1 Sam 17 1 Sam 17
David en Goliath

A       Als ik u zeg: 5 juni 1989...dan gebeurt er niets.

Maar als ik u zeg: dat was de dag dat een jonge man,
in Peking
voor een rijdende tank ging staan
en er voor bleef staan, met gevaar voor eigen leven.


Hij had geen raketten of granaten om de tank te stoppen
Ging alleen wel voor het kijkgat staan, duidelijk zichtbaar,
toen de tank uitweek naar links...hij ook
en naar rechts...hij ook.
Toen stopte de tank...en de tanks daarachter...


Ja, die beelden zijn ons bijgebleven
Tanks waren uitgerukt om de vreedzame bezetting

op het plein van de hemelse vrede uiteen te slaan.
De roep om vrijheid van meningsuiting,
van geloof en overtuiging
die roep moest gesmoord worden...
En daar kwamen de Goliats...
en een nieuwe David, Wan Weh Lin, 19 jaar oud
brengt de colonne tot stoppen.



B      Goliat is de wereld niet uit.
We zien hem geregeld.
Het is het reus-achtige Rusland
dat het leven en de vrijheid van Oekraïne bedreigt.

Een andere Goliat: de uitbuiting van arme mensen
vaak kinderen nog
in textielfabrieken, goudmijnen
door ondernemers voor wie alleen geld maar telt.

Dichterbij huis
zien we diezelfde Goliat het leven verzieken:
social media die nep-nieuws verspreiden

Drugscriminelen die advocaten
journalisten uit de weg ruimen

Wie het journaal volgt, staat elke dag oog in oog met Goliat
En het is alsof je hem hoort spotten:
Waar is nou jullie God? Waar is Hij nou?

Wat komt er terecht van dat zogenaamde koninkrijk van Hem?

En als u deze Goliat wat te groot vindt, te ver weg
denk dan gerust aan
misverstanden die tot ruzies uitgroeien
en niemand als eerste over de brug wil komen.

Onoverwinnelijk lijkt deze Goliat,
de opstand in Peking werd tenslotte met geweld terneer geslagen
en Wan Weh Lin zonder vorm van proces geëxecuteerd.

De zoveelste in het rijtje van Bonhoeffer
Marten Luther King
Bisschop Romero
Peter R de Vries,
Derk Wiersum

David wint het niet altijd.
Goliat boekt zijn overwinningen.
Hij lijkt oppermachtig...onkwetsbaar.
Wie zal het tegen hem opnemen?
Wie kan dat
Wie durft te zeggen: kom ik om, dan kom ik om. (Ester 4: 16)




C        Koning Saul in elk geval niet.
Toch mogen we best een stukje bewondering voor hem opbrengen.
Hij heeft tenminste het gevoel: dit kan zo niet.
Hier móet wat gebeuren...
Dat is al heel wat meer,
dan wat wij wel eens voor de hoogste wijsheid houden:
doe maar net of er geen Goliat is
zet het journaal maar uit
je kunt er toch niets aan veranderen.

Probeer maar gewoon een beetje geschikt door het leven te komen
vermijd de moeilijkheden, helemaal de zorgen van een ánder:

Zou dat het machtigste wapen van Goliat zijn? : deze gemakzucht?

Daar trapt Saul niet in.
Hij voelt zich geroepen deze Goliat te bevechten
Maar hoe?
Goliat is groot en sterk, zwaar bewapend, goed beschermd.
Moet je dan niet minstens even groot en sterk zijn?
Over minstens zo’n groot zwaard beschikken?

En minstens ook zo’n harnas aan,
een helm op
beenbeschermers?
40 dagen lang piekert en tobt koning Saul
En hij ziet geen kansen: Goliat is in alles de meerdere.

Het geeft goed aan hoe Saul denkt dat Goliat is te verslaan:
zwaar bewapend moet je zijn en dapper
Maar als je zo de strijd aangaat, ben je in wezen angstig.
zonder bron van moed en hoop...
Zo de strijd aangaan verraadt de angst om te verliezen en te sterven.

Die angst is er in Saul, trouwens: ook in Goliat.
Die probeert het net zo: dapper, zwaar bewapend, mannetje voor hem uit
met zijn grote mond overschreeuwt hij zijn onzekerheid
Saul en Goliat zitten op dezelfde lijn:
ten diepste zijn ze angstig en onzeker.





D      Als David de strijd tegen Goliat wil opnemen
biedt Saul hem zijn harnas aan.
Verstandige raad, zo lijkt het,
maar David kan er niet mee uit de voeten.

Het doet denken aan dat verhaal over iemand  (gevonden in ?? )
die een pak had besteld bij de kleermaker.
Toen hij kwam passen, stond de kraag te ver naar achter
Meneer u staat niet goed, u moet wat achterover leunen”
zei de kleermaker
En ook de broek zat niet goed:
“Meneer u moet uw buik wat naar voren houden”

En de ene broekspijp was langer dan de andere.
Meneer u kunt het beste maar wat schever lopen”

Toen de man ging wandelen in het pak
hield hij zijn linkerbeen stijf zodat de broekspijp paste
hij zette een hoge rug op
en stak zijn buik naar voren.
Toen de mensen hem zagen lopen zeiden ze tegen elkaar
Wat moet dat een knappe kleermaker zijn
dat hij voor zo’n ongelukkige man nog een pak weet te maken.”

Goede raad, wie krijgt het niet?
Als je voor de Goliat van de zorgen staat:
je moet er maar eens een weekje tussen uit
Of voor de Goliat van verdriet:
je moet ook eens letten op de mooie dingen
Goed bedoeld, maar het helpt niet...
het is geforceerd...het voelt niet goed.

Zo krijgen ministers en bestuurders de nodige adviezen.
Hun kleermakers zijn economen, biologen ga maar door...
Ze brengen het ene rapport na het andere uit
Maar ondertussen wordt het zo ingewikkeld...
dat de regering het ook niet meer weet
Van alles schuiven ze op de lange baan.

Je moet er niet aan denken dat Marten Luther King
of moeder Theresa
om steeds maar weer nieuwe adviezen hadden gevraagd
Dan was er niets veranderd.
Zij gingen aan de slag...met de moed van het geloof.




E       David bedankt voor het angstharnas van koning Saul.
Hij gaat gewoon, zoals hij is: als een herdersjongen.
Is hij zijn verstand verloren?
Is het de overmoed van zijn jeugd

Is hij zo sterk dan?
Ach, hij weet best dat hij vlug en lenig en sterk is
met leeuwen en beren heeft hij gevochten.
Maar zelf zegt hij: de HERE,
die heeft mij gered uit de klauwen van leeuw en beer
de HERE zal mij redden uit de hand van deze Filistijn.

Dat is geen vertrouwen op zichzelf:
op zijn kracht, zijn slimheid
Het is vertrouwen op God, die hem zal bijstaan.
David trekt ahw de wapenrusting van het geloof aan:
vertrouwt op God en zijn nabijheid.

In de ogen van Saul en zijn broers:
onbegrijpelijk: een dwaasheid

In de ogen van Goliat: bespottelijk: een ergernis

Maar David heeft de moed
om zich helemaal aan God toe te vertrouwen:
voelt zich veilig en zeker van de overwinning
Hij weet het zo zeker,
Hij zegt zelfs niet 'kom ik om, dan kom ik om'

Totaal niet angstig en verkrampt,
maar heel ontspannen en tgl geconcentreerd en klaarwakker
gaat hij de strijd aan:
Hij is niet alleen! God is met hem...
En wie of wat is Goliat dan nog?

Eén kiezelsteentje en hij verliest zijn evenwicht
En zijn voortreffelijke wapenrusting
is opeens een onhandig ding:
veel te zwaar om vlug weer op te staan.
Het wordt zijn ondergang:
wie het zwaard gebruikt zal erdoor omkomen. (Mt 26:52)
Niet door kracht of door geweld, wordt Goliat verslagen
maar door de Geest van de HERE in David (Zach 4:5)

Om deze dingen is David de koning naar Gods hart
En een voorloper van de Messias...van de Here Jezus
die als een echte Zoon van David
gevochten heeft met de Goliats van liefdeloosheid, hebzucht, wanhoop,
om mensen te bevrijden uit de invloed van al deze doodsmachten

Zeker: hij stierf aan het kruis.
Toen leek Goliath de winnaar.

Maar God heeft hem opgewekt ten derde dage
Jezus leeft...de dood is dood...
Zijn Geest leeft in ons,
wekt het nieuwe leven van geloof, hoop en liefde

Zo geeft Hij ons deel aan zijn overwinning.

En als u of ik het moeten opnemen tegen de Goliats van vandaag
is het niet langer tegen een oppermachtige vijand
maar tegen één die dodelijk gewond is...
tegen zijn laatste stuiptrekkingen.




F      Wij denken wel eens:
wat kunnen wij tegen Goliat in het geweer brengen
Dan voelen we ons klein en machteloos:
Wat kan een wereldwinkel nou doen
aan de lage lonen en prijzen in arme landen
Dat is hoe Saul denkt.

Maar: het zijn telkens de kiezelsteentjes
die de macht van Goliat breken
Er is de pen van een schrijver
het ijverig speurwerk van journalisten
het milieu onderzoek van een chemicus

Een kiezelsteentje:
het kan ook de uitgestoken hand zijn...die het ijs breekt
en de weg vrij maakt tot het uitpraten van ruzies.

Waar is jullie God? Waar blijft zijn koninkrijk?
Zo spot Goliat tot op vandaag
Maar zijn overmacht is maar schijnbaar
En onze onmacht, die is ook maar schijnbaar

God richt zijn heerschappij op
waar mensen als David hun angst overwinnen
en met de moed van het geloof
doen wat ze kunnen doen
voor de ander dichtbij en ver weg.

Het lijkt soms niet veel...maar dat is schijn:
Jezus vergelijkt het met een mosterdzaadje
zo klein als het is...het wordt een grote struik
en een beetje gist is voldoende voor drie maten meel

Wat mooi de mensen die bij zichzelf zeiden
kom ik om, dan kom ik om
die het erop waagden
om een voedselbank te beginnen
op hoop van zegen
een repair-cafe, een inloophuis, een deel-winkel
Allemaal klein begonnen...maar het groeit
Begin van een nieuwe tijd
Teken van Gods nieuwe wereld

AMEN
 
terug