|
Adonai |
Hebreeuws - 'Heer', vaak gebruikt om de naam van God niet te gebruiken |
X |
|
Agnosticisme |
Overtuiging dat je niet kunt weten of er een God bestaat. |
X |
|
Amen |
Hebr - ik stem in, akkoord, zo is het (be-amen) |
|
|
Amor Fati |
Liefde voor het lot: je neerleggen bij de dingen die onvermijdelijk zijn. je lot omarmen. |
|
|
Apokalyptiek |
Grieks - onthullen, openbaren; Apokalyptische geschriften zijn Dan en Opb |
X |
|
Apokrief |
Grieks - verborgen (een aantal als niet canoniek afgewezen boeken van de bijbel) |
X |
|
Atheïsme |
Geloof dat er geen God bestaat |
X |
|
Canoniek |
Grieks - richtsnoer (de betrouwbaar geachte boeken van de bijbel) |
|
|
Chetoebim |
Hebreeuws - Geschriften, het derde deel van de TeNach (oa Psalmen) |
X |
|
Christus |
Grieks - Gezalfde, Messias |
X |
|
Condescendentie |
Neergebogen zijn van God; het tegenovergestelde van transcendentie |
X |
|
D-Day |
Decision-day De dag dat de gealliëerden landden op de kust van Frankrijk 6 juni 1944. De dag van erop of eronder. > V-Day |
|
|
Deïsme |
Geloof in God (Deus) die Schepper is, maar zich niet actief tot mens en wereld verhoudt |
|
|
Deuterocanoniek |
Grieks - minder canoniek (in de RKK de boeken die bij Prot. kerken apokrief heten) |
X |
|
Doxologie |
Griek - lofprijzing |
X |
|
Dualisme |
In religie: het geloof dat er in de werkelijkheid twee tegenovergestelde machten zijn |
|
|
Epicurisme |
Filosofische stroming die teruggaat op de Griek Epicurus (341 - 270 vC) |
|
|
Exegese |
Uitlegkunde |
X |
|
Farizeeën |
Joodse groepering die zich bezig hield met de praktische toepassing van de geboden en verboden. Een lekenbeweging die iit de Sadduceeën wel in de Opstanding der doden op het einde der tijden gelooft en de hele TeNaCh belangrijk vindt. Het onderscheid met schriftgeleerden of wetsgeleerden is niet heel duidelijk. Naam komt van Hebr woord dat afgescheidenen betekent. |
|
|
Gnostiek |
Geloof dat inzicht of kennis nodig is voor verlossing |
X |
|
Halleluja
Halleel |
Hebr - Loof de Here
Hebr - het kleine en grote Halleel zijn onderdeel van het boek der psalmen |
|
|
Henotheïsme |
Leer dat één (heno) God de belangrijkste is (temidden van vele andere) |
|
|
Hermeneutiek |
Theorie betreffende uitleggen, verklaren en toepassen van teksten |
X |
|
Hosanna |
Hebr - (Here) help toch |
|
|
Ichthus |
Grieks: letterlijk vis. De griekse letters zijn I Ch Th U S Dat zijn de begin letters van de woorden Ièsous Christos Theou Uios Sotèr. Die betekenen Jezus Christus Zoon van God, Redder. Vandaar dat één van de symbolen voor christenen een visje is. |
|
|
Ietsisme |
Geloof dat er wel iets is |
X |
|
Jahweh |
Hebreeuws - 'Ik ben die ik ben' de naam van Israels God, |
X |
|
JehoVa |
De naam van Israels God, maar met onjuiste klinkers gespeld |
X |
|
Kefas |
Hebr: Rots - Een van de belangrijkste discipelen wordt zo genoemd. In het Grieks: > Petrus |
|
|
Kerst |
Feest van Jezus' geboorte; Vernederlandsing van Christus- |
|
|
LXX |
Afkorting voor de Septuaginta, een oude vertaling (250-50 vC) van het OT |
|
|
Maranatha |
Aramees - Heer, kom toch |
|
|
Messias |
Hebreeuws - Gezalfde |
X |
|
Mizmor |
Hebreeuws : Lied dat met snarenspel wordt begeleid. In het Grieks: Psalm |
Xhttps://geholi.nl/psalmen/ |
|
Monotheïsme |
Geloof dat er één (mono) God bestaat |
X |
|
Mysterie |
Grieks - Geheimenis, afgeleid van muo (de lippen) sluiten, zwijgen |
|
|
Mysiek |
Bijzondere vorm van religieuze ervaring, zie mysterie |
|
|
Nebiim |
Hebreeuws - Profeten, het tweede deel van de TeNaCh (oa Jesaja, Jeremia, Ezechiël) |
X |
|
Nieuwe Testament / NT |
Het tweede deel van de Bijbel, na het Oude of Eerste Testament. Testament in de zin van Verbond. 27 canonieke geschriften waaronder de vier evangeliën en de brieven van Paulus. |
X |
|
Numineus |
Latijn - iets dat als goddelijke kracht of aanwezigheid wordt ervaren. Numen is lettelijk het 'knikje van het hoofd' dus groet, goedkeuring, bekrachtiging |
|
|
Olam |
Hebr: eeuwigheid of wereld.
Olam Hazè = deze wereld; Olam Haba = de komende wereld (het koninkrijk van God) |
|
|
Oude Testament / OT |
Het eerste deel van de Bijbel, gevolgd door het Nieuwe Testament. Testament in de zin van Verbond. 39 canonieke boeken die de kerk van het Jodendom heeft overgenomen. Daar staan ze als TeNaCh bekend. |
X |
|
Pantheïsme |
Geloof dat alles (pan) goddelijk is |
|
|
Panentheïsme |
Geloof dat alles (pan) zich in God bevindt |
|
|
Parallellismus Membrorum |
Latijn: Evenwijdigheid van de Delen. Zo wordt één van de kenmerken van de Oudtestamentische poëzie genoemd, waarbij opeenvolgende versregels inhoudelijk elkaar herhalen, aanvullen of juist het tegenovergestelde zeggen |
X |
|
Pascha |
zie Pasen |
|
|
Pasen |
Feest van de Opstanding van Jezus Christus uit het rijk van de dood; De naam Pasen herinnert aan het Joodse Pesach of Pascha dat in dezelfde tijd valt. Pesach / Pascha is Hebr voor overslaan, voorbijgaan (Exodus 12: 13). |
|
|
Paulus |
De naam van de grootste apostel van de kerk. Eerst was hij vervolger van de christenen. Toen heette hij > Saulus. Na zijn bekering kreeg hij de naam Paulus, dat betekent 'klein' of 'gering' en herinnert aan zijn vorige leven dat hij vijandig stond tegenover de volgelingen van Jezus. |
|
|
Pesach |
zie Pasen |
|
|
Petrus |
Grieks: Rots. Een van de belangrijkste discipelen wordt zo genoemd. In het Hebreeuws: >Kefas |
|
|
Pinksteren |
50 dagen na Pasen viert de kerk de uitstorting van de heilige Geest. Het woord is afgeleid van het Griekse Pentekoste = vijftigste dag. |
|
|
Polytheïsme |
Geloof dat er vele (poly) goden zijn |
|
|
Psalm / Psalmoi |
Grieks - Lied dat onder aanslaan van snaren wordt gezongen. Hebr: Mizmor |
X |
|
Psalter / Psalterium |
Grieks - Het bijbelboek Psalmen |
X |
|
Quelle (Q) |
Duits - bron - aanduiding voor de verzameling uitspraken van Jezus die Mat en Luc als tweede bron (naast Mc) v /oor hun evangelie hebben benut |
X |
|
Qumran |
Plaatsje bij de Dode Zee waar 1948+ vele teksten van o.a. de bijbel zijn teruggevonden, daterend uit de tijd van bewoning 100 vC - 68 nC |
|
|
Rabbi / Rabboeni |
Hebreeuws - Meester, Leraar / Aramees (mijn) Meester, (mijn) Leraar |
|
|
Religie |
Latijn - oorspr. betekenis onduidelijk waarschijnlijk 'dat wat verplicht is'; godsdienst |
|
|
Sadduceeën |
Joodse groepering die niet in de Opstanding der doden gelooft omdat dat in de Torah niet geleerd wordt. Op dat onderdeel van de TeNach baseerden zij hun geloof. Geen lekenbeweging als de Farizeeën maar priester-adel. Naam herinnert aan Sadok, een priesterfamilie uit de tijd van de Makkabeeën. |
|
|
Saul / Saulus |
Hebreeuwse naam van de eerste koning van Israel. De grootste zendeling van de kerk, Paulus, heette voor zijn bekering ook zo. 'De (van God) gevraagde of gebedene' betekent die naam. |
|
|
Septuagint(a) |
Latijn - lett: 70. Naam van een oude Griekse vertaling van het Oude Testament. 72 vertalers zouden onafhankelijk van elkaar het hele OT op dezelfde manier hebben. Vandaar de naam. Als het NT uit het OT citeert is het vaak uit de LXX. |
|
|
Sjir |
Hebreeuws - Lied |
X |
|
Stoa |
Grieks: zuilengang. In een zuilengang in Athene onderwees Zeno (334 - 264 vC) zijn filosofie: het stoicisme, zijn volgelingen heten stoicijnen |
|
|
Tehillim |
Hebreeuws - Lofliederen |
X |
|
TeNach |
Hebreeuws, De T= Torah (wet) de N-Nebiïm (profeten), de Ch=Chetoebim (geschriften). De Joodse 'bijbel' |
X |
|
Theïsme |
Geloof in een God die Schepper is en actief betrokken is bij mens en wereld |
|
|
Theodicee |
Grieks - Theos (God) + Dikè (rechtvaardiging) Antwoorden op de vraag waarom er zoveel lijden is, God houdt toch van mensen, en Hij is toch almachtig? |
X |
|
Torah |
Hebreeuws - Wet, het eerste deel van de TeNaCh (Gen, Ex, Lev, Num en Deut) |
X |
|
Transcendentie |
Overstijgend zijn van God; het tegenovergestelde van condescentie |
X |
|
V-Day |
Victory-Day Dag van de overwinning, het einde van de oorlog. Voor Nederland 5 mei 1945, bijna een jaar na D-Day. |
|
|
Vulgata |
Latijnse vertaling van de bijbel gemaakt door Hieronymus ong. 400 nC. Vulgata = vulgair, volks, gewoon. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|