Hand 1: 1 - 11
Hand 1: 1 - 11
A We praten er niet gemakkelijk over: mensen die een einde aan hun leven maken. Maar vandaag, met het verhaal van Judas, kunnen we er niet om heen. En misschien is het wel goed om er een keer bij stil te staan. Want weinig gebeurtenissen zijn zo ingrijpend als wanneer je man of vrouw, je kind, je vriend iemand die je kent zichzelf van het leven berooft. Er is dan niet alleen het gewone verdriet vanwege het gemis. Er komt dan nog zoveel bij… Vooral als het heel onverwacht kwam: vanmorgen ging hij nog gewoon naar zijn werk. Waar was hij mee bezig, wat zat haar dwars? Wat is er vandaag gebeurd? Vragen, vragen, vragen… En: waarom hebben we het niet zien aankomen? verwijten aan jezelf… Boosheid misschien ook wel: hoe kon hij het in z’n hoofd halen: dacht hij dan niet aan ons? En ook als het niet onverwacht kwam: hij of zij was al jaren neerslachtig: had medicijnen nodig was af en toe opgenomen. We waren er maar druk mee: meeleven, op bezoek gaan, helpen Waar we allemaal bang voor waren - want hij sprak er wel eens over - dat is nu toch gebeurd. Vreselijk Al dat meeleven voor niets. Hebben we echt alles gedaan om hem, om haar voor het leven te behouden? Waar was God met zijn licht, zijn kracht? Zelfdoding…we moeten het er ook over hebben omdat we er zelf ook wel eens aan denken: We doen het niet, gelukkig niet, maar laten we het bespreekbaar houden. Want zwijgen verzwaart de druk en maakt eenzaam. Vriendschap, geduld, openheid, geloof, hoop en liefde houden ons op de been. B Judas maakt een einde aan zijn leven. er staat dat hij voorover viel…misschien liet hij zich van een dak vallen. In zijn geval weten we ook wel waarom: voor een handvol geld had hij de hogepriesters geholpen om Jezus op te pakken. Dat zat hem dwars…want daarna was het geweldig uit de hand gelopen: Jezus was opgepakt…had een oneerlijk proces gekregen…en daarna gekruisigd. Ja, maar daar was Judas niet op uit! Hij wilde enkel dat Jezus gestopt zou worden. Dat had Judas bedacht toen op een dag een vrouw naar Jezus toekwam Zij goot een kruik vol kostbare mirre uit over Jezus’hoofd. Alle discipelen vinden dat een enorme verkwisting. Dat geld had beter aan de armen gegeven kunnen worden. Maar Jezus weet dit gebaar te waarderen. Hij prijst de vrouw. Dan is voor Judas de maat vol: En voor 30 zilverstukken levert hij Jezus over aan de hogepriesters. Die zouden Jezus wel tot de orde weten te roepen. Maar ze sturen hem naar Pilatus en dringen aan op zijn dood en ze laten het volk roepen: kruisig hem, weg met hem. En zo was het gegaan. Dat was allemaal niet de schuld van Judas. Dat was de verantwoordelijkheid van de Hogepriester, en van Pilatus Maar aan het begin van dit alles staat Judas Hij had het wel in gang gezet… En hij betreurt dat heel erg: Tenslotte was hij ook een discipel van Jezus geweest Vanaf dag één met hem opgetrokken, geboeid keer op keer door zijn gelijkenissen, zijn wonderen. Hij hield nog steeds van Jezus. Daarom voelt hij zich nu zo slecht. Heeft er spijt van…maar hij vindt nergens gehoor… kan met z’n schuld nergens heen… Zou het anders gelopen zijn, als hij de discipelen had opgezocht? Zou het anders gelopen zijn, als hij van de opstanding had gehoord en van vergeving in Jezus’ naam? Ik denk het… Als je in jezelf gekeerd blijft, dan gaan sombere gedachten steeds meer in je rondspoken. Trek je niet in jezelf terug. Blijf in contact met je ouders, je familie, je vrienden. C Petrus maakt geen sympathieke indruk. In harde woorden spreekt hij over Judas: heeft het over een schanddaad haalt er teksten bij uit de bijbel, uit psalmen van David Psalmen waarin hij zijn vijanden de ergste dingen toewenst. laat zijn woonplaats een woestenij worden Daarvan zegt Petrus: dit gaat over Judas dit is van toepassing op Judas, de verrader. Maar: is Petrus dan vergeten wat er gebeurde in de nacht van het verraad? Hoe ze hem drie keer vroegen: zeg, jij hoort er toch ook bij, bij Jezus? En drie keer over had hij het ontkend en gezegd: Jezus, nee hoor, die ken ik niet, hoe kom je erbij… Hij was net zo’n verrader als Judas Hoe kan Petrus nu zo hard oordelen over Judas? Is hij dan helemaal vergeten hoe hij zelf ook een verrader was? En hoe daarna de haan kraaide…en hoe ook hij Petrus het daarna zo vreselijk moeilijk had en ook wel dood wilde En dat het enkel door Jezus was door een verschijning van de opgestane Heer dat hij niet zover ging als Judas? Die harde woorden over Judas, over anderen Dat oordelen van Petrus en van ons over verraad en schuld en zelfdoding Dat kan alleen maar als je vergeet dat jezelf niet beter bent dan een ander. Dat kan alleen maar als je verdringt dat jezelf ook wel eens diep in de put zit, de wanhoop nabij bent en met de gedachte speelt… Dat kan alleen maar als je ontkent dat jij net zo goed op anderen bent aangewezen op vrienden, op liefde, op genade op mensen die toch met je verder willen. Wees voorzichtig met wat je denkt en zegt. Die harde woorden staan Petrus niet mooi. D Wat is nu het verschil tussen Judas en Petrus? Judas verraadt Jezus voor geld Petrus ontkent dat hij bij Jezus hoort Echt verschil maakt dat niet: ze laten hem allebei in de steek. En als Judas ziet wat er met Jezus gebeurd heeft hij er heel erg spijt van De 30 zilverstukken brengt hij terug, hij wil ze niet langer hebben En Petrus heeft ook al zo’n moeite met zijn ontkennen hij valt zichzelf zo tegen… Ook dat is hetzelfde: schuld en schaamte ze kunnen niet meer met zichzelf leven Maar dit is het verschil: Judas wilde er zelf uitkomen… maar: wat gebeurd is is gebeurd dit is niet meer ongedaan te maken ook niet meer te herstellen, te vergoeden… Zie daar maar eens mee te leven: Kun je eigenlijk leven zonder vuile handen te maken zonder falen, zonder fouten, zonder schuld? Wie kan alles in zijn leven rechtpraten? Wie kan zichzelf rechtvaardigen? Dan moet je haast wel bij ‘Akeldama’ - bloedakker - uitkomen. Petrus kwam er zelf ook niet uit… maar: hij laat zich door Jezus vinden hij gelooft Jezus ook voor zijn verraad gebeden heeft Vader, vergeef het hun, ze weten niet wat ze doen. Petrus komt uit bij Golgotha. Bij Jezus, bij de vergeving in zijn Naam Bij Gods genade En hier mogen wij het ook zoeken als falen en schuld en schaamte ons dwars zitten als de dood ons angst aanjaagt als alles zonder zin en betekenis lijkt Wanneer wij ontdekken dat we er zelf niet uitkomen: in het geloof aan de liefde van God in Jezus Christus Zijn Geest vernieuwt ons bestaan. E De dood van Judas heeft indruk gemaakt op de jonge kerk. Petrus probeert op de verwarring en de vragen een antwoord te geven. Hij heeft het over een schriftwoord dat in vervulling moest gaan. Dat komt vandaag de dag bij ons over alsof er in de hemel een soort draaiboek klaar ligt waarin alle dingen die gaan gebeuren voorspeld worden en uit moeten komen. Dan is het net of Judas wel een verrader moest worden en dat het wel op zelfdoding moest uitlopen: Zo stond het in het hemelse draaiboek. Hij had niets te kiezen. Maar dan blijft er van uw en mijn vrijheid en van onze verantwoordelijkheid niets over. Maar zo bedoelt Petrus het niet. Petrus en het hele Joodse volk weet maar al te goed van vrijheid en verantwoordelijkheid. Wij zijn geroepen om God te dienen, onze naaste lief te hebben zoveel als wij kunnen. En de keuzes maken die daarbij horen Waar wij verkeerd kiezen en doen, kan niemand zeggen dat God in de hemel het nu eenmaal zo besloten heeft. Maar aan de andere kant weet Petrus met heel de bijbel ook maar al te goed van God, van zijn macht, zijn wijsheid, zijn trouw En het staat voor hem vast dat het God niet uit de hand loopt. Op een grandioze manier heeft de Eeuwige op Golgotha vrede en verzoening tot stand gebracht: - de dertig zilverlingen van Judas - het drie keer nee van Petrus, alles heeft daaraan meegewerkt. God gaat zijn ondoorgrondelijke gang. Zelfs de tegenwerking van mensen wordt in zijn plan opgenomen. En wat veelzeggend dan dat Akeldama een woestenij moet worden en dat niemand daar moet verblijven! God wil ons op die andere plaats vinden: Golgotha Dat we ons niet door Judas laten gidsen maar door Jezus, de leidsman ten leven. F En om dat te onderstrepen, staat er bij: Laat een ander zijn taak overnemen. Nu Judas er niet meer is, moet hij vervangen worden. Mattias komt er bij. Want 12 discipelen had Jezus geroepen Voor elke stam van Israël één. Met 12 moet het nu verder gaan. Voor heel Israël, en voor alle volken op aarde. Want niet met het verhaal van Judas en Akeldama trekt de kerk de wereld in. Maar met het goede nieuws van Jezus en Golgotha en Pasen Mattias is er van begin tot eind bij geweest Van doop tot opstanding. Met 12 discipelen begint de kerk aan die grootse, mooie opdracht getuige te zijn van Jezus boodschappers van vrede en verzoening in zijn Naam. Voor alle mensen Voor ieder die een uitweg zoekt voor zijn falen en schuld voor schaamte en wanhoop Voor ieder die verlangt naar inspiratie, naar licht en kracht. Met de belofte van Eeuwig leven de dood voor ieder die angstig de dood verwacht Zo heeft God de kerk bedoeld En daarom komt de Geest straks helpen: Want als het aan God ligt, komt niemand als Judas in de wanhoop terecht. AMEN | ||
terug | ||