1 Kor 13 1 Kor 13

Intro
In de jonge kerk te Korinthe zijn gelovigen die zichzelf heel wat vinden omdat ze veel van de bijbel weten, of omdat ze ‘in tongen’ kunnen spreken, of omdat ze heel veel over hebben voor een ander. Op zich is bijbelkennis enz mooi, maar als het met opschepperij gepaard gaat en met neerkijken op anderen, dan niet. Dan is dat zelfs waardeloos. Waarom? Vanwege de mentaliteit die daar uit spreekt. Het getuigt van geldingsdrang, heerszucht, gelijkhebberij.  Daar is de wereld al veel te vol van. Gods Geest is er op uit in mensen iets nieuws op gang te brengen: geloof, hoop en liefde. Geloof ( vertrouwen) in plaats van angst en zorgen, hoop in plaats van wanhoop en pessimisme, liefde in plaats van ik-zucht en haat.
Er is een interessante verhouding tussen geloof, hoop en liefde. Geloof ziet terug op Jezus: zijn lijden en sterven en opstanding op de morgen van Pasen gelden als de beslissende gebeurtenis in de geschiedenis. Het is als de D-Day in de oorlog: de vijand werd een beslissende klap toegebracht. Nu staat de overwinning (V-Day) vast, al zal het nog heel wat strijd en moeite kosten. Zo ziet de hoop dus vooruit. Door het geloof aan D-Day en de hoop op V-Day kunnen we in het heden leven vanuit de liefde.

Van die drie is de liefde het belangrijkste. Die blijft. Geloof gaat voorbij. Want er komt een dag dat we zien zullen dat het allemaal waar is wat we nu nog geloven: dat Jezus leeft en God ons allemaal een nieuw bestaan geeft op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dan is geloof niet meer nodig. En ook de hoop niet meer: die is dan in vervulling gegaan. Maar waar het allemaal om te doen was, de liefde, die blijft. Op het eind van alles zal de oorlog niet meer geleerd worden (Jes 2:4) en de dood niet meer zijn (Opb 21: 4). Alles en iedereen zal leven in het licht van God en zijn liefde weerspiegelen in zorg en aandacht voor elkaar.

Geloof
Symbool van het christelijk geloof is het kruis. Dat is eigenlijk heel vreemd want het kruis is een vreselijk martelwerktuig. Vooral de Romeinen gebruikten het om opstandelingen aan op te hangen net zo lang tot die van pijn, uitputting en benauwdheid stierven. Op die manier was ook Jezus gestorven. Maar hij was helemaal geen verzetsstrijder. Hij had deze straf op geen enkele manier verdiend. Hoe dat zo gelopen is, vind je bij Sleutelverhaal.
Christenen geloven dat in het sterven van Jezus iets heel wezenlijks van God naar voren kwam, nl zijn liefde en trouw aan mensen. En ook zijn macht en overwinning op dood en graf, want op de derde dag werd Jezus opgewekt en verscheen hij als de Levende aan zijn volgelingen. Kruis en opstanding vormen samen de blijde boodschap, het evangelie, waar christenen geloof aan hechten.
Christelijk geloof is dus wat anders dan ‘geloven dat er iets is’ of ‘geloven in God’. Niet dat dat verkeerd is, maar geloven op z’n christelijk heeft met de God van Jezus, met kruis en opstanding te maken. Op die God vertrouwen christenen. Ze willen niet luisteren naar de stem van angst en onzekerheid en zich geen overbodige zorgen maken. Ze willen bij de dag leven in het vertrouwen dat de God van Jezus in voor- en tegenspoed, in leven en in sterven nabij is en voor hen zorgt.

Hoop
Als je verwacht dat de toekomst iets moois zal brengen, bv genezing, dan leef je daar naar toe. En de tijd dat je in het ziekenhuis bent voor een operatie neem je voor lief. De hoop op gezondheid stemt je optimistisch en helpt je door de moeilijke tijd heen. Daarom is een anker zo’n mooi beeld voor hoop. Een schip met het anker uit, drijft niet weg in de storm. Zo geeft iemand met hoop niet op maar zet door, ook al duurt het lang en valt het zwaar.
Er hoort nog iets bij: een anker werkt alleen als het op de zeebodem achter een rotsblok blijft haken. Als dat er niet is en de storm steekt op, dan drijft het schip toch weg met het anker achter zich aan: dat woelt alleen maar zand los. Christelijke hoop zit vast op het evangelie van kruis en opstanding. Rotsvast. Het weet van God die het nooit voor gezien houdt. Zijn plan om mens en wereld terecht te brengen zal er van komen: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Er is vaak reden genoeg om heel bezorgd zijn om wat je overkomt, of om wat er gebeurt in de wereld. Maar compleet pessimistisch en wanhopig? Dat niet. Mischien neemt je leven een onverwachte wending. En zeker komt op het eind van alles de vervulling van wat wij hopen: Gods nieuwe wereld. Voorgoed.

Liefde
De christelijke liefde is je niet van nature eigen als een aangeboren eigenschap. Die moet gewekt worden. Dat gebeurt als je ziet hoeveel God van je houdt en verdraagt en vergeeft. Dat vertelt het evangelie je in de geschiedenis van Jezus.
Op hetzelfde moment ontdek je hoe er in je hart nog heel andere drijfveren zijn: begeerte, eigenbelang, heerszucht, onverschilligheid en nog veel meer. Daarin zit een gemeenschappelijke kern: het draait altijd om ik, mij en mezelf. Het zijn vormen van zelfzucht. Zelfzucht kan zelfs je inzet voor God bederven. Paulus kan daarover meepraten. Hij vervolgde ooit de christenen omdat hij geloofde dat hij daarmee God diende.
Dat verandert bij hem en bij ons als de liefde van God in je leven komt. Dan wil je niet anders dan op jouw beurt God liefhebben en zijn liefde net zo royaal delen met de mensen om je heen. God liefhebben houdt in dat je je hart elke dag weer laat volstromen met zijn liefde door te bidden, te zingen, door het lezen en overdenken van de bijbel, het vieren van het avondmaal enz. Je naaste liefhebben heeft met dienen en delen, met vergeven, met medeleven te maken.
Deze typisch christelijke vorm van liefde is duidelijk anders dan liefde in de vorm van genegenheid, vriendschap en eros. Zozeer anders dat het Nieuwe Testament er het ongebruikelijke woord agapè voor gebruikt. Daarmee is niet gezegd dat genegenheid, vriendschap en eros niet deugen. Integendeel: Die vormen van liefde horen bij de goede schepping.

terug