Dat er leven is in allerlei vormen van eencelligen, planten, dieren, mensen is eigenlijk heel bijzonder. Want levensvormen zijn complexe stukjes orde, terwijl in de levenloze natuur alles neigt naar eenvormigheid: wanorde en chaos nemen voortdurend toe. Leven is tegen die tendens ingaan.
Evolutie
De gangbare theorie is, dat het leven op aarde spontaan is begonnen, kort na het ontstaan van de aarde bijna 5 miljard jaar geleden. Uit de ‘oersoep’ (vooral CO2 en H2) zouden onder invloed van zonlicht en electrische ontlading (bliksem) door ‘zelfassemblage’ de eerste chemische verbindingen tot stand zijn gekomen die voor leven noodzakelijk zijn: aminozuren, die de basis vormen voor eiwitten.
Uit dat eerste leven zouden in een proces van miljarden jaren steeds complexere levensvormen zijn voortgekomen: eencelligen, planten en dieren. Tenslotte de mens zo’n 2 miljoen jaar geleden. Aap en mens zouden een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Volgens Darwin zit achter deze ontwikkeling het mechanisme van ‘survival of the fittest’ (de uitdrukking stamt van H. Spencer): de soorten die het meest geschikt of aangepast zijn (best fittest; niet per se het sterkste) planten zich voort; levensvormen die onvoldoende in staat zijn zich aan de wisselende omstandigheden aan te passen sterven op den duur uit.
Bedenkingen 1 : bij de evolutie
De theorie heeft zijn aantrekkelijke kanten, maar roept ook vragen op:
- Hoe is het eerste leven ontstaan? Het is nog altijd niet gelukt om in een laboratorium uit CO2 en H2 de bouwstenen van het leven (aminozuren of eiwitten) te laten voortkomen.
- Een eencellige is al een zeer ingewikkeld wezentje dat om te functioneren allerlei complexe structuren nodig heeft, bv om een trilhaar te laten bewegen. Eén kleinigheidje dat ontbreekt, en het werkt niet. Die structuren moeten in één keer compleet opduiken in de evolutie. Hoe waarschijnlijk is zulke onherleidbare complexiteit?
- Het DNA in de celkern bevat veel belangrijke codes om het organisme te laten leven en functioneren. Kan gecodeerde informatie zomaar uit chaos en toeval tot stand komen?
- Er ontstaan geregeld mutaties in het DNA. Die zijn doorgaans onnuttig of zelfs schadelijk voor het organisme. Kun je daarmee het ontstaan van nieuwe soorten verklaren?
- Als het begon met eencelligen aangepast aan hun omgeving, hoe zijn die dan ertoe gekomen om met andere cellen samen meercellige organismen te vormen?
- Onder de vele fossielen zijn niet de overgangsvormen tussen twee soorten gevonden zoals bv de gemeenschappelijke voorouder van aap en mens. (de missing link, dat vond Darwin al een kwetsbaar punt in zijn theorie)
- Is het denkbaar dat levensvormen die zich ongeslachtelijk voortplanten evolueren in soorten die zich geslachtelijk voortplanten? Ontstaan er spontaan tegelijk en vrouwelijke én mannelijke vormen?
- Hoe bestaat het dat een bevruchte eicel zich voortdurend deelt in 100% identieke exemplaren en dat er op den duur toch spier-, bloed, nier- huid-, hersencellen enz. zijn?
- Het evolutionaire voordeel van geslachtelijke voortplanting is minder groot dan dat van ongeslachtelijke voortplanting. Waarom is er dan toch geslachtelijke voortplanting ontstaan?
- Is wat wij mooi vinden aan de natuur alleen maar functioneel nuttig met het oog op voortplanting en overleven? Wat is het evolutionaire voordeel van bv de opvallende veren van paradijsvogels?
- Er zijn aanwijzingen dat verandering van genetische informatie niet puur toevallig is, maar ook optreedt onder invloed van de omgeving: spontane (niet-overgeërfde) sikkelcelanemie komt vaker voor bij bewoners van gebieden waar de malariamug actief is. Dat is bijzonder want deze genetische afwijking die normaal ernstige lichamelijke gevolgen heeft, heeft voor deze mensen een gunstig effect: zij hebben een grotere kans malaria te overleven. Maar hoe 'weet' een mens dat hij deze afwijking moet aanmaken?
Wetenschap?
Het valt te betwijfelen of de evolutietheorie wel een wetenschappelijke verklaring is. Want daarvoor geldt de eis van verificatie en daaraan wordt niet voldaan: we kunnen niet terugreizen in de tijd om te zien of het echt zo gelopen is. En het proces reproduceren lukte tot nu toe evenmin. Het lijkt eerlijker om de evolutietheorie (voorlopig) een model te noemen waarin voortdurend allerlei nieuwe gegevens van wetenschappelijk onderzoek worden ingepast. Of het tenslotte alle verschijnselen in zich kan opnemen en daarmee aan plausibiliteit wint, moeten we afwachten.
Evolutionisme
Evolutiebiologen gaan de grens van de wetenschap te buiten als ze evolutietheorie uitbreiden tot een theorie die over nog veel meer gaat en ook meent de psychologie van mensen, het sociale leven, de cultuur en het geloof te kunnen verklaren vanuit de materiële uitgangspunten.
Een aanwijzing
In de veelkleurige schepping vinden de schrijvers van de bijbel iets terug van Gods wijsheid (hoe knap zit alles in elkaar – Ps 104; Spr 8), glorie (de ontelbare sterren aan de hemel – Ps 8) en trouw (zijn zorg voor de bloemen des velds – Mat 6). Tot op vandaag vinden mensen het bestaan van de natuur een belangrijke aanwijzing voor het bestaan van God. Er zijn onderzoekers die veel van fotosynthese, celdeling, immuunsystemen, vogeltrek of een ander fenomeen weten, die daardoor alleen maar dieper onder de indruk komen van hoe verfijnd het allemaal in elkaar zit en werkt.
Schepping
Hoe God alles gemaakt heeft is niet duidelijk. Het scheppingsverhaal (Genesis 1 en 2) is niet bedoeld om op zulke vragen antwoord te geven. We hoeven de miljarden jaren dat er leven op aarde is niet te ontkennen, zoals de zgn creationisten doen. Of van fossielen te zeggen dat die als fossielen met de aardbodem zijn geschapen (Cutler). We kunnen gerust met de wetenschap van evolutionaire ontwikkeling uitgaan. Waarom zou er niet sprake zijn van een evolutie waarbij God het leven leidt naar zijn ontwerp? (Intelligent Design). Of in een zekere vrijheid laat ontwikkelen naar zijn doel (Theïstisch Evolutionisme)? Of probeert te ‘lokken’ naar zijn toekomst (Procestheologie)?
Bescheiden
Om verschilllende redenen kan de evolutiebiologie niets met deze geloofsvisies. God hoort immers niet thuis in de wetenschap, omdat het een verklaring is die op alle onopgeloste vragen past, maar ondertussen niets verklaart.
Daarbij is de positie van Creationisme, Intelligent Design en Theïstisch Evolutionisme wetenschappelijk gezien zwak. Eigenlijk leven de voorstanders van deze verklaringen van de (tot nu toe) onopgeloste vragen van de evolutieleer zonder bewijzen te leveren voor hun eigen standpunt.
Bedenkingen 2: bij het geloof aan een Schepper
Als we eerlijk zijn, moeten we niet alleen bedenkingen tegen de evolutie naar voren brengen, maar ook de bezwaren bij het gelovig standpunt:
- Het oog lijkt niet van Intelligent Design, maar van Stupid Design te getuigen: de oogzenuw veroorzaakt een blinde vlek. Je kunt je ook afvragen wat er zo intelligent is aan de onbruikbare pootjes van slangen etc.
- Waarom een geschiedenis van miljarden jaren om op het allerlaatst tot de mens te komen?
- Waarom de inslag van een meteoriet 65 miljoen jaar geleden die niet alleen aan de dinosauriërs een einde maakte, maar aan bijna al het leven?
- Waarom zoveel wreedheid in de natuur? (bv klapekster, sluipwesp).
- Waarom zoveel dood?
Conclusie
De natuur geeft een aanwijzing voor het bestaan van een God die onnavolgbaar machtig en wijs en goed is maar ook buitengewoon wreed en onverschillig. Hoe krijgen we die twee kanten van God bij elkaar? En hoe verbinden we de Schepper God met de God van Jezus?