Creationisme
Creationisme
Creationisme is de overtuiging dat alles wat er is - het heelal, de aarde met de levende en de dode natuur en ook de mens - door een goddelijke Schepper is gemaakt, Als het daarbij zou blijven, zou je creationisme scheppingsgeloof kunnen noemen. In de praktijk is het wat anders, nl. een poging om wetenschappelijke ontdekkingen te combineren met bijbelse gegevens. Er bestaan verschillende vormen van creationisme: De biblicistische variant is de meest bekende. Zijn aanhangers vatten de bijbel, ihb Gen 1 - 11, op als een boek dat betrouwbaar informeert over het ontstaan van de aarde, de levende wezens en de vroegste geschiedenis. Deze informatie houden ze voor zekerder dan de resultaten van geologie, biologie en kosmologie. Inhoudelijk:
De argumentatie beperkt zich vooral tot het aanvoeren van allerlei bezwaren op de gangbare wetenschappelijke inzichten. In een artikel beoordeelde Dave Matson meer dan 30 van zulke bezwaren en maakt duidelijke dat ze geen hout snijden Een speciale moeilijkheid van de jonge-aarde-theorie is het bestaan van fossielen en skeletten van dinosauriërs en andere prehistorische dieren die volgens de wetenschap veel ouder zijn dan het creationisme toestaat. Dat geldt ook voor licht dat van sterren komt en volgens de wetenschap al miljarden jaren onderweg is. Ter verdediging zeggen jonge-aarde-creationisten dan wel eens dat de skeletten met de aarde zijn geschapen en het licht 'onderweg' is geschapen. Dit gaat terug op een idee van P.H. Gosse. Onder de indruk van de geologie (nog niet de evolutieleer van Darwin, 1859) schrijft hij een boek Omphalos (1857) dat God een aarde heeft gemaakt die veel ouder lijkt dan hij is. Adam zou bv wel een navel (omphalos) hebben gehad ook al had hij geen moeder. Wie dit serieus neemt, houdt wel een verwrongen idee van God over: Hij lijkt wel een bedrieger die de natuur gemaakt heeft om zijn mensenkinderen op een dwaalspoor te brengen. Dit is in tegenspraak met de bijbelse overtuiging dat de geschapen werkelijkheid ons bij God kan brengen. De aanhangers van de zgn. 'oude-aarde-variant' accepteren veel meer de stand van het wetenschappelijk onderzoek over de ouderdom van de aarde. Ze proberen de geologische resultaten zodanig te combineren met de bijbelse gegevens dat de bijbel toch klopt. Daarvoor moeten ze wel de letterijke opvatting van de bijbel loslaten. Ze nemen bv aan dat de 7 dagen in het scheppingsverhaal geen dagen van 24 uur waren, maar tijdperken van miljoenen jaren. Soms aangevuld met het idee dat er tussen Gen 1: 1 (in den beginne schiep God) en het vervolg (Gen 1: 2 - 2: 4 - de zeven dagen) een onderbreking van miljoenen jaren was. Als zij daarbij veel ruimte laten voor de resultaten van het onderzoek naar de ontwikkeling van het leven, heten zij ook wel theïstisch evolutionisten. (bv G. vd Brink, En de aarde bracht voort; Tegen: W.J. Ouweneel, Adam waar ben je?) Voor de aanhangers van Intelligent Design bestaat er geen conflict tussen geloof en wetenschap. Volgens hen vertonen de kosmos en het leven zulke complexe structuren, dat alles wijst op doelgerichtheid, ontwerp en een Ontwerper, die zij identificeren met de bijbelse God. (bv C. Dekker, Oer). Zij vermoeden een anthropisch principe, dwz allerlei natuurkundige constanten en natuurwetten zijn precies zo dat er menselijk leven mogelijk werd. Dat vinden ze te toevallig om toevallig te zijn, er moet wel sprake van afstemming zijn. Vanuit geloofs-standpunt valt Intelligent Design te verdedigen: niet als bewijs voor het geloof, maar als aanwijzing. Wie gelooft dat God de Schepper is van de aarde met alles erop en eraan, moet toch een idee hebben van hoe Hij dat gedaan zou kunnen hebben? De bijbel zelf gaat daarin voorop met de scheppnigsverhalen in Gen 1 en Gen 2. Als gelovigen God niet meer met Schepping (en Onderhouding en Voltooiing) kunnen verbinden, heeft het ook geen zin de concrete dingen van hun eigen leven (ziekte, oogst, weer) aan Hem voor te leggen. Maar Intelligent Design houdt ook een risico voor het geloof in. ID-ers begeven zich op het terrein van de wetenschap, de discussies daar en de voortgaande onderzoeken. Het is denkbaar dat op een dag blijkt dat complexe structuren toch wel spontaan ontstaan. Evt uit kleinere complexe onderdelen. Wat betekent dat voor het Scheppingsgeloof? ID-ers kunnen ook de vraag verwachten of Intelligent Design wel zo intelligent is. Want miljarden jaren achter ons, een geschiedenis van trial and error, van survival of the fittest, van een inslaande komeet die een einde maakt aan vele levensvormen waaronder de dinosauriërs, dat wijst toch niet op een God die doelgericht Zijn schepppende werk tot stand brengt? Moet je ook niet spreken van stupid, suboptimal of poor design? Hoe valt het stupid design te verbinden met het geloof aan een liefhebbende, almachtige, alwetende God? Die laatste vraag komt trouwens niet alleen van kritische wetenschappers, maar klinkt ook in de kring van gelovigen. Toch zijn er wel pogingen ondernomen om het geloof te verbinden met de nieuwste inzichten van de wetenschap, met name in de procestheologie. Bezwaren tegen creationisme iha
| ||
terug | ||