe Testament hem aanvult en dienen, delen en vergeven veel hoger aanslaat dan je geld, je huis, je bezit enz. Daar zit deze ervaring achter: dat je pas echt van je eten en drinken en je welstand kunt genieten als het met je naaste ook goed gaat.

Zie ook: recensie Dekker; preek Pred 11: 7 - 10  en Pred 9: 1 - 9

terug